opleidingsfonds AWBZ en 'cure'

Voorhang budgetopschoning 2e tranche opleidingsfonds AWBZ en 'cure'

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Eerste Kamer en Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG

MEVA/NBO-2800424

18 oktober 2007


1. Inleiding

In het najaar van 2003 is de eerste aanzet gegeven voor het ontwikkelen van een nieuw bekostigingssysteem voor de zorgopleidingen naar aanleiding van het rapport van de commissie-Legrand (standpunt Legrand, TK, 29 282, nr. 1).

Dat heeft geleid tot:

* het realiseren van het opleidingsfonds;
* een procedure voor de toewijzing van opleidingsplaatsen door de minister van VWS aan de hand van een voorstel van het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG).

Opleidingsfonds
Het invoeren van het nieuwe bekostigingssysteem betreft een macrobudgettair neutrale operatie. Het opleidingsfonds bevat bij invoering geen extra middelen. Het opleidingsfonds is gevuld met gelden die opleidingsinrichtingen voorheen ter beschikking stelden om op te leiden. Hiertoe zijn die opleidingsmiddelen uit de instellingsbudgetten gehaald en opgenomen in het opleidingsfonds. De minister van VWS beheert het opleidingsfonds als onderdeel van de VWS-begroting.

Het opleidingsfonds wordt gefaseerd in twee tranches ingevoerd. Per 1 januari 2007 is de nieuwe bekostiging voor brancheopleidingen voor de zogeheten 1e tranche zorgopleidingen gerealiseerd via een subsidieregeling op grond van de Kaderwet VWS-subsidies. Voor de 1e tranche heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op verzoek van de Minister en Staatssecretaris van VWS in 2005 een beleidsregel opgesteld, waarmee de gemoeide opleidingsmiddelen in 2006 in de budgetten van de zorginstellingen werden geoormerkt. Deze middelen zijn met ingang van 1 januari 2007 geschoond uit de instellingsbudgetten op basis van het aantal daadwerkelijk bezette opleidingsplaatsen vermenigvuldigd met het bijbehorende normbedrag per opleidingsplaats.
Per 1 januari 2007 kunnen de opleidende zorginstellingen deze opleidingsmiddelen niet langer krijgen via de vulling van hun budgetten door de zorgverzekeraars, maar rechtstreeks vanuit het opleidingsfonds op basis van de hiervoor bedoelde subsidieregeling.


2e tranche
Voor de 2e tranche zorgopleidingen (bijlage 1) zal per 1 januari 2008 eveneens deze nieuwe wijze van bekostiging van kracht zijn. De Minister en Staatssecretaris van VWS hebben de NZa verzocht een reële vergoeding vast te stellen voor deze opleidingen en aan te geven om hoeveel opleidingsplaatsen het gaat - voor zover zij nu bekostigd worden via premiemiddelen - teneinde het hiermee gemoeide macrobudget te kunnen bepalen. De NZa heeft een enquête uitgezet, waarin instellingen is gevraagd om de aantallen opleidingsplaatsen in 2006 en geraamde aantallen in 2007 aan te leveren. De NZa heeft bij brief van 30 mei 2007 (bijlage 2) bericht over het macrokader 2e tranche zorgopleidingen op basis van de aangeleverde enquêtecijfers, aangevuld met een extrapolatie voor niet-respondenten.

