Persbericht RIKILT 07/2007
19 oktober 2007

Miljoenensubsidie voor vermindering proefdierengebruik

De Nederlandse overheid heeft 25 miljoen euro subsidie gegeven aan het Nederlands Toxicogenomics Centrum (NTC). Het NTC, waar RIKILT - Instituut voor Voedselveiligheid, ook in participeert, richt zich op de ontwikkeling van in-vitro testen voor de vaststelling van de giftigheid van chemische stoffen zoals geneesmiddelen, voedingsadditieven, cosmetica-ingrediënten en industriële chemicaliën. Op dit moment worden daarvoor veelal proefdieren gebruikt. Het NTC zoekt naar methoden die betrouwbaarder zijn en bovendien het proefdierengebruik verminderen.

Toxicogenomics is de nieuwe term voor onderzoek naar de effecten van stoffen op de functie van genen (genomics) gericht op aard en mate van gezondheidsschade van die stoffen (toxico). Het NTC-programma concentreert zich met name op de kankerverwekkende eigenschappen van stoffen en ook op de effecten op het immuunsysteem, de voortplanting en organen zoals de lever. RIKILT, een onderzoeksinstituut van Wageningen UR, zal hiervoor in-vitro testen ontwikkelen die een alternatief kunnen zijn voor dierproeven. 'In vitro' betekent letterlijk 'in glas'. In vitro-tests worden niet in het lichaam van een organisme gedaan, maar in bijvoorbeeld een kweekschaaltje, met behulp van cellen of weefsels. Verder bestudeert RIKILT de werkingmechanismen van giftige stoffen. Zo kan beter beoordeeld worden of een stof een risico is voor de volksgezondheid.

Het onderzoek in het NTC sluit goed aan bij het toxicogenomics-onderzoek dat al langer bij RIKILT wordt uitgevoerd. Hierin wordt met name aandacht besteed aan de effecten van (potentieel) gevaarlijke stoffen bij lage concentraties. De huidige normstelling van deze stoffen is vooral gebaseerd op de resultaten gevonden bij zeer hoge, veelal niet werkelijk voorkomende concentraties.

Het NTC wordt gecoördineerd door de Universiteit Maastricht. Andere deelnemers naast RIKILT zijn het RIVM, TNO, Erasmus Medical Center, Leids Universitair Medisch Centrum, Universiteit Leiden en Wageningen Universiteit.