Ontwerp
Regeling experiment bocht Hoofddorp/Nieuw-Vennep
Concentreren uitvliegroute Spijkerboor
Ontwerp
Regeling experiment tijdelijke aanpassing
gebruik nachtelijke vertrekroutes vanaf Polderbaan
Ontwerp
Regeling experiment bocht Hoofddorp/Nieuw-Vennep
Concentreren uitvliegroute Spijkerboor
De Minister van Verkeer en Waterstaat, handelende in overeenstemming met de
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op artikel 8.23a, eerste lid, van de Wet luchtvaart;
Besluit:
Artikel 1 definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. LVB: het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol;
b. het experiment: het experiment concentreren Spijkerboor uitvliegroute vanaf de
Kaagbaan (baan 24);
c. gebruiksjaar 2008: de periode van 1 november 2007 tot en met
31 oktober 2008;
d. CROS: Commissie regionaal overleg luchthaven Schiphol;
e. KLM: Koninklijke Luchtvaart Maatschappij;
f. LVNL: Luchtverkeersleiding Nederland;
g. Schiphol: N.V. Luchthaven Schiphol.
Artikel 2 doel
Het experiment beoogt gedurende het gebruiksjaar 2008 te onderzoeken of
door het verkleinen van de horizontale spreiding van de Spijkerboor uitvliegroute
vanaf de Kaagbaan (baan 24) per saldo de geluidhinder voor bewoners van
onder meer Hoofddorp en Nieuw-Vennep afneemt.
Artikel 3 grenswaarden
1. In plaats van de grenswaarden, genoemd in bijlage 2 van het LVB, gelden voor
het gebruiksjaar 2008 voor de in de onderstaande tabel genoemde handha-
vingspunten de volgende grenswaarden:
3
Grenswaarden handhavingspunten Lden
Maximum grenswaarde
Puntnummer X-coördinaat Y-coördinaat Grenswaarde in geval van buitengewone
weersomstandigheden
3 104.150 474.925 58,64 ( 59,64 )
4 106.325 477.125 58,10 ( 59,10 )
5 108.875 478.725 57,91 ( 58,91 )
7 107.625 486.025 57,62 ( 58,62 )
8 107.725 489.075 58,48 ( 59,48 )
9 107.725 492.100 56,98 ( 57,98 )
13 110.250 503.025 57,48 ( 58,48 )
14 110.775 500.550 56,81 ( 57,81 )
16 111.750 491.425 57,35 ( 58,35 )
17 111.825 487.425 57,16 ( 58,16 )
31 108.600 475.075 58,90 ( 59,90 )
34 103.400 472.225 57,27 ( 58,27 )
2. In plaats van de grenswaarden, genoemd in bijlage 3 van het LVB, gelden voor
het gebruiksjaar 2008 voor de in de onderstaande tabel genoemde handha-
vingspunten de volgende grenswaarden:
Grenswaarden handhavingspunten Lnight
Maximum grenswaarde
Puntnummer X-coördinaat Y-coördinaat Grenswaarde in geval van buitengewone
weersomstandigheden
2 104.150 474.925 50,27 ( 51,27 )
3 105.750 476.600 47,50 ( 48,50 )
4 108.875 478.725 47,64 ( 48,64 )
18 111.000 476.350 47,49 ( 48,49 )
19 109.175 474.600 46,15 ( 47,15 )
Artikel 4 uitvoering
Het experiment houdt in dat alle Boeing 737 vliegtuigen van KLM bij vertrek-
kende vluchten vanaf de Kaagbaan (baan 24) de eerste bocht van de vertrek-
route SID Spijkerboor tussen Nieuw-Vennep en Hoofddorp nauwkeuriger
vliegen, doordat de bocht met een vaste bochtstraal wordt gecodeerd.
Artikel 5 gevolgen
Als gevolg van het experiment zal naar verwachting per saldo minder hinder
worden gecreëerd. Gedurende het experiment zullen de effecten regelmatig
worden gemonitord.
4
Artikel 6 criteria
De criteria die onderdeel vormen van de afweging en de beoordeling of het
experiment leidt tot aanpassing van het LVB zijn:
· het effect op de hinder in Hoofddorp, Nieuw-Vennep en omliggende gebieden;
· het effect op de berekende geluidbelasting in de betreffende handhavings-
punten en de geluidbelasting in het binnen- en buitengebied;
· het effect op de interne en externe veiligheid;
· het effect op de vliegoperatie (betrouwbaarheid en capaciteit);
· het effect op ruimtelijke contouren zoals vastgelegd in het
Luchthavenindelingbesluit Schiphol, alsmede op de 20Ke contour uit de
Nota Ruimte.
