Ministerie van Buitenlandse Zaken
Bijgaand bieden wij u aan de antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Pechtold (D66) over het aftreden van het hoofd van de
politietrainingsmissie in Afghanistan van de Europese Unie. Deze vragen werden
ingezonden op 18 september 2007 (uw kenmerk 2070800100).
De minister van Buitenlandse Zaken,
drs. M.J.M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
drs. A.G. Koenders
Beantwoording van de vragen van het lid Pechtold (D66) aan minister
van Buitenlandse Zaken Verhagen, minister van Defensie Van Middelkoop en
minister voor Ontwikkelingssamenwerking Koenders over het aftreden van het hoofd
van de politietrainingsmissie in Afghanistan van de Europese Unie. (Ingezonden
18 september 2007).
Vraag 1
Klopt het dat Friedrich Eichele, drie maanden na zijn benoeming als
hoofd van de politietrainingsmissie in Afghanistan van de Europese Unie (EU),
vertrekt? Wat is de reden? Welke consequentie heeft dit voor de EU
politietrainingsmissie?
Antwoord
Friedrich Eichele, hoofd van de EUPOL-missie in Afghanistan verlaat Afghanistan
om een nieuwe functie op te nemen als directeur van een afdeling van de
bondspolitie (Bundesbereitschaftspolizei). Duitsland heeft al een capabele
vervanger voor de heer Eichele aangezocht, zodat de discontinuïteit in
leiderschap en de gevolgen voor de EUPOL missie naar verwachting beperkt zullen
zijn.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van een 'stammenstrijd' 1) tussen de NAVO en de EU?
Of van andere problemen in de internationale samenwerking in Afghanistan?
Antwoord
Er is geen sprake van 'stammenstrijd' tussen de NAVO en de EU. ISAF en EUPOL
vullen elkaar aan en werken beide aan duurzame veiligheid en stabiliteit in
Afghanistan. Omdat het lidmaatschap van de EU en de NAVO niet volledig overlapt,
brengt de samenwerking tussen beide organisaties enkele gecompliceerde
juridisch-technische kwesties met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van het
delen van informatie en inlichtingen. Hierbij is immers de bescherming van
vertrouwelijke informatie en toegang tot beveiligde communicatienetwerken aan de
orde. Normaal gesproken zouden dergelijke kwesties met enige goede wil opgelost
kunnen worden. Helaas wordt dit echter bemoeilijkt door de slechte
verstandhouding tussen enkele NAVO- en EU-lidstaten, waarbij de Cypriotische
kwestie op dit moment het belangrijkste struikelblok is. De Nederlandse regering
spreekt de betrokken landen hierop aan. Zo heeft Minister Verhagen dit punt
onlangs opgenomen met Turkije en marge van de Algemene Vergadering van de
Verenigde Naties in New York. Thans wordt gewerkt aan pragmatische oplossingen
voor deze problematiek.
Vraag 3
Wat is uw reactie op het aftreden van de heer Eichele met betrekking tot
uw eerdere constatering dat functionerende Afghaanse veiligheidsstructuren een
voorwaarde zijn voor het op termijn uitfaseren van de internationale (militaire)
presentie? 2)
Antwoord
Zoals gezegd, is een capabele vervanger beschikbaar voor de heer Eichele. Zijn
vertrek zal dan ook geen noemenswaardige gevolgen hebben voor de EUPOL-missie en
de internationale inspanning om het functioneren van de Afghaanse
veiligheidsdiensten te verbeteren.
Vraag 4
Klopt het dat de EU de beloofde fondsen, mankracht en
gepantserde wapens niet volgens afspraak levert? 3) Welke consequentie heeft dit
voor de NAVO missies in Afghanistan?
Antwoord
Er is geen sprake van dat de EU toegezegde fondsen, mankracht en materieel niet
volgens afspraak zou leveren. Wel kent EUPOL enkele opstartproblemen. Deze
hebben deels te maken met de logistieke uitdaging van het opzetten van een
dergelijke operatie in de Afghaanse context (ondermeer de aanvoer van materieel)
en deels met de juridische onderbouwing van samenwerking tussen o.a. EUPOL en EU
enerzijds en ISAF en de Provinciale Reconstructie Teams anderzijds. Dit heeft
ertoe geleid dat de EUPOL missie nog niet op volle sterkte en nog niet volledig
operationeel is (zie ook Kamerbrief met nummer 27925, nr. 272). Hierdoor is
vertraging ontstaan bij de aanschaf van materieel. Inmiddels zijn maatregelen
genomen om de relevante procedures te versnellen.
Voor de NAVO-missie in Afghanistan heeft dit geen consequenties.
Vraag 5
Klopt het dat de EU alleen auto's levert die in Europa zijn gemaakt?
Waarom is hiervoor gekozen? Deelt u de mening dat een goede uitrusting, waarover
de verschillende missies in Afghanistan tijdig kunnen beschikken, van een groter
belang is dan de Europese herkomst van het betreffende materieel?
Antwoord
De aanbestedingsprocedures van de EUPOL-missie leggen geen beperking op aan de
geografische oorsprong van aan te schaffen materieel. Uiteraard delen wij de
mening dat het tijdig over goede uitrusting kunnen beschikken door EUPOL uitgaat
boven de herkomst daarvan.
1) Het Financiële Dagblad, 13 september 2007, 'Getergde politietrainer EU
verlaat Afghanistan.'
2) Kamerstuk 27 925, nr. 254, vergaderjaar 2006-2007, p.11
3) Het Financiële Dagblad, 13 september 2007, 'Getergde politietrainer EU
verlaat Afghanistan.'
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken