Kamervragen Vendrik over zorgzwaartepakketten
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-K-U 2802305
17 oktober 2007
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het
Kamerlid Vendrik over zorgzwaartepakketten (2070800410).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht `Zzp-systematiek deugt niet'? 1)
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de conclusie dat de 54 vragen van de
zorgzwaartepakketten-score te veel op elkaar lijken en dat er zo
twintig weggelaten kunnen worden?
Antwoord 2
Het onderzoek waarnaar het bericht in Zorgvisie verwijst heeft zich
beperkt tot 122 cliënten die verblijven in een verpleeg- en
verzorgingshuis. Het zorgzwaartescoreprogramma zoals ontwikkeld in
opdracht van het ministerie van VWS is gemaakt voor alle cliënten in
de langdurige zorg. Niet alleen cliënten met een somatische of
psycho-geriatrische aandoening, maar ook cliënten met een
verstandelijke beperking, lichamelijke beperking of cliënten met
psychiatrische problemen. De zorgzwaartescorelijst bevat vragen voor
al deze cliënten. Het is een instrument dat `AWBZ-breed' wordt
toegepast. Dat is de uitdrukkelijke bedoeling.
Het verbaast mij dus niet dat een aantal vragen voor mensen met als
grondslag somatiek of psycho-geriatrie minder van toepassing zijn.
Veelal kunnen deze vragen voor deze groep mensen dan ook snel worden
beantwoord.
De onderzoekers die worden geciteerd in het bericht hebben zich
voornamelijk geconcentreerd op de vragenlijst. Het ontwikkelde
zorgzwaartescoreprogramma is meer dan een vragenlijst. De antwoorden
op de verschillende vragen worden via zogenoemde algoritmes gewogen.
Sommige vragen hebben een zwaarder gewicht dan anderen. Door deze
weging ontstaat een totaalsom van de beperkingen van de cliënt en deze
totaalsom verbindt een cliënt met één van de zorgzwaartepakketten. In
het geval van de verpleging&verzorging één van de tien
zorgzwaartepakketten. Door te werken met deze weegfactoren en een
totaalsom, is de kans klein dat een vergissing in de beantwoording
leidt tot een volledig verkeerde inschatting van de zorgzwaarte van de
cliënt. Uit statistische analyses van deze somscores gedurende
verschillende fases in de ontwikkeling van het instrument blijkt dat
sprake is van een hoge mate van betrouwbaarheid. Het derde aspect is
dat het zorgzwaartescoreprogramma een advies geeft aan de invuller
over het meest passende zorgzwaartepakket. Van dat advies kan men
afwijken als er gegronde redenen zijn om de cliënt te verbinden aan
een ander, beter passend zorgzwaartepakket. Het programma is ter
ondersteuning. Het is niet de bedoeling dat de gebruiker z'n eigen
beoordelingsvermogen uitsluit. De professionele beoordeling van de
indicatiesteller weegt sterk mee.
Deze aspecten van het programma - gebruik voor andere doelgroepen dan
verpleeg- en verzorgingshuiscliënten, werking van de algoritmes en het
beslisondersteunende karakter - is niet door de onderzoekers die in
het bericht worden geciteerd beoordeeld.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de conclusie dat de uitkomsten gemakkelijk te
manipuleren zijn en dat de vragen zo beantwoord kunnen worden dat er
zo veel mogelijk geld van het zorgkantoor wordt verkregen?
Antwoord 3
Zoals ik hiervoor al aangaf is het programma een hulpmiddel voor het
kunnen bepalen van de zorgzwaarte van de cliënt. De ontwikkelde
systematiek (vragenlijst, algoritmes en adviesopvolging) is sinds 2004
uitvoerig getest en aan de praktijk getoetst. Er is dus niet over één
nacht ijs gegaan. Sinds 1 juli 2007 maakt het CIZ gebruik van dit
hulpinstrument bij de indicatiestelling van mensen die aanspraak maken
op een volledig pakket zorg in de vorm van een zorgzwaartepakket. Door
uitgebreide instructies zijn alle medewerkers van het CIZ opgeleid met
dit systeem te werken. Daarbij is de doelstelling dat alle medewerkers
van het CIZ op een gelijke wijze komen tot een inschatting van de
zorgzwaarte van een cliënt.
Uw vraag doelt op het gebruik van dit instrument door zorgaanbieders.
In de periode november 2006-januari 2007 hebben alle zorginstellingen
in Nederland die verblijfszorg bieden alle cliënten (255.000 mensen)
met het zorgzwaartescoreprogramma verbonden aan een zorgzwaartepakket.
Deze opgave van de zorgzwaarte van cliënten is een belangrijke stap
richting invoering van zorgzwaartebekostiging. Ik heb daarbij
vertrouwd op de professionaliteit van de zorgverleners. Tegelijk vond
ik het nodig om deze opgaves steeksproefgewijs te controleren door het
CIZ om mogelijke `up coding' op het spoor te komen. Inmiddels is deze
controle afgerond. De resultaten daarvan zal ik u melden in de derde
voortgangsrapportage zorgzwaartebekostiging van dit jaar. Deze
ontvangt u tijdig voorafgaand aan het AO zorgzwaartebekostiging op 30
oktober 2007. Vooruitlopend op deze rapportage kan ik u alvast melden
dat het CIZ in circa één derde van de gecontroleerde gevallen afwijkt
van de inschatting van de zorgverlener. Merendeels komt de CIZ
medewerker uit op een iets lager zorgzwaartepakket, maar ook komt het
voor dat het CIZ kiest voor een iets hoger pakket. Na overleg tussen
CIZ en zorgaanbieder blijkt dat in 96% van de gevallen de
zorgaanbieder het eens is met het CIZ.
Vraag 4
Wat vindt u van de stelling dat de systemen van
zorgzwaartefinanciering in de Verenigde Staten, Canada, Finland en
Zwitserland beter werken? Heeft u kennisgenomen van deze
financieringssystemen, alvorens te komen tot het huidige systeem van
zorgzwaartepakketten? Zo ja, wat is de reden dat er in Nederland is
gekozen voor een ander systeem? Zo neen, bent u bereid daar alsnog
onderzoek naar te doen?
Antwoord 4
De zorgzwaartebekostiging is ontwikkeld voor de Nederlandse zorg en de
structuur waarin deze zorg wordt geleverd. Onder meer betekent dit dat
de beoordeling van de vraag of een persoon aanspraak heeft op
AWBZ-zorg gebeurt door een onafhankelijke, objectieve partij, i.c. het
CIZ. Bij de ontwikkeling van de zorgzwaartescorelijst is derhalve
aangesloten op de AWBZ-brede en internationaal bekende
ICIDH-systematiek die door het CIZ wordt gehanteerd. De auteurs van
genoemd onderzoeksartikel suggereren een werkwijze waarin de
zorgaanbieder (en dus niet een onafhankelijke instantie) een
dergelijke beoordeling doet. Ik vind dat een interessante aanpak, maar
vooralsnog hou ik vast aan een onafhankelijke indicatiestelling.
Het systeem van zorgzwaartebekostiging is ontwikkeld in samenspraak
met en met steun van alle partijen: zorgaanbieders, cliënten en
zorgkantoren. Dat is een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van
het systeem. Tegelijk moeten we blijven leren van ervaringen in andere
landen en ons voordeel daarmee doen, zodat alle onderdelen van deze
nieuwe systematiek de komende periode geoptimaliseerd kunnen worden.
1) Zorgvisie, 14 september 2007