Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Toespraak staatssecretaris Bijleveld bij symposium over
burgerparticipatie
18 oktober 2007
Deze toespraak over de zin en onzin van burgerparticipatie hield
staatssecretaris Bijleveld op het symposium burgerparticipatie in
Voorschoten.
Denk ik aan Holland, dames en heren, dan zie ik .... Enfin, u kent de
dichtregel. Maar denk je aan burgerparticipatie dan zie je vooral
hoogopgeleide, welbespraakte mannen in pakken met strepen.
Er is niets mis met die mannen noch met streepjespakken maar
burgerparticipatie is meer. Het is geen belangenbehartiging; het is
ook geen gelegenheid stoom af te blazen. Wat is het eigenlijk wel?
Laten we eerste eens kijken op nationaal niveau.
Ik wil geen historisch overzicht geven over inspraak en
medezeggenschap en wat daar allemaal voor bedacht is. Dus laat ik me
maar beperken tot het vorige Kabinet. Dat maakte zich grote zorgen
over het ontbreken van vertrouwen van de burgers in de politiek.
Ik kan me die zorg goed voorstellen. Het is een belangrijk punt.
Maar een onderzoek dat ik onlangs heb laten doen geeft aan dat de
burgers behalve zich zelf en misschien de buren, eigenlijk helemaal
niemand vertrouwen.
Ze vertrouwen de overheid niet, maar evenmin hebben ze vertrouwen in
de banken, het grootwinkelbedrijf of elke andere organisatie.
Dat werpt de vraag op of de overheid zich grote zorgen moet maken als
het alsmaar niet lukt om vertrouwen te winnen.
Een gedeelte van het gebrek aan vertrouwen waar we ons zorgen over
maken is misschien wel een normale kritische houding die een burger
moet hebben tegenover de overheid.
Zorgelijk? Aan de ene kant dus niet, maar aan de andere kant wel, want
ons democratisch bestel eist van de overheid steeds het vertrouwen van
de burger te blijven zoeken, zelfs als het voortdurend opnieuw gedaan
moet worden.
Het vorige Kabinet, dames en heren, zocht het herstel van het
vertrouwen vooral in experimenten met bestuurlijke vernieuwing en
directe democratie.
U kent ze waarschijnlijk allemaal nog.
Er kwam een burgerpanel kiesstelsel; er werd voorgesteld over te gaan
tot de gekozen burgemeester, en men stelde een referendum voor. Verder
werd een Nationale conventie gevraagd om een verlossend woord te
spreken om de daling in Het Vertrouwen te stuiten.
Het heeft niet zo mogen zijn. Ik wil er niet badinerend over spreken
maar ik zal er ook niet echt om huilen. Ik geloof niet dat
experimenteren met allerlei nieuwigheden de weg is naar het licht.
Dit kabinet kiest voor een andere lijn.
Wij kiezen voor het versterken van de representatieve democratie.
We menen dat de uiteindelijke afweging en besluitvorming het domein
moet blijven van de door de kiezers gekozen vertegenwoordigers in de
gemeenteraden, het parlement en niet te vergeten de provinciale
staten.
Het is een principiële keuze om het primaat bij de kiezer en de door
de kiezers gekozen vertegenwoordigers te laten.
Allemaal meebeslissen lijkt enorm egalitair, maar is het allerminst.
De best georganiseerde en communicerende burgers zetten daarbij de
toon en het lijdt tot een belangendemocratie.
Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat er eerlijke afwegingen worden
gemaakt. Geen directe democratie dus.
Betekent dit dat ik burgerparticipatie onzin vind?
Integendeel
Een bestuur dat inspeelt op de wensen van de burgers, dat die wensen
kent....
een bestuur dat begrijpt dat je nog zo veel kan besturen, maar dat de
burgers mee moeten doen wil je ook maar iets bereiken....
dát bestuur, betrekt zijn burgers bij de publieke zaak.
Die vorm van participatie betekent niet dat de overheid steeds de
smaak van de dag volgt. Bestuurders moeten plannen maken en uitvoeren.
Volksvertegenwoordigers moeten besluiten en controleren.
Maar in de voorbereiding is burgerparticipatie buitengewoon waardevol.
Het helpt besluiten effectief en uitvoerbaar te maken
De echte uitdaging voor burgerparticipatie zit overigens daar waar we
overgaan van een alom tegenwoordige overheid die zijn burgers vraagt
om met haar mee te doen, naar actieve burgers die zelf initiatieven
nemen voor de gemeenschap.
