Vruchtbare grond behouden voor landbouw
18 okt 2007
LTO-voorzitter Albert Jan Maat zei in zijn lezing op wereldvoedseldag, dinsdag 16 oktober, dat Nederland een deel van de geplande natuurprojecten op landbouwgronden moet heroverwegen. Volgens hem moet de overheid vooral zuinig zijn op vruchtbare percelen die straks hard nodig zijn om te voldoen aan de groeiende vraag naar voedsel en biobrandstoffen. Moet de natuur een stapje terug doen in ruil voor de wederopstanding van de landbouw?
Prof. Frank Berendse, hoogleraar Natuurbeheer en plantenecologie geeft commentaar: 'Ik vind het een heel merkwaardige opmerking. Er is een beleidsafspraak gemaakt, ook met de landbouwsector, dat alle landbouwgronden die nodig zijn voor de realisering van de ecologische hoofdstructuur voor 2015 zijn aangekocht. We lopen al achter op schema en moeten juist alle zeilen bijzetten om dit doel te halen. Dit soort opmerkingen draagt niet bij aan het proces. Ik vind het zelfs een reden voor bezorgdheid. Het wijst erop dat er geen volledige steun meer is voor het afgesproken streven.
Het zou kunnen dat het dit komt omdat het weer iets beter gaat met de landbouw. Lange tijd was het moeilijk voor boeren om rond te komen. Verkoop van hun grond voor natuurontwikkeling was een makkelijke oplossing. Nu de prijzen voor bijvoorbeeld melk stijgen, is het weer aantrekkelijker om te boeren.
Maar het is niet goed als natuur alleen op de slechte landbouwgronden de kans krijgt. Dat is een heel oude gedachtegang die over de hele wereld leidend is geweest de afgelopen eeuw. Het gevolg hiervan is dat een specifieke reeks planten en dieren verdwijnt, namelijk die soorten die kenmerkend zijn voor rijke gronden. In Zuid-Afrika is de blauwbok uitgestorven, omdat deze voorkwam op de voedselrijke gronden die als eerste werden ontgonnen voor de landbouw. Ook in Nederland beschikken we over soorten die kenmerkend zijn voor de rijke gronden, zoals in het verre verleden de oeros. Het is van groot belang dat binnen het Nederlandse natuurbeleid aandacht is voor voldoende variatie in bodems en landschap. Dus zowel arme zandgronden als de rijke kleigronden die nu vooral van boeren zijn.' / Laurien Holtjer