Het macrobudget voor de 2e tranche opleidingen voor 2008 is één op één gebaseerd op de berekeningen van de NZa. Daarbij is het volgende in acht genomen:
a. De middelen gemoeid met de verpleegkundige vervolgopleidingen en de opleidingen voor medisch ondersteunende functies in de cure zijn voorshands buiten beschouwing gelaten, omdat op voorstel van het College voor Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) deze opleidingen niet per 1 januari 2008 in het nieuwe bekostigingsysteem worden ondergebracht. Het CBOG en de betrokken veldpartijen hebben organisatorisch en administratief meer tijd nodig om adequaat mee te kunnen werken aan de implementatie van de nieuwe bekostigingswijze op een nader te bepalen tijdstip.
b. De opleiding tot psychiater is voor het jaar 2008 in het opleidingsfonds opgenomen tegen de kostprijs van EUR 109.436,-- (prijspeil 2006) zoals de Nederlandse Federatie van Universitaire medische centra en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen die voorstaan voor deze opleiding in de ziekenhuizen respectievelijk de kostprijzen van circa EUR 40.000,-- (prijspeil 2006) zoals GGZ Nederland die voorstaat voor deze opleiding in GGZ-instellingen. c. De opleiding tot SEH-arts maakt per 2008 deel uit van de 2e tranche op voorwaarde van formele landelijke erkenning van deze opleiding door het Centraal College voor Medische Specialismen van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst tegen de kostprijs van EUR 109.436,--2 (prijspeil 2006). d. Voor de opleiding tot arts verstandelijk gehandicapten stellen wij in 2008 EUR 2,24 mln beschikbaar voor maximaal 45 opleidingsplaatsen. Dit komt overeen met het totale bedrag dat de NZa met instemming van Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland uit de gehandicaptensector zal schonen.
e. Om de uitbreiding mogelijk te maken van de opleiding tot verpleeghuisarts van 2 jaar naar 3 jaar is het macrokader voor 2008 met EUR 0,9 mln opgehoogd.

Voor de vulling van het opleidingsfonds voor de hierboven bedoelde 2e tranche opleidingen zal de NZa de instellingsbudgetten per 1 januari 2008 moeten schonen. Per 1 januari 2008 kunnen de opleidende zorginstellingen in aanmerking komen voor deze opleidingsmiddelen op basis van een specifieke subsidieregeling voor deze zorgopleidingen op grond van de Kaderwet VWS-subsidies.


2. Aanwijzing NZa

Wij zijn voornemens op grond van artikel 7, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) een aanwijzing aan de NZa te geven. Conform artikel 8 van de WMG informeer ik u over de zakelijke inhoud van die aanwijzing. Wij zullen niet eerder overgaan tot het geven van de aanwijzing dan 30 dagen na verzending van deze brief. Van de vaststelling van de aanwijzing zullen wij mededeling doen in de Staatscourant.

Wij zijn voornemens het volgende in de aanwijzing op te nemen:
* de aantallen opleidingsplaatsen per zorgopleiding zoals uitgevraagd en geëxtrapoleerd door de NZa die als basis dienen voor de schoning uit de instellingsbudgetten binnen een categorie zorginstellingen in de werkingssfeer van de AWBZ of in de `cure';
* de kostprijs per opleidingsplaats per zorgopleiding per jaar (prijspeil 2007);

* de te schonen macrobedragen per zorgopleiding op basis van de bovenbedoelde aantallen vermenigvuldigd met de kostprijs zoals voorgesteld door de betrokken koepels van veldpartijen;
* de wijze van schoning: generiek dan wel specifiek met inachtneming van de standpunten van de betrokken koepels van veldpartijen.

Het basisbedrag van de Contracteerruimte 2008 voor de AWBZ moet worden gecorrigeerd voor de opschoning ten behoeve van het opleidingsfonds. Kortheidshalve verwijs ik u naar de voorhangbrief over de aanwijzing NZa contracteerruimte 2008 (kenmerk DLZ-K-U-2799314).

De Minister van Volksgezondheid, De Staatssecretaris van Volksgezondheid
Welzijn en Sport, Welzijn en Sport,

dr. A. Klink mw. dr. J. Bussemaker

Bijlage 1

2e tranche zorgopleidingen

Opleiding tot:

Spoedeisende hulp arts
Psychiater
Gezondheidszorgpsycholoog
Psychotherapeut
Klinisch psycholoog
GGZ Verpleegkundig Specialist
Verpleeghuisarts
Arts Verstandelijk Gehandicapten