Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op de schriftelijke vragen door de vaste
kamercommissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij de
ontwerpbegroting 2008 van de Staten Generaal (II A).
19 oktober 2007
Antwoorden op de schriftelijke vragen door de vaste kamercommissie
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij de ontwerpbegroting 2008
van de Staten Generaal (II A).
1. Vraag
Kunt u aangeven of, en in hoeverre, u afwijkt van de door de Tweede
Kamer vastgestelde Raming voor 2008? Zo dit inderdaad het geval is,
kunt u aangeven waarom?
1. Antwoord
Het begrotingshoofdstuk IIA wijkt op enkele onderdelen af van de
bedragen die in de Raming voor 2008 zijn opgenomen. De belangrijkste
oorzaak is gelegen in de toedeling van de loon- en prijsbijstelling.
Voorts ben ik - in afwachting van de invulling van de
efficiencytaakstelling - vooralsnog terughoudend geweest met het
honoreren van meerjarige personele claims. Het betreft hier de
tijdelijke uitbreiding van de ondersteuning voor Europese
aangelegenheden en de aanstelling van de beveiligingsambtenaar buiten
de formatie van de beveiligingsdienst.
2. Vraag
Respecteert u de budgettaire autonomie van de Staten-Generaal, met
name de Tweede Kamer? Kunt u uw opvatting constitutioneel motiveren?
2. Antwoord
Het respect voor de bijzondere staatsrechtelijke positie van de
Staten-Generaal komt onder andere tot uitdrukking in de
beheersafspraken die gelden tussen de Staten-Generaal en mijn
ministerie. Bij de opstelling van de begroting 2008 heb ik geopereerd
als afgesproken in die beheersafspraken.
Volledige budgettaire autonomie - in die zin dat de regering de raming
van de Staten-Generaal per definitie heeft over te nemen - verdraagt
zich overigens niet met het bepaalde in de Grondwet. Verwezen zij in
dat verband naar het debat tussen uw Kamer en mijn voorganger over de
Tweede wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 en het advies van de
Raad van State in dat verband (Kamerstukken 29 833). Tijdens het debat
in 2001 is door mijn voorganger voorgesteld dat de regering de raming
van de Staten-Generaal overneemt tenzij deze in strijd is met het
algemeen belang.
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties