Brussel, 18 oktober 2007
Verlaagd btw-tarief voor paarden: Commissie opent tweede fase van
inbreukprocedure tegen Nederland en start onderzoek naar situatie in
Oostenrijk, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië en Luxemburg
De Europese Commissie heeft Nederland formeel verzocht om zijn wetgeving die
in een verlaagd btw-tarief voor bepaalde levende dieren en met name paarden
voorziet, te wijzigen. Volgens de Commissie moet immers het normale tarief
worden toegepast. Het verzoek heeft de vorm van een met redenen omkleed
advies, de tweede stap in de inbreukprocedure van artikel 226 van het
EG-Verdrag. Als Nederland binnen twee maanden geen gevolg geeft aan het met
redenen omklede advies, kan de Commissie de zaak voor het Europese Hof van
Justitie van de Europese Gemeenschappen brengen. Daarnaast heeft de
Commissie nog eens zeven andere lidstaten schriftelijk aangemaand om haar
binnen twee maanden nadere uitleg te verstrekken en eventuele opmerkingen
toe te zenden.
Nederland belast de levering van bepaalde dieren, en met name paarden,
die normaal niet voor de voortbrenging of de productie van
levensmiddelen bestemd zijn, naar een verlaagd btw-tarief van 6 %.
Volgens de btw-richtlijn (bijlage III bij Richtlijn 2006/112/EG) mag
slechts voor een beperkte lijst van goederenleveringen en diensten een
verlaagd btw-tarief worden toegepast. Daartoe behoren levensmiddelen
voor menselijke en dierlijke consumptie, levende dieren, zaaigoed,
planten en ingrediënten die normaal voor gebruik bij de bereiding van
levensmiddelen bestemd zijn. De levering van paarden die normaal niet
voor de voortbrenging of de productie van levensmiddelen bestemd zijn,
is evenwel niet in deze limitatieve lijst opgenomen.
De lidstaten hebben de mogelijkheid om een of twee verlaagde
btw-tarieven toe te passen en dit vormt een uitzondering op het
beginsel dat het normale tarief van toepassing is. Volgens vaste
rechtspraak moeten bepalingen die een uitzondering vormen op een
beginsel, strikt worden uitgelegd. Daarom heeft de Commissie Nederland
in een met redenen omkleed advies formeel verzocht om zijn wetgeving
te wijzigen.
Tegelijkertijd heeft de Commissie onderzoeken geopend naar de
toepassing van een verlaagd btw-tarief op vergelijkbare leveringen in
Oostenrijk, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië en
Luxemburg. Daarvoor heeft zij elk van deze lidstaten een schriftelijke
aanmaning toegezonden. Dit vormt de eerste stap in een
inbreukprocedure.
De referentienummers van de procedures zijn 2005/2278 (Nederland),
2007/4167 (Oostenrijk), 2007/2272 (Tsjechië), 2007/4169 (Frankrijk),
2007/4168 (Duitsland), 2007/4171 (Ierland), 2007/2271 (Italië) en
2007/4170 (Luxemburg).
Voor de persmededelingen over inbreukprocedures op het gebied van
belastingen en douane:
http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/infringements/infringement
_cases/index_en.htm
Voor de laatste algemene informatie over inbreukprocedures tegen
lidstaten:
http://ec.europa.eu/community_law/eulaw/index_en.htm
European Union