Universiteit van Tilburg

Universiteit van Tilburg 10 oktober 2007

Alcohol, drugs en wapenbezit belangrijkste factoren bij zinloos geweld

Promotie psychiater Rob Brouwers over impulsief gewelddadig gedrag

Wat maakt dat iemand overgaat tot impulsief gewelddadig gedrag? Rob Brouwers onderzocht gevallen waarbij iemand op een kleine provocatie reageert met een overmaat aan geweld, ook wel bekend als 'zinloos geweld'. Het onder invloed zijn van alcohol of drugs en wapenbezit blijken daarbij de belangrijkste factoren. Op de tweede plaats volgt lage verbale intelligentie en pas op de derde impulsiviteit, woede en vijandigheid. Brouwers promoveert op 19 oktober aan de Universiteit van Tilburg.

Impulsief gewelddadig gedrag komt veel voor in onze samenleving. Volgens schattingen komt zeker 60% van de geweldsdelicten impulsief tot stand. Rob Brouwers onderzocht als eerste welke factoren samenhangen met impulsief gewelddadig gedrag. Daarvoor ontwikkelde hij een meetinstrument dat bestond uit bestaande, maar ook nieuwe vragenlijsten. De vragenlijsten werden afgenomen bij mannen die een impulsief gewelddadig delict hadden gepleegd en een controlegroep van vrijwilligers met hetzelfde opleidingsniveau.
De factoren die een rol blijken te spelen bij impulsief gewelddadig gedrag, werden door Brouwers ondergebracht in drie groepen. De groep die het meest voorkwam onder plegers van een impulsief gewelddadig delict, omvatte het onder invloed zijn van alcohol en drugs en het voor handen hebben van een wapen. Lagere verbale intelligentie speelde in mindere mate een rol, en in nog mindere mate factoren als vijandigheid, impulsiviteit en woede.
Op grond van zijn onderzoek formuleerde Brouwers ook criteria voor het vaststellen van een Impulsief Gewelddadige Stoornis, waarmee zinloos geweld binnen het strafrecht behandeld zou kunnen worden als een ziekelijke stoornis. Een van de criteria voor de stoornis is dat de persoon direct voorafgaand aan en tijdens het gewelddadige gedrag geen innerlijke afweging maakt of rekening houdt met de consequenties en/of de context van de situatie. Brouwers verwacht niet dat daders met deze stoornis volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard zullen worden. Waar daders nu een gevangenisstraf krijgen of met succes een beroep doen op strafuitsluitingsgrond zoals psychische overmacht, kunnen zij hiermee behandeld worden.

Rob Brouwers (1955, Utrecht) studeerde Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht en volgde opleidingen tot huisarts en psychiater. Hij werkte als psychiater in verscheidene GGZ instellingen. Hij heeft ruim 12 jaar ervaring in het forensisch psychiatrische veld, waaronder De Mesdagkliniek en de afgelopen drie jaar de Forensisch Psychiatrische Afdeling Zuidlaren. Sinds augustus 2007 is hij werkzaam bij de kliniek stemmingsstoornissen, locatie Winschoten van Lentis. Het promotieonderzoek voerde hij uit bij de Tilburgse Faculteit Rechtsgeleerdheid en het Research Institute Groningen (onderdeel van Lentis).