Artikel 7 onvoorziene gevallen
In onvoorziene gevallen overleggen partijen in de begeleidingscommissie
Pilots van de CROS. De commissie brengt hierover verslag uit aan de CROS,
die vervolgens advies tot bijsturen, tijdelijk opschorten of stopzetten van het
experiment uitbrengt aan de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Artikel 8 termijn experiment
De termijn van het experiment betreft de periode vanaf 22 november 2007 tot
en met 31 oktober 2008.
Artikel 9 inwerkingtreding regeling
Deze regeling treedt in werking met ingang van 22 november 2007.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Camiel Eurlings
5
6
Toelichting
Ontwerp
Regeling experiment bocht Hoofddorp/Nieuw-Vennep
Concentreren uitvliegroute Spijkerboor
7
8
Algemeen
In 2006 heeft het kabinet een evaluatie uitgevoerd naar het Schipholbeleid.
Tijdens de evaluatie van het Schipholbeleid is een ieder in de gelegenheid
gesteld om voorstellen voor verbetering van het Schipholbeleid in te dienen.
De Commissie regionaal overleg luchthaven Schiphol (CROS) heeft tijdens de
evaluatie een verbetervoorstel ingediend dat erop gericht was om mogelijke
verbeteringen van beleid eerst voor een bepaalde periode in de praktijk uit te
testen voordat deze in regelgeving worden vastgelegd.
Naar aanleiding van dit verbetervoorstel van de CROS is aan de Wet luchtvaart
een nieuw artikel toegevoegd (artikel 8.23a) waarmee een experimenteermoge-
lijkheid voor Schiphol is gecreëerd. Doel van deze experimenteermogelijkheid is
om maatregelen die mogelijk tot minder geluidhinder voor omwonenden rond
Schiphol leiden eerst in de praktijk uit te testen (experimenteren) voordat deze in
regelgeving worden vastgelegd. De essentie van dit wetsartikel is dat, onder een
aantal randvoorwaarden, tijdelijk kan worden afgeweken van een aantal in het
Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) gestelde voorschriften. Het kan daarbij
gaan om afwijkingen van baan- en routegebruik of vervangende grenswaarden
voor de geluidbelasting. Wanneer uit een experiment blijkt dat een maatregel
effectief is, kan besloten worden dat de betreffende maatregel alsnog in de
regelgeving wordt vastgelegd.
In december 2006 is het zogenoemde `Alders-overleg' ingesteld, het overleg
over Schiphol en de regio, door de toenmalige Staatssecretarissen van Verkeer
en Waterstaat (VenW) en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
(VROM). De deelnemers aan dit overleg zijn Schiphol, Luchtverkeersleiding
Nederland (LVNL), KLM, betrokken bestuurders van gemeenten en provincies
verenigd in de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS), bewonersvertegenwoordigers,
het Ministerie van VenW en het Ministerie van VROM.
Dit overleg heeft advies uitgebracht over de mogelijkheden om in de periode
tot 2010 de milieuruimte van de luchthaven beter te benutten in combinatie
met hinderbeperkende maatregelen en maatregelen die de leefbaarheid bevor-
deren. Het Alders-overleg heeft geadviseerd tot aanpassing van (Kamerstukken
II 2006/07, 29 665, nr. 48) van het LVB. Hiermee wordt een groei mogelijk
gemaakt tot 480.000 vliegtuigbewegingen en uitvoering van de afspraken die in
het convenant hinderbeperking en het convenant leefbaarheid zijn gemaakt. De
aanpassing van het LVB (Kamerstukken II 2006/07, 29 665, nr. 67) wordt naar
verwachting begin 2008 van kracht.
In het convenant hinderbeperking zijn maatregelen vastgelegd die als doel
hebben de geluidhinder van het vliegverkeer voor omwonenden te beperken.
Partijen die het convenant hebben ondertekend zijn VenW, VROM, LVNL,
KLM, Provincie Noord-Holland, Schiphol en de gemeenten Haarlemmermeer,
Amsterdam en Amstelveen.
Op basis van de te verwachten effecten van de verschillende maatregelen
hebben de BRS en CROS een prioritering van de maatregelen vastgesteld.
De maatregelen waarvan het verwachte effect het grootst is zullen als eerste
worden uitgevoerd. Voor een aantal van deze maatregelen geldt dat een tijde-
lijke afwijking verwacht wordt van de in het LVB vastgelegde grenswaarden voor
geluid in de handhavingspunten of de hierin vastgelegde luchtverkeerwegen.
Deze maatregelen worden gezien als experiment zoals bedoeld in artikel 8.23a
9
van de Wet luchtvaart. Voor deze experimenten kunnen door middel van een
ministeriële regeling vervangende grenswaarden vastgesteld worden of kan een
vrijstelling met betrekking tot het routegebruik worden verleend.
