Beantwoording vragen Luchtwassystemen
17 oktober 2007 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op vragen over filters die ammoniak, stank en fijnstof uit stallucht halen. LNV stimuleert de aanleg van deze filters, omdat ze eigenlijk alleen maar voordelen hebben.
Meer informatie
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Landbouw
Geachte Voorzitter,
In deze brief beantwoord ik mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer de vragen van het Kamerlid Ouwehand (PvdD) over de
effectiviteit van gecombineerde luchtwassers.
1
Kent u het bericht 'dieren binnenhouden werkt niet'?
Ja
2 tot en met 4
Deelt u de mening van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) dat het afsluiten van
de stal en het werken met luchtwassers geen goede methode is om de uitstoot van broeikasgassen
te reduceren omdat deze luchtwassers zelf veel energie gebruiken? Zo ja, welke
acties gaat u ondernemen tegen het gebruik van luchtwassers en binnen welke termijn?
Zo neen, waarom niet?
Kunt u aangeven hoe de uitstoot van broeikasgassen via het elektriciteitsverbruik van deze
luchtwassers zich verhoudt tot de vermindering van broeikasgassen door het schoonwassen
van de lucht?
Kunt u aangeven of deze luchtwassers netto meer of minder broeikasgassen uitstoten als
ook de uitstoot van het elektriciteitsverbruik wordt meegerekend?
(Gecombineerde) luchtwassers zijn filters die primair ontwikkeld zijn om de uitstoot van
ammoniak, geur en/of fijn stof te verminderen. Zij verminderen de uitstoot van broeikasgassen
voor zover bekend niet of nauwelijks. Op dit moment is toepassing hiervan ter
vermindering van de uitstoot van broeikasgassen dan ook niet aan de orde.
Volgens het "Optiedocument energie en emissies 2010/2020" (Kamerstukken II, vergaderjaar
2005-2006, 28 240, nr. 42) neemt het elektriciteitsverbruik toe met 0,5 PJ per jaar. Dit
komt overeen met 0,1 Mton CO2. Het uitgangspunt bij deze berekeningen was dat in 2020
iedere varkens- en pluimveestal voorzien is van een gecombineerd luchtwassysteem.
Voor de goede orde wil ik u erop wijzen dat binnen het Programma luchtwassers
nadrukkelijk aandacht is voor de het verminderen van het energiegebruik van deze
luchtwassers en voor het verkrijgen van inzicht in de uitstoot van methaan en lachgas in
bestaande en nieuwe stalsystemen.
5
Kunt u aangeven wat de potentiële negatieve effecten kunnen zijn van het gebruik van
luchtwassers op het welzijn van dieren zoals varkens, koeien, kippen en andere productiedieren
waarbij in de stalsystemen luchtwassers kunnen worden toegepast?
Gecombineerde luchtwassystemen worden gekoppeld aan de mechanische ventilatiesystemen
in stallen. Ze staan het nemen van maatregelen gericht op dierenwelzijn daarbij
geenszins in de weg.
6
Kunt u aangeven waarom u het rendement van 70% vermindering van de uitstoot van
ammoniak, geur en fijnstof voldoende vindt om luchtwassers voor de varkenshouderij te
subsidiëren?
Ik wil u wijzen op de antwoorden die ik heb gegeven op de vragen over de subsidie van
gecombineerde luchtwassers voor de varkenshouderij (Aanhangsel 1786).
7
Kunt u aangeven of een reductie tot circa 30% van de uitstoot van ammoniak, geur en
fijnstof een resultaat is waarmee lange termijn milieudoelen ten aanzien van ammoniak,
geur en fijnstof kunnen worden bereikt? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo neen, welke
aanvullende maatregelen zijn nodig?
Voor ammoniak en fijn stof gelden Europese normen. Om deze normen te halen, is in
Nederland generiek beleid geformuleerd met daarin verschillende maatregelen. Een van
deze maatregelen is het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderijen. Hierin staan
grenswaarden die gelden voor de uitstoot van ammoniak uit stalsystemen.
Gecombineerde luchtwassystemen voldoen zeer ruim aan deze grenswaarde. Ook voor
het beperken van de uitstoot van fijn stof is de gecombineerde luchtwasser vooralsnog de
beste optie die voorhanden is.
Daarnaast wil de overheid stankoverlast terugdringen. Ook uit de landbouw.
Gecombineerde luchtwassystemen dragen hieraan bij.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
17 oktober 2007 DL. 207/2152 3
8 tot en met 12
Kunt u aangeven waarom bedrijven die niet voldoen aan de eisen van de IPPC-richtlijn
(Integrated Pollution Prevention and Control-richtlijn) moeten worden verleid met een
positieve prikkel van een subsidie van 35% op de aanschafwaarde van luchtwassers?
Kunt u aangeven waarom deze bedrijven niet zelf geheel verantwoordelijk worden gesteld
voor het halen van de IPPC-richtlijn en de daaraan verbonden kosten?
Deelt u de mening dat het niet terecht is dat bedrijven die niet aan de IPPC-richtlijnen
voldoen en daardoor vervuilen volgens de huidige richtlijnen in aanmerking komen voor
een subsidie op luchtwassers? Zo ja, gaat u deze bedrijven uitsluiten van subsidie? Zo neen,
hoe verhoudt uw mening zich tot het 'de vervuiler betaalt'-principe uit het regeerakkoord
en hoe verhoudt uw mening zich tot uw eerdere antwoord op onze kamervragen dat het
om bovenwettelijke prestaties ging?
