Raad van State
Uitspraak Raad van State -
Zaaknummer: 200706652/2
Publicatie datum: donderdag 18 oktober 2007
Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Bergen
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
---
200706652/2.
Datum uitspraak: 18 oktober 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State op verzoeken om het treffen van een voorlopige
voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende
de hoger beroepen van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Horizon
Meat Services B.V.", gevestigd te Zevenaar,
2. {verzoekster sub 2}, gevestigd te {plaats},
verzoeksters,
tegen de uitspraak in de zaken nos. 07/329 en 07/371 van de rechtbank
Roermond van 13 september 2007 in het geding tussen:
verzoeksters
en
het college van burgemeester en wethouders van Bergen.
1. Procesverloop
Bij afzonderlijke besluiten van 23 mei 2006 heeft het college van
burgemeester en wethouders van Bergen (hierna: het college), voor
zover thans van belang, verzoeksters onder oplegging van een dwangsom
gelast een einde te maken aan de huisvesting van buitenlandse
werknemers op het kampeerterrein van camping "De Looi" te Bergen.
Bij afzonderlijke besluiten van 6 februari 2007 heeft het college de
door verzoeksters daartegen gemaakte bezwaren gegrond verklaard, de
besluiten van 23 mei 2006 herroepen en verzoeksters opnieuw onder
oplegging van een dwangsom gelast een einde te maken aan voormelde
huisvesting.
Bij uitspraak van 13 september 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft
de rechtbank Roermond (hierna: de rechtbank) de door verzoeksters
daartegen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben verzoeksters bij afzonderlijke brieven van
14 september 2007, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag,
hoger beroep ingesteld.
Bij afzonderlijke brieven van 14 september 2007, bij de Raad van State
ingekomen op dezelfde dag, hebben verzoeksters de Voorzitter verzocht
een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 oktober 2007,
waar verzoekster sub 1, vertegenwoordigd door mr. H.J. Kastein,
advocaat te Zevenaar, en verzoekster sub 2, vertegenwoordigd door mr.
B. Benard, advocaat te Den Haag, en het college, vertegenwoordigd door
mr. S.N.J. Kerkhoff, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is
niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Naar het oordeel van de Voorzitter dient het betoog van
verzoekster sub 2 dat het op haar betrekking hebbende besluit van 6
februari 2007 genomen is in strijd met artikel 39, tweede lid, van het
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en met Verordening
(EEG) nr. 1612/68 buiten beschouwing te blijven, nu deze beroepsgrond
voor het eerst in hoger beroep naar voren is gebracht. In dit verband
wordt verwezen naar rechtsoverweging 2.2.3 van de uitspraak van de
Afdeling van 21 juni 2006 in zaak no. 200508834/1.
2.3. De vraag of verzoeksters het in artikel 6, lid A, van het
bestemmingsplan "Buitengebied" neergelegde gebruiksverbod hebben
overtreden, kan beter worden beantwoord in de bodemzaak. De Voorzitter
zal bevorderen dat de bodemzaak in januari 2008 ter zitting zal worden
behandeld. Na afweging van de betrokken belangen en gelet op de
omstandigheid dat reeds enige jaren huisvesting van werknemers op
camping "De Looi" plaatsvindt, ziet de Voorzitter aanleiding voor het
treffen van de hierna te melden voorlopige voorziening. Daarbij wordt
in aanmerking genomen dat, gezien de relatief korte termijn waarop een
oordeel in de bodemzaak kan worden verkregen, het college, indien de
hoger beroepen ongegrond worden verklaard, binnen afzienbare tijd
tegen de huisvesting van werknemers op de camping zal kunnen optreden.
Onder deze omstandigheden zijn er geen belangen, die onevenredig
worden geschaad bij toewijzing van de verzoeken, terwijl afwijzing het
verstrekkende gevolg zou hebben dat aan de huisvesting reeds voor de
derhalve op relatief korte termijn te verwachten uitspraak in de
bodemzaak een einde zou moeten komen zonder dat geheel vaststaat, dat
de handhaving rechtens juist moet worden geacht.
2.4. Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te
worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening de besluiten van het
college van burgemeester en wethouders van Bergen van 6 februari 2007,
kenmerk RO/SK/1094 en RO/SK/1095, en de besluiten van het college van
burgemeester en wethouders van Bergen van 23 mei 2006, kenmerk
RO/SK/3093 en RO/SK/3094;
II. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Bergen
tot vergoeding van bij verzoekster sub 1 in verband met de behandeling
van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van 644,00
(zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door
een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de
gemeente Bergen aan verzoekster sub 1 onder vermelding van het
zaaknummer te worden betaald;
veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Bergen tot
vergoeding van bij verzoekster sub 2 in verband met de behandeling van
het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van 644,00 (zegge:
zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een
derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de
gemeente Bergen aan verzoekster sub 2 onder vermelding van het
zaaknummer te worden betaald;
III. gelast dat de gemeente Bergen aan verzoeksters het door hen voor
de behandeling van de verzoeken betaalde griffierecht ten bedrage van
428,00 (zegge: vierhonderdachtentwintig euro) voor verzoekster sub 1
en 428,00 (zegge: vierhonderdachtentwintig euro) voor verzoekster sub
2 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, als Voorzitter, in
tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, ambtenaar van Staat.
w.g. Polak w.g. Van Roessel
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 oktober 2007
457.