Het gaat hierbij om de volgende experimenten:
·Het concentreren van de uitvliegroute vanaf de Kaagbaan ter hoogte van
Hoofddorp/Nieuw-Vennep (Spijkerboor).
·Het gebruik van de nachtelijke vertrekroutes vanaf de Polderbaan van
06:00 tot 06:45.
·Optimalisatie van de uitvliegroute van de Polderbaan ter hoogte van IJmond
(BERGI)
·Aanpassing van de uitvliegroute vanaf de Polderbaan ter hoogte van Amsterdam
West (LEKKO/LOPIK).
·Periodiek wisselend baangebruik in Noordelijke en Zuidelijke richting.
·Optimalisatie van de uitvliegroutes van de Buitenveldertbaan ter hoogte van
IJmuiden (GORLO route).
·Optimalisatie van de uitvliegroutes van de Kaagbaan ter hoogte van IJmeer
(ANDIK route).
·Optimalisatie van de uitvliegroutes van de Oostbaan ter hoogte van Abcoude
(ANDIK en ARNHEM).
·Optimalisatie divergent parallel starten.
Deze ministeriële regeling heeft betrekking op het eerst genoemde experiment
waarbij de uitvliegroute vanaf de Kaagbaan ter hoogte van Hoofddorp/
Nieuw-Vennep geconcentreerd wordt. Deze regeling en dit experiment zijn
de eerste sinds het van kracht worden van het wetsartikel. De uitvoering van
het experiment start op 22 november 2007 en heeft een looptijd tot en met
31 oktober 2008, het einde van het gebruiksjaar 2008.
Uit de onderbouwing van de aanvraag van de CROS blijkt dat voor een aantal
handhavingspunten voor Lden en Lnight een vervangende grenswaarde nodig is.
De regels voor baan- en luchtruimgebruik in hoofdstuk 3 van het LVB behoeven
geen aanpassing. Dit experiment is uitvoerbaar binnen de luchtverkeerwegen
zoals opgenomen in bijlage 1 van het LVB.
Het verzoek van de CROS om een experiment op basis van artikel 8.23a van de
Wet luchtvaart uit te voeren wordt met deze ministeriële regeling gehonoreerd.
Artikelen
Artikel 1 definities
Ten behoeve van de leesbaarheid is een aantal begripsomschrijvingen
opgenomen.
Artikel 2 doel
Bij vertrekkende vluchten die gebruik maken van de Spijkerboor uitvliegroute
vanaf de Kaagbaan (baan 24) maken vliegtuigen een bocht tussen Nieuw-
Vennep en Hoofddorp. In de huidige situatie snijden sommige vliegtuigen de
bocht af terwijl andere vliegtuigen de bocht te ruim nemen. Er wordt dan o.a.
over Nieuw-Vennep, Zwaanshoek en/of Hoofddorp gevlogen, hetgeen bijdraagt
aan de geluidhinder op deze plaatsen.
Met het experiment wordt onderzocht of de hinder in deze gebieden per saldo
afneemt als vliegtuigen de bocht preciezer vliegen. De bocht wordt daarmee
10
namelijk meer geconcentreerd boven het dunbevolkte gebied tussen Hoofddorp
en Nieuw-Vennep in.
Dit experiment heeft betrekking op alle Boeing 737 vliegtuigen van de
KLM omdat deze uitgerust zijn met de apparatuur die nodig is om de bocht
nauw
keuriger te vliegen. Dit is circa 35% van het totaal van de vertrekkende
vluchten vanaf de Kaagbaan die de Spijkerboorroute volgen.
Onderstaande figuren maken dit inzichtelijk. Figuur 1 geeft de huidige situatie
weer. Figuur 2 geeft de situatie tijdens het experiment weer. Ook is handha-
vingspunt 4 op dit kaartje (indicatief) aangegeven. Beide figuren zijn indicatief
en ter illustratie.
Figuur 1 Schets huidige situatie en pilot situatie
4 4
Artikel 3 grenswaarden
In dit artikel worden de vervangende grenswaarden vanwege het experiment
voor de etmaalperiode (Lden) en de nacht (Lnight) vastgesteld.
Deze vervangende grenswaarden zijn nodig om het experiment uit te kunnen
voeren. De verwachting is dat de totale hinderbeleving van geluid echter
afneemt doordat vliegtuigen over dunbevolkt gebied vliegen. De vervangende
grenswaarden hebben alleen tot doel de uitvoering van het experiment te
accommoderen en beogen niet de capaciteit van de luchthaven te doen toe- of
afnemen.
Ook de grenswaarden voor het Totale Volume van de Geluidbelasting (TVG)
blijven ongewijzigd van kracht. Dit geldt ook voor de grenswaarden in het LVB
die betrekking hebben op het externe veiligheidsrisico.