Kunt u aangeven waarom het 'de vervuiler betaalt'-principe uit het regeerakkoord niet
geldt voor bovenwettelijke maatregelen?
Kunt u aangeven waarom u de overheid verantwoordelijk acht voor het (gedeeltelijk)
subsidiëren van het verminderen van luchtvervuiling welke wordt veroorzaakt door private
commerciële ondernemingen?
Intensieve veehouderijbedrijven investeren ongeveer eenmaal in de 15 jaar in aanpassing
van hun stalsystemen. De bedrijven boven een bepaalde grootte moeten nu voldoen aan
de IPPC-richtlijn. Dit betekent het toepassen van "best beschikbare technieken" om de
uitstoot van ammoniak te verminderen. Hiervoor zijn ze overigens zelf verantwoordelijk.
Op dit moment staan deze bedrijven dus voor de keuze op welke manier ze hun stal
aanpassen. Ze mogen zoals gezegd "best beschikbare technieken" toepassen, maar deze
technieken hebben een lager rendement dan de gecombineerde luchtwassystemen en zijn
goedkoper.
Door het geven van een positieve prikkel voor de aanschaf van gecombineerde luchtwassystemen
wil ik hun keuze beïnvloeden.
13
Kunt u aangeven waarom u van mening bent dat de extra financiële inspanning die
veehouders moeten leveren om hun vervuiling te verminderen ondersteund moet worden
met een overheidssubsidie van 35%?
De subsidie van 35% is afgestemd op de extra financiële inspanning die veehouders bij
aanschaf van gecombineerde luchtwassystemen moeten plegen. De subsidie houdt
daardoor rekening met de eigen verantwoordelijkheid.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
17 oktober 2007 DL. 207/2152 4
14
Kunt u aangeven of in andere sectoren ook soortgelijke subsidies bestaan voor vervuilende
bedrijven en op welke gronden deze subsidies worden verleend en hoe deze subsidies zich
verhouden tot het 'vervuiler betaalt'-principe uit het regeerakkoord?
Het Rijk kent verschillende subsidieregelingen die als doel hebben om energie te besparen
- bijvoorbeeld marktintroductie energie innovaties voor de glastuinbouw - om de luchtkwaliteit
te verbeteren - bijvoorbeeld subsidie voor inbouwen roetfilters in dieselauto's -
en voor het opwekken van duurzame elektriciteit - bijvoorbeeld milieukwaliteit elektriciteitsproductie.
Ook deze subsidies passen binnen het principe 'de vervuiler betaalt'.
15
Kunt u aangeven of het gebruik van luchtwassers kan betekenen dat hierdoor het aantal
dieren per bedrijf kan uitbreiden zolang de uitstoot van ammoniak netto onder de
toegestane hoeveelheid blijft? Zo ja, vindt u deze verkapte vorm van investeringssubsidies
voor schaalvergroting een gewenste ontwikkeling? Kunt u uw antwoord toelichten? Zo
neen, op welke wijze voorkomt u dat door het plaatsen van luchtwassers het effect van
uitbreiding wordt voorkomen en hoe kunt u dat garanderen?
De verlaging van de uitstoot van ammoniak door de plaatsing van één of meer gecombineerde
luchtwassystemen staat los van het aantal dieren dat op een bedrijf gehouden mag
worden. Dit aantal is namelijk afhankelijk van het aantal op het bedrijf rustende productierechten.
Het plaatsen van één of meerdere gecombineerde luchtwassystemen op een
bedrijf zou mogelijk kunnen leiden tot ruimte in de milieuvergunning. Of deze ruimte
opgevuld kan worden, is echter afhankelijk van het aantal op het bedrijf rustende
productierechten.
16 en 17
Kunt u het in het licht van de door u ingezette transparantie over de kosten van de
activiteiten van ambtenaren van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
aangeven hoeveel aanvragen voor subsidie op luchtwassers u heeft ontvangen, wat de
kosten van het behandelen van deze aanvragen zijn, hoeveel uren gemoeid zijn met de
behandeling van de aanvragen, of overtekening van de regeling heeft plaatsgevonden en
hoeveel kosten gemoeid zijn bij het inzetten van het lotingsysteem om de toekenning te
regelen?
Kunt u aangeven of deze inspanningen van het ministerie binnen of buiten de begrote
15 miljoen voor luchtwassers vallen en of en waarom de subsidie gerelateerd aan de
uitvoeringskosten kosteneffectief uitgevoerd kan worden?
In de brief over de voortgang van het Programma luchtwassers (Kamerstukken II,
vergaderjaar 2006-2007, 28 385, nr. 85) heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken
rond de openstelling van de subsidieregeling.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
17 oktober 2007 DL. 207/2152 5
De uitvoeringskosten zijn geschat op 7,5%. Deze vallen buiten het subsidieplafond van
15 miljoen euro en zijn vergelijkbaar met de andere regelingen die vallen binnen de
categorie bedrijfsmodernisering van de Regeling LNV-subsidies.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit