Boeren beleven mestregels anders dan
beleidsmakers verwachten (persbericht)
18 okt 2007
Onderdeel: LEI
Ondernemers zien mestbeleid niet als iets wat op zichzelf staat, maar
als een stukje van het totaal aan factoren waar het bedrijf mee te
maken heeft. Beleidsmakers hebben de neiging het mestbeleid meer
geïsoleerd te bekijken, en zij verwachten dan ook te snel dat een
ondernemer op afzonderlijke maatregelen reageert, min of meer los van
de specifieke bedrijfssituatie. Agrarische ondernemers hebben
bovendien een gevarieerder beeld van duurzame landbouw en de rol van
het mestbeleid dan beleidsmakers. Het draagvlak voor het mestbeleid
kon bij ondernemers wel eens groter zijn dan beleidsmakers verwachten.
Tegelijkertijd dreigt dit draagvlak te worden ondermijnd door de
details van de regelgeving. Die conclusie trekken onderzoekers van
Wageningen UR uit workshops en gesprekken met ondernemers,
beleidsmakers en sectorvertegenwoordigers over de beeldvorming rond
het mestbeleid en de gevolgen van die uiteenlopende beelden voor de
praktijk. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie
van LNV in het kader van de Evaluatie Meststoffenwet 2007.
Het effect van een wet of een bepaalde maatregel hangt af van de
manier waarop een ondernemer naar die maatregel kijkt, hoe hij deze
interpreteert en wat voor consequenties hij eraan verbindt. Dit proces
van betekenisgeving is geen individueel gebeuren, maar voltrekt zich
in het sociale netwerk waar de ondernemer deel van uitmaakt. De
netwerken op het gebied van het mestbeleid zijn echter gefragmenteerd;
ze vallen uiteen in een groot aantal kleine kringetjes. Juist in deze
betrekkelijk gesloten kringetjes krijgt de ondernemer informatie van
collega's en bereidt hij zijn besluiten met adviseurs voor. Opvallend
is dat beleidsmakers weinig contact hebben met de partijen binnen deze
kringen en dus weinig invloed hebben op het besluitvormingsproces van
de boer. Hierdoor zijn beleidsmakers nauwelijks betrokken bij de
interpretatie en toepassing van de regels. Ook horen ze te weinig over
de ervaringen die individuele ondernemers in hun bedrijfssituatie
hebben met regelgeving. Daarbij komt dat beleidsmakers zich wel
realiseren dat er verschillen zijn tussen bedrijven, maar ze achten
maatwerk op dit moment nog niet mogelijk omdat het botst met
EU-voorschriften, gelijkheidsprincipes en controleerbaarheid.
De gebrekkige aansluiting op de ervaringen van ondernemers in
uiteenlopende bedrijfssituaties leidt tot een kloof tussen het
mestbeleid en de praktische uitvoering van de regels. Ondernemers en
adviseurs zouden graag met LNV in gesprek gaan om deze kloof te
overbruggen.
Uit de gesprekken kwam ook naar voren dat het draagvlak voor het
mestbeleid onder ondernemers waarschijnlijk groter is dan
beleidsmakers en sectorvertegenwoordigers verwachten. Het
mestvraagstuk wordt erkend en de milieudoelen worden gerespecteerd.
Tegelijkertijd dreigt dit draagvlak te worden ondermijnd door de
details van de regelgeving. Dit komt omdat de huidige regelgeving in
de ogen van ondernemers doorschiet in complexiteit, vaak krom is,
averechts werkt op sommige milieudoelen, en de milieuzorg verengt tot
het kloppend krijgen van de boeken.
De onderzoekers besluiten hun rapport met een aantal aanbevelingen,
onder meer om gesprekken te organiseren tussen ondernemers, adviseurs
en beleidsmakers, waardoor
er meer onderling begrip en terugkoppeling kan ontstaan. De
beleidsmakers wordt geadviseerd om het mestbeleid minder geïsoleerd
te beschouwen. En
ondernemers, beleidsmakers en andere partijen in het netwerk zouden
samen aan andere probleemdefinities en daarmee samenhangende
oplossingen en innovaties kunnen werken. Bijvoorbeeld aan ideeën voor
combinaties van mest met energieproductie, die nu moeilijk van de
grond komen.
Â
Rapport 3.07.07 Omgaan met mest; betekenisgeving aan landbouw, milieu
en mestregelgeving
Contact
Floor Geerling-Eiff
floor.geerling-eiff@wur.nl
LEI