Artikel 4 uitvoering
De vliegtuigen die deelnemen aan dit experiment zijn uitgerust met apparatuur
die geschikt is voor het precies vliegen van bochten. Er is onderzoek gedaan naar
een aantal mogelijke bochten die speciaal voor dit experiment zijn ontworpen.
Hieruit is één bocht (alternatief 3) gekozen om in het experiment uit te voeren.
De reden hiervoor is dat deze bocht veilig is en goed vliegbaar is waardoor naar
11
verwachting de hinderbeleving ten opzichte van de huidige situatie afneemt.
De aan het experiment deelnemende vliegtuigen die in zuidwestelijke richting
vanaf de Kaagbaan vertrekken via de Spijkerboor uitvliegroute zullen van deze
bocht tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep gebruik maken.
Artikel 5 gevolgen
Een gevolg van een hogere concentratie van vluchten over een bepaald gebied
is dat in dat gebied meer geluidhinder kan ontstaan binnen een smallere
bandbreedte. De bedoeling van het experiment is dat de toename van geluid-
hinder met name optreedt in dunbevolkt gebied, zodat uiteindelijk minder
mensen hinder ondervinden.
Naar verwachting neemt dichtbij de luchthaven (58 dB(A)-Lden contour) het
aantal gehinderde woningen (enigszins, ± 35 woningen) af als gevolg van het
experiment. Het aantal ernstig gehinderden in een groter gebied rond de lucht-
haven (48 dB(A)-Lden contour) neemt naar verwachting (enigszins, ± 45 gehin-
derden) toe als gevolg van een smallere spreiding voor de gehele vliegroute.
Voor woongebieden recht onder de route neemt dan de geluidbelasting toe.
Naar verwachting zal het aantal gehinderde woningen dat binnen de 48 dB(A)-
Lnight ligt (enigszins, ±100 woningen) afnemen. Ook het aantal ernstig gehin-
derden binnen de 40 dB(A)- Lnight contour zal (enigszins, ±80) naar verwachting
afnemen. De toe- en afnames van gehinderde woningen, gehinderden en slaap-
verstoorden zijn beperkt (+/- 1%).
De eventuele ruimtelijke gevolgen van het experiment zijn niet onderzocht.
Artikel 6 evaluatie
Op basis van de evaluatie van het experiment wordt besloten of het experiment
zal leiden tot een aanpassing van het LVB. In dit artikel wordt aangegeven welke
criteria hiervoor van belang zijn. Deze evaluatie wordt, inclusief het standpunt
van de Minister van VenW en de Minister van VROM, vóór het aflopen van het
experiment aan de Tweede Kamer verzonden.
Artikel 7 onvoorziene gevallen
In dit artikel wordt aangegeven hoe in onvoorziene gevallen, met uitzondering
van veiligheid, het experiment kan worden bijgestuurd, opgeschort of stopgezet.
Omdat dit experiment door CROS is aangevraagd zal de CROS bij onvoorziene
gevallen de beide ministers hierover adviseren.
Artikel 8 termijn experiment
De termijn voor het experiment betreft de periode vanaf 22 november 2007
tot en met 31 oktober 2008. Met ingang van 1 november 2008 zijn de grens-
waarden zoals vermeld in bijlage 2 van het dan geldende LVB weer van kracht.
Dit behalve indien er sprake is van verlenging of omzetting van het experiment
in een definitieve aanpassing van het LVB. In dat geval kan bij ministeriële
regeling de termijn van het experiment worden verlengd tot de aanpassing van
het LVB in werking treedt.
De Minister van Verkeer en Waterstaat
Camiel Eurlings
12
Ontwerp
Regeling experiment tijdelijke aanpassing
gebruik nachtelijke vertrekroutes vanaf Polderbaan
14
De Minster van Verkeer en Waterstaat, handelende in overeenstemming met de
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.,
Gelet op artikel 8.23a, eerste lid, van de Wet luchtvaart;
Besluit:
Artikel 1 definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. LVB: het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol;
b. het experiment: het experiment tijdelijke aanpassing gebruik nachtelijke vertrek-
routes vanaf Polderbaan;
c. gebruiksjaar 2008: de periode van 1 november 2007 tot en met
31 oktober 2008;
d. CROS: Commissie regionaal overleg luchthaven Schiphol;
e. KLM: Koninklijke Luchtvaart Maatschappij;
f. LVNL: Luchtverkeersleiding Nederland;
g. Schiphol: N.V. Luchthaven Schiphol.