Mensen en bedrijven die in toenemende mate laten zien dat de publieke
zaak hen aangaat en soms de overheid tegenkomen als partner.
Dat is de mooiste vorm en ik wil overheden die nadenken over
burgerparticipatie oproepen dat vooral op te pakken.
Ik geef een paar vormen van burgerparticipatie.
Allereerst de vorm waarbij de overheid - andersom dan gebruikelijk -
participeert bij initiatieven van burgers.
Het blijkt lastig voor ambtenaren om met initiatiefnemers om te gaan.
Toen deze zomer een consultant zich voordeed als groenteboer die een
senioren-eethuis wilde beginnen en zich tot gemeenten wendde om
medewerking te vragen, reageerde slechts 13% van alle gemeenten
constructief op vraag van deze mystery-initiatiefnemer.
Maar dat soort initiatieven kunnen natuurlijk een goudmijn zijn.
Dan is er de eParticipatie.
ICT als hulpmiddel bij burgerparticipatie. In de virtuele wereld is
co-productie heel normaal. Op internet ontwikkel je samen in een
virtuele community.
Wat betekent dat voor beleidsontwikkeling van de overheid?
Kijk om u heen. De wijk Hoogkerk in Groningen is voorloper, maar ook
de gemeente Dantumadeel en de provincie Drenthe hebben eigen virtuele
communities, en heeft u al eens door virtueel Helmond gewandeld?
Ik steun dit soort experimenten en BZK heeft een netwerk
www.eparticipatie.nl (extern) opgezet.
Als laatste punt een vraag.
Waarom lukt het Albert Heijn en de Rabobank wel om hun klanten in te
zetten voor hun eigen kwaliteitsbeleid en ons niet? We kunnen de
deskundigheid van de burger gebruiken.
Nu moet ik eerlijk zijn; het gebeurt hier en daar ook.
In Twenterand hadden we een Internetpanel, in Rotterdam is al jaren
een onafhankelijk Kwaliteitspanel en samen met Eindhoven ontwikkelen
we een soort site met oordelen van en voor gebruikers voor
gemeentelijke dienstverlening.
Dames en heren u heeft gemerkt dat ik in feite steeds over de
gemeenten praat als ik het over bestuur en participatie heb.
Dat is niet alleen omdat ik als oud burgemeester mijn hart nog steeds
aan de gemeentekant draag.
Het heeft vooral te maken met het uitgangspunt van dit Kabinet dat de
gemeente de Eerste overheid is. Bij BZK hebben we niet zo rechtstreeks
met burgers te maken als u.
Wat ik kan doen is mij voor u inzetten.
Ik ga de samenwerking en kennisuitwisseling verbeteren en voor u over
de grens kijken.
De Raad van Europa en De OESO hebben momenteel internationaal
vergelijkende projecten op dit terrein lopen, waarin Binnenlandse
Zaken participeert
Maar vandaag zijn we in Voorschoten.
De aanleiding om over participatie te spreken is de benoeming van
burgemeester Jeroen Staatsen.
Maar de reden was veeleer het bestuurskrachtonderzoek dat u heeft
laten uitvoeren. Daaruit bleek dat u meer zou moeten inzetten op een
verbetering van de relatie tussen bestuur en burger.
Natuurlijk luistert u wel naar uw burgers maar het blijkt dat de
burgerparticipatie in Voorschoten - volgens de onderzoekers - geen
spelregels kent. Dat het niet aansluit op het bestuurlijk proces en
dat het ontbreekt aan een duidelijk visie.
Nou ja, ga er maar aanstaan.
Het positieve van de situatie is dat het college de situatie onderkent
en met het Project Burgerparticipatie is gestart. Dit Symposium is de
eerste stap daarin.
Mag ik - aan het eind van mijn korte inleiding nog een paar suggesties
bij u neerleggen?
De eerste is dat er goede voorbeelden te vinden zijn. Een slimme dief
is succesvoller dan een aankomende uitvinder.
Het tweede is dat u de aangeboden hulp moet gebruiken. Mijn ministerie
en de VNG staan klaar om te helpen.
Dames en heren, mijn laatste punt is dat het bij burgerparticipatie er
niet om gaat, om mensen mee te laten práten. Het gaat niet om een
zaaltje en kopjes koffie en voorzitters en verslagen..
Het gaat er om, om mensen mee te laten doen; om de kennis en de inzet
van uw burgers de ruimte te geven.
De beslissende factor is de ambitie van het bestuur. Wilt u
burgerparticipatie? Doe het.
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties