World Development Report 2008 moet aansporen tot meer internationale steun
voor landbouw, zegt Oxfam
Het nieuwe Wereld Ontwikkelingsrapport van de Wereld Bank dat vandaag
is uitgekomen, moet helpen om vele jaren verontachtzaming te
corrigeren ten opzichte van de miljoenen arme mensen die afhankelijk
zijn van de landbouw, zegt de internationale organisatie Oxfam.
Den Haag, 19 oktober 2007
Oxfam verwelkomt het rapport van de Wereldbank voor zover het de
cruciale bijdrage die landbouw kan leveren om wereldwijde armoede te
bestrijden benadrukt. Het rapport helpt ook te focussen op het feit
dat donoren en overheden tot voor kort landbouw hebben
verontachtzaamd, met het verminderen van wereldwijde hulp voor de
landbouw van $11.5 miljard in 1987 tot $3.9 miljard in 2005. Leningen
van de Wereldbank voor landbouw bedroegen in 2006 $1.75 miljard,
slechts 7% van het totaal aantal leningen, terwijl die in 1982, toen
het laatste rapport voor landbouw werd gepubliceerd, meer dan
30%vormden. De rijkste landen van de wereld Frankrijk, Duitsland,
Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten en ook Nederland
geven allemaal minder hulp aan landbouw dan in het verleden . 1
Het nieuwe beleid van minister Koenders op het gebied van rurale
armoedebestrijding biedt hoop. Het begint erop te lijken dat de rijke
wereld eindelijk het enorme armoede-bestrijdende potentieel van
landbouw herontdekt, zegt Adrie Papma van Oxfam Novib. Driekwart van
alle arme mensen in ontwikkelingslanden leeft in rurale gebieden en
vrouwen maken er de grote meerderheid van uit. Vrouwen produceren meer
dan de helft van al het voedsel dat wereldwijd geproduceerd wordt,
maar bezitten slechts twee procent van het land en krijgen slechts één
procent van al het landbouwkrediet..
Het is schandalig dat de rijke wereld deze enorme en vitale sector zo
lang heeft genegeerd. We zijn optimistisch dat daar eindelijk
verandering in komt, al zijn ze toch nog toe niet toereikend noch snel
genoeg, zegt Papma.
Oxfam waarschuwt voor het gevaar dat fouten gemaakt in het verleden
zich gaan herhalen.
Het bedrag gespendeerd aan landbouw is slechts een gedeelte van het
gevecht, zegt Papma. De Wereldbank heeft een lange geschiedenis van
het opdringen van liberalisering aan arme landen. Samen met de
internationale handelsregels die in het voordeel zijn van rijke
landen, heeft dit ertoe geleid dat ontwikkelingslanden niet in staat
zijn geweest de vruchten te plukken die landbouw biedt.
De Bank heeft niet geleerd. Het herhaalt uit het landbouwrapport van
25 jaar geleden dat handelsliberalisatie arme landen helpen. Dit is
een misvatting. Rijke landen hebben hun eigen oneerlijke handelsbeleid
niet aangepakt en dumpen nog steeds gesubsidieerde producten.
Ontwikkelingslanden dwingen te liberaliseren zou in deze situatie een
aanhoudend drama zijn.
Kleine boeren bijvoorbeeld die in Peru quinoa, bonen en aardappelen
produceren, konden niet concurreren tegen goedkope importen van tarwe
en rijst. Het verlagen van rijsttarieven in Honduras leidde tot
goedkopere prijzen voor de importeurs, maar consumenten schoten er
niets mee op aangezien de prijsverlagingen niet aan hen werden
doorgegeven.
Oxfam zegt dat de Bank geen rekening houdt met de kwalitieit van banen
die gecreëerd kunnen worden op rurale arbeidsmarkten, noch met de
impact op vrouwelijke arbeiders. Het rapport zet ook niet uiteen hoe
agrarische bedrijven beter gereguleerd zouden moeten worden en hoe
arme boeren kunnen voorkomen uitgebuit te worden binnen
productieketens die steeds meer gedomineerd worden door grote
bedrijven. Het Nederlandse beleid zou zich dan ook veel meer moeten
richten op de enorme groep mensen die niet makkelijk de overstap maken
naar het ondernemerschap in rurale gebieden.
1 OECD Bilaterale hulp voor landbouw van 1980 tot 2005
Bron: Oxfam Novib
Novib