Artikel 2 doel
Het experiment beoogt gedurende het gebruiksjaar 2008 te onderzoeken of
door de nachtelijke vertrekroutes vanaf de Polderbaan ook tussen 6:00 uur en
6:45 uur te vliegen, het aantal ernstig slaapverstoorden en het aantal ernstig
gehinderden tussen 6:00 uur en 6:45 uur per saldo afneemt.
Artikel 3 luchtverkeerwegen
1. In plaats van de tijdaanduiding van 06.00 uur tot 23.00 uur in bijlage 1, kaart
19/21 van het LVB geldt voor de duur van het experiment de tijdaanduiding van
06.45 uur tot 23.00 uur.
2. In plaats van de tijdaanduiding van 23.00 uur tot 6.00 uur in bijlage 1, kaart
20/21 van het LVB geldt voor de duur van het experiment de tijdaanduiding van
23.00 uur tot 06.45 uur.
Artikel 4 grenswaarden
1. In plaats van de grenswaarden, genoemd in bijlage 2 van het LVB, gelden voor
het gebruiksjaar voor de in de onderstaande tabel genoemde handhavings-
punten, de volgende grenswaarden:
15
Grenswaarden handhavingspunten Lden
Maximum grenswaarde
Puntnummer X-coördinaat Y-coördinaat Grenswaarde in geval van buitengewone
weersomstandigheden
6 109.675 481.125 57,39 ( 58,39 )
7 107.625 486.025 57,62 ( 58,62 )
8 107.725 489.075 58,55 ( 59,55 )
9 107.725 492.100 57,13 ( 58,13 )
10 108.525 495.350 59,17 ( 60,17 )
11 109.175 498.100 59,00 ( 60,00 )
12 109.550 500.725 58,70 ( 59,70 )
13 110.250 503.025 57,75 ( 58,75 )
14 110.775 500.550 57,10 ( 58,10 )
15 110.575 496.725 58,06 ( 59,06 )
16 111.750 491.425 56,98 ( 57,98 )
17 111.825 487.425 57,11 ( 58,11 )
18 111.950 485.275 61,21 ( 62,21 )
19 113.625 482.275 53,83 ( 54,83 )
20 116.175 481.925 57,68 ( 58,68 )
21 119.050 481.900 57,52 ( 58,52 )
22 122.025 481.450 57,57 ( 58,57 )
23 118.800 481.050 56,76 ( 57,76 )
24 114.525 476.925 57,57 ( 58,57 )
25 116.100 474.050 57,92 ( 58,92 )
26 113.575 472.550 55,40 ( 56,40 )
27 112.500 468.500 56,44 ( 57,44 )
28 112.600 472.325 55,48 ( 56,48 )
29 112.525 475.400 57,04 ( 58,04 )
33 106.800 471.150 56,27 ( 57,27 )
2. In plaats van de grenswaarden, genoemd in bijlage 3 van het LVB, gelden voor
het gebruiksjaar voor de in de onderstaande tabel genoemde handhavings-
punten, de volgende grenswaarden:
16
Grenswaarden handhavingspunten Lnight
Maximum grenswaarde
Puntnummer X-coördinaat Y-coördinaat Grenswaarde in geval van buitengewone
weersomstandigheden
2 104.150 474.925 50,28 ( 51,28 )
3 105.750 476.600 47,52 ( 48,52 )
4 108.875 478.725 47,66 ( 48,66 )
52,03
6 108.350 492.100 ( 53,03 )
50,38
7 108.525 495.350 ( 51,38 )
49,05
8 109.275 501.750 ( 50,05 )
47,32
9 109.675 504.850 ( 48,32 )
48,04
10 110.825 504.425 ( 49,04 )
49,09
11 110.775 500.550 ( 50,09 )
50,17
12 110.575 496.725 ( 51,17 )
50,27
13 110.600 494.400 ( 51,27 )
52,43
14 110.175 488.550 ( 53,43 )
52,41
15 118.825 481.650 ( 53,41 )
51,33
16 120.250 481.500 ( 52,33 )
52,38
17 118.825 481.350 ( 53,38 )
47,48
18 111.000 476.350 ( 48,48 )
45,97
20 110.750 471.600 ( 46,97 )
43,40
21 115.875 468.125 ( 44,40 )
44,51
22 111.800 467.525 ( 45,51 )
46,07
23 109.500 468.025 ( 47,07 )
Artikel 5 uitvoering
Het experiment houdt in dat straalvliegtuigen die vanaf de Polderbaan
vertrekken de luchtverkeerwegen zoals voor de periode van 23.00 uur tot 06.00
uur vastgelegd in het LVB ook tussen 6:00 uur en 6:45 uur gebruiken.
Artikel 6 gevolgen
Als gevolg van het experiment vindt er een geografische verschuiving plaats van
geluidbelasting. Naar verwachting zal het aantal ernstig slaapverstoorden en het
aantal ernstig gehinderden in het onderzoeksgebied per saldo afnemen.
Gedurende het experiment zullen de effecten regelmatig worden gemonitord.
17
Artikel 7 criteria
De criteria die onderdeel vormen van de afweging en de beoordeling of het
experiment leidt tot aanpassing van het LVB zijn:
· het effect op de hinder in het onderzoeksgebied, het effect op de berekende
geluidbelasting in de betreffende handhavingspunten en de geluidbelasting in
het binnen- en buitengebied;
·het effect op de interne en externe veiligheid;
·het effect op de vliegoperatie (betrouwbaarheid en capaciteit);
·het effect op ruimtelijke contouren zoals vastgelegd in het
Luchthavenindelingbesluit Schiphol.
Artikel 8 onvoorziene gevallen
In onvoorziene gevallen kunnen op advies van belanghebbenden de Minister
van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
ordening en Milieubeheer overgaan tot bijsturen, opschorten of vroegtijdig
stopzetten van het experiment.
Artikel 9 termijn experiment
De termijn van het experiment betreft de periode vanaf 21 december 2007 tot
en met 31 oktober 2008.
Artikel 10 inwerkingtreding regeling
Deze regeling treedt in werking met ingang van 21 december 2007.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Verkeer en Waterstaat.
Camiel Eurlings
18
Toelichting
Ontwerp
Regeling experiment tijdelijke aanpassing
gebruik nachtelijke vertrekroutes vanaf Polderbaan
19
20
Algemeen
In 2006 heeft het kabinet een evaluatie uitgevoerd naar het Schipholbeleid.
Tijdens de evaluatie van het Schipholbeleid is een ieder in de gelegenheid
gesteld om voorstellen voor verbetering van het Schipholbeleid in te dienen.
De Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) heeft tijdens de
evaluatie een verbetervoorstel ingediend dat erop gericht was om mogelijke
verbeteringen van beleid eerst voor een bepaalde periode in de praktijk uit te
testen voordat deze in regelgeving worden vastgelegd.
Naar aanleiding van dit verbetervoorstel van de CROS is aan de Wet luchtvaart
een nieuw artikel toegevoegd (artikel 8.23a) waarmee een experimenteermoge-
lijkheid voor Schiphol is gecreëerd. Doel van deze experimenteermogelijkheid is
om maatregelen die mogelijk tot minder geluidhinder voor omwonenden rond
Schiphol leiden eerst in de praktijk uit te testen (experimenteren) voordat deze in
regelgeving worden vastgelegd. De essentie van dit wetsartikel is dat, onder een
aantal randvoorwaarden, tijdelijk kan worden afgeweken van een aantal in het
Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) gestelde voorschriften. Het kan daarbij
gaan om afwijkingen van baan- en routegebruik of vervangende grenswaarden
voor de geluidbelasting. Wanneer uit een experiment blijkt dat een maatregel
effectief is, dan kan besloten worden dat de betreffende maatregel alsnog in de
regelgeving wordt vastgelegd.
In december 2006 is het zogenoemde `Alders-overleg' ingesteld, het overleg
over Schiphol en de regio, door de toenmalige Staatssecretarissen van Verkeer
en Waterstaat (VenW) en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
(VROM). De deelnemers aan dit overleg zijn Schiphol, Luchtverkeersleiding
Nederland (LVNL), KLM, betrokken bestuurders van gemeenten en provincies
verenigd in de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS), bewonersvertegenwoordigers,
het Ministerie van VenW en het Ministerie van VROM.
Dit overleg heeft advies uitgebracht over de mogelijkheden om in de periode
tot 2010 de milieuruimte van de luchthaven beter te benutten in combinatie
met hinderbeperkende maatregelen en maatregelen die de leefbaarheid bevor-
deren. Het Alders-overleg heeft geadviseerd tot aanpassing van (Kamerstukken
II 2006/07, 29 665, nr. 48) van het LVB. Hiermee wordt een groei mogelijk
gemaakt tot 480.000 vliegtuigbewegingen en uitvoering van de afspraken die in
het convenant hinderbeperking en het convenant leefbaarheid zijn gemaakt. De
aanpassing van het LVB (Kamerstukken II 2006/07, 29 665, nr. 67) wordt naar
verwachting begin 2008 van kracht.
In het convenant hinderbeperking zijn maatregelen vastgelegd die als doel
hebben de geluidhinder van het vliegverkeer voor omwonenden te beperken.
Partijen die het convenant hebben ondertekend zijn VenW, VROM, LVNL,
KLM, Provincie Noord-Holland, Schiphol en de gemeenten Haarlemmermeer,
Amsterdam en Amstelveen.
Op basis van de te verwachten effecten van de verschillende maatregelen
hebben de BRS en CROS een prioritering van de maatregelen vastgesteld.
De maatregelen waarvan het verwachte effect het grootst is zullen als eerste
worden uitgevoerd. Voor een aantal van deze maatregelen geldt dat een tijde-
lijke afwijking verwacht wordt van de in het LVB vastgelegde grenswaarden voor
geluid in de handhavingspunten of de hierin vastgelegde luchtverkeerwegen.
Deze maatregelen worden gezien als experiment zoals bedoeld in artikel 8.23a
21
van de Wet luchtvaart. Voor deze experimenten kunnen door middel van een
ministeriële regeling vervangende grenswaarden vastgesteld worden of kan een
vrijstelling met betrekking tot het routegebruik worden verleend.
Het gaat hierbij om de volgende experimenten:
·Het concentreren van de uitvliegroute vanaf de Kaagbaan ter hoogte van
Hoofddorp/Nieuw-Vennep (Spijkerboor).
·Het gebruik van de nachtelijke vertrekroutes vanaf de Polderbaan van
06:00 tot 06:45.
·Optimalisatie van de uitvliegroute van de Polderbaan ter hoogte van
IJmond (BERGI)
·Aanpassing van de uitvliegroute vanaf de Polderbaan ter hoogte van
Amsterdam West (LEKKO/LOPIK).
·Periodiek wisselend baangebruik in Noordelijke en Zuidelijke richting.
·Optimalisatie van de uitvliegroutes van de Buitenveldertbaan ter hoogte van
IJmuiden (GORLO route).
·Optimalisatie van de uitvliegroutes van de Kaagbaan ter hoogte van
IJmeer (ANDIK route).
·Optimalisatie van de uitvliegroutes van de Oostbaan ter hoogte van
Abcoude (ANDIK en ARNHEM).
·Optimalisatie divergent parallel starten.
Deze ministeriële regeling heeft betrekking op het tweede genoemde
experiment waarbij de nachtelijke vertrekroutes vanaf de Polderbaan worden
verlengd van 06.00 uur tot 06.45 uur.
Dit experiment en het experiment Concentreren uitvliegroute Spijkerboor (vanaf
de Kaagbaan) zijn de eerste experimenten die gestart worden en deze vinden
voor het grootste deel gelijktijdig plaats. Er vindt naar verwachting geen inter-
ferentie tussen deze experimenten plaats.
Uit de aanvraag van de sectorpartijen (Schiphol, KLM en LVNL) en de onder-
bouwing bij deze aanvraag blijkt dat, om dit experiment te kunnen uitvoeren,
vervangende grenswaarden nodig zijn in diverse handhavingspunten voor
Lden en Lnight (zie artikel 4 van deze regeling) en dat de luchtverkeerwegen van
de Polderbaan zoals in het LVB vastgelegd voor de nacht tot 06.45 gevlogen
moeten kunnen worden. Dit brengt tevens een verschuiving van de periode voor
de dag mee.
Het verzoek van de luchtvaartpartijen om een experiment op basis van artikel
8.23a van de Wet luchtvaart uit te voeren wordt met deze ministeriële regeling
gehonoreerd.
Artikelen
Artikel 1 definities
Ten behoeve van de leesbaarheid is een aantal begripsomschrijvingen opgenomen.
Artikel 2 doel
In dit artikel is het doel van het experiment vastgelegd. Het experiment heeft
tot doel te onderzoeken of door het langer in de ochtend gebruikmaken van de
nachtelijke vertrekroutes het aantal ernstig slaapverstoorden en ernstig gehin-
derden afneemt (zie toelichting op artikel 5 voor de verwachte gevolgen).
22
Artikel 3 luchtverkeerwegen
In dit artikel wordt de tijdaanduiding op de kaarten 19/20 en 20/21 van bijlage
1 van het LVB aangepast in verband met de tijdelijke verlenging van de nacht-
periode.
Artikel 4 grenswaarden
In dit artikel worden de vervangende grenswaarden vanwege het experiment
voor de etmaalperiode (Lden) en de nachtperiode (Lnight) vastgesteld. Deze
vervangende grenswaarden zijn nodig om het experiment uit te kunnen voeren.
Doordat de nachtelijke vertrekroutes vanaf de Polderbaan verschillen van de
dagroutes zal er een geografische verschuiving plaatsvinden van de geluidbe-
lasting. Dit betekent dat in een aantal handhavingspunten de geluidsbelasting
zal toenemen en hoger zal liggen dan de grenswaarden uit het LVB en in andere
handhavingspunten de geluidsbelasting zal afnemen.
De vervangende grenswaarden hebben alleen tot doel de uitvoering van het
experiment te accommoderen en beogen niet de capaciteit van de luchthaven te
doen toe- of afnemen.
De grenswaarden in de laatst in werking getreden ministeriële regeling zijn het
meest actueel.
De grenswaarden voor het Totale Volume van de Geluidbelasting (TVG) blijven
ongewijzigd van kracht. Dit geldt ook voor de grenswaarden in het LVB die
betrekking hebben op het externe veiligheidsrisico.
In het artikel worden in twee tabellen de vervangende grenswaarden van de
handhavingspunten weergegeven.
Artikel 5 uitvoering
Het experiment houdt in dat de nachtelijke vertrekroutes vanaf de Polderbaan
ook tussen 6:00 uur en 6:45 uur worden gevlogen. Dit geldt voor alle vertrek-
kende straalvliegtuigen vanaf de Polderbaan tussen 6:00 uur en 6:45 uur.
De nachtelijke vertrekroutes zijn vastgelegd in het LVB. Hierna worden de lucht-
verkeerwegen voor de dag en de nacht weergegeven.
23
Figuur 1 Luchtverkeerwegen voor de dag zoals opgenomen in het LVB
24
Figuur 2 Luchtverkeerwegen voor de nacht zoals opgenomen in het LVB
25
Artikel 6 gevolgen
Langer gebruiken van de nachtelijke vertrekroutes vanaf de Polderbaan heeft
tot gevolg dat er een geografische verschuiving van de geluidshinder plaats-
vindt. In het ene gebied zal, naar verwachting, het aantal ernstig gehinderden
en het aantal slaapverstoorden toenemen en in het andere gebied afnemen. De
bedoeling van het experiment is dat het aantal ernstig gehinderden en het aantal
ernstig slaapverstoorden per saldo afneemt, zodat uiteindelijk minder mensen
hinder ondervinden.
Per saldo betekent dit dat er, naar verwachting, als gevolg van het experiment
ongeveer 8.000 minder ernstig gehinderden en 2.400 minder ernstig slaapver-
stoorden zullen zijn.
Het aantal ernstig slaapverstoorden in met name Amsterdam-West zal naar
verwachting afnemen. Het aantal ernstig gehinderden in met name Amsterdam,
Amsterdam Zuid-Oost, Amstelveen, Mijdrecht, Ouderkerk a/d Amstel, IJmuiden,
Uithoorn, Weesp, Wormer, Koog a/d Zaan, Wormerveer, Westzaan, Wijk aan
Zee, Zaandam en Zaandijk zal naar verwachting eveneens afnemen.
Het aantal ernstig slaapverstoorden en ernstig gehinderden in met name
Akersloot, De Rijp, Graft, Heemskerk, Uitgeest, Velserbroek en Krommenie zal
daarentegen naar verwachting toenemen.
De eventuele ruimtelijke gevolgen van het experiment zijn niet onderzocht.
Artikel 7 criteria
Op basis van de evaluatie van het experiment wordt besloten of het experiment
in zal leiden tot een aanpassing van het LVB. In dit artikel wordt aangegeven
welke criteria hiervoor van belang zijn. Deze evaluatie wordt, inclusief het
standpunt van de Minister van VenW en de Minister van VROM, vóór het
aflopen van het experiment aan de Tweede Kamer verzonden.
Artikel 8 onvoorziene gevallen
In dit artikel wordt aangegeven hoe bij onvoorziene gevallen, met uitzondering
van veiligheid, het experiment kan worden bijgestuurd, opgeschort of stopgezet.
Omdat dit experiment door de luchtvaartpartijen is aangevraagd als onderdeel
van de uitvoering van het convenant hinderbeperkende maatregelen korte
termijn dat in het Aldersoverleg tot stand is gekomen zal het Aldersoverleg bij
onvoorziene gevallen de ministers hierover adviseren.
Artikel 9 termijn experiment
De termijn voor het experiment betreft de periode vanaf 21 december 2007 tot
en met 31 oktober 2008. Vanaf 1 november 2008 zijn de grenswaarden zoals
vermeld in bijlage 2 van het dan geldende LVB weer van kracht. Dit behalve
indien er sprake is van verlenging of omzetting van het experiment in een defini-
tieve aanpassing van het LVB. In dat geval kan bij ministeriële regeling de termijn
van het experiment worden verlengd tot de aanpassing van het LVB in werking
treedt.
De Minister van Verkeer en Waterstaat
Camiel Eurlings
26
27
Colofon
oktober 2007
De ontwerp regeling experimenten uitvliegroutes Polderbaan
is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
Directoraat-Generaal Transport en Luchtvaart.
Vormgeving Mijs Cartografie en Vormgeving, Rotterdam
Drukwerk Repro SSO, Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Bestellen Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
afdeling Publieksvoorlichting
telefoon: 070 - 351 7086
28
Ministerie van Verkeer en Waterstaat