Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer

Datum Bijlage(n) 5 oktober 2007 - Ons kenmerk Uw kenmerk DGW/RS 2007/1390 - Onderwerp
14e Rijnministerconferentie d.d. 18 oktober 2007 te Bonn

Geachte voorzitter,

Hiermee informeer ik u over de Rijnministersconferentie die gehouden zal worden op 18 oktober 2007 te Bonn.

Inleiding
De 14e vergadering van Ministers verantwoordelijk voor de bescherming van de rivier de Rijn vindt plaats op uitnodiging van de Duitse Milieuminister Sigmar Gabriel. Uitgenodigd zijn de 6 verdragspartijen bij het (herziene) Rijnverdrag 1999 te weten Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Zwitserland en de Europese Gemeenschap, en de overige 3 staten in het stroomgebied van de Rijn: Liechtenstein, Oostenrijk en Wallonië. Aanleiding voor de conferentie is de evaluatie van de eerste fase van het Actieprogramma Hoogwater Rijn (aangenomen tijdens de 12e Rijnministersconferentie op 22 januari 1998 te Rotterdam) en de uitvoering van de EU Kaderrichtlijn Water voor het internationale stroomgebied van de Rijn.

Agenda van de 14e Rijnministersconferentie

1) Verwelkoming door de gastheer, de Duitse minister van Milieu, de heer Gabriel.
2) Reductie van de stofbelasting en verbetering van het ecosysteem.
3) Hoogwaterpreventie, klimaatverandering en gevolgen.
4) Samenwerking.

5) Algemene slotverklaring.

Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171 Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Telefax 070 ­ 351 78 95

bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

DGW/RS 2007/1390

Toelichting

Agendapunt 2) Reductie van de stofbelasting en verbetering van het ecosysteem

Reductie van de stofbelasting is voor Nederland een belangrijk onderdeel, omdat hiermee verdere maatregelen voor het verbeteren van de waterkwaliteit worden afgesproken.

Om de lozingen van verontreinigende stoffen op de Rijn nog verder te verminderen worden een aantal gemeenschappelijke acties afgesproken:
- er wordt een gemeenschappelijke strategie opgesteld ter reductie en voorkoming van diffuse lozing van microverontreinigingen (geneesmiddelen, biociden en gewasbeschermingsmiddelen, hormoonontregelende stoffen) zowel uit bebouwd gebied als uit de landbouw;

- er zal een coördinatie plaatsvinden van de maatregelen om de diffuse lozingen van stikstof uit de landbouw te reduceren om de doelstellingen van bescherming van de zee te bereiken;

- er wordt een integrale strategie opgezet inzake het sedimentmanagement in de Rijn;
- samen met de Centrale Commissie voor de Rijnvaart zal meer voorlichting worden georganiseerd voor binnenvaart over de risico's van onopzettelijk of opzettelijk verlies van verontreinigende stoffen, tevens wordt een oproep gedaan voor de snelle inwerkingtreding van het Scheepsafvalstoffenverdrag uit 1996.
- binnen de EU worden initiatieven ontwikkeld om ervoor te zorgen, dat er op alle relevante beleidsterreinen zoals productontwikkeling (bijvoorbeeld bouwstoffen) in sterkere mate rekening wordt gehouden met de effecten van producten op milieu en het water.
Verder zullen de ministers de integrale Rijnstoffenlijst 2007 vaststellen. Als onderdeel van deze lijst zijn 15 zogenaamde Rijnrelevante stoffen vastgesteld. Voor een aantal van deze stoffen zijn inmiddels volgens de in de KRW vastgelegde methode normen afgeleid.

Het belangrijkste onderwerp binnen het thema verbetering van het ecosysteem is het verder verbeteren van de mogelijkheden voor trekvissen (met de zalm als "voorbeeldsoort") om de rivier op te zwemmen. Nederland heeft reeds een belangrijk deel van haar benodigde inspanningen geleverd op de vispasseerbaarheid (aanleg van drie vistrappen in de Nederrijn in 2001-2004, voorbereiding kierbesluit Haringvlietsluizen en voorbereiding verbetering vispasseerbaarheid Afsluitdijk).

De ministers bekrachtigen hun bereidwilligheid om de passeerbaarheid van de Rijn te herstellen en daarvoor de benodigde middelen uit te trekken. In de Rijnministerconferentie van 1987 is afgesproken, dat de zalm tot aan Bazel moet kunnen komen. Zwitserland heeft bovenstrooms ook al vistrappen gebouwd, zodat de zalm nog verder kan. Frankrijk heeft echter veel moeite met de hoge kosten die zijn verbonden aan het realiseren van de vispasseerbaarheid en ontsluiten van paaigronden en geeft aan onzeker te zijn de nodige maatregelen voor 2015 te realiseren. De Nederlandse delegatie zal mogelijk worden aangesproken op de bijvangst van zalm door beroeps- en sportvissers in de Nederlandse wateren. Op dit moment vindt gedegen onderzoek plaats naar de omvang van deze
---

DGW/RS 2007/1390

bijvangst. Op basis van de resultaten daarvan moet vastgesteld worden of en zo ja welke maatregelen kunnen worden aangekondigd.
Afgezien van de riviercontinuïteit (passeerbaarheid van stuwen voor trekvissen) spreken de ministers ook af, dat ze het programma voor het vergroten van de biodiversiteit langs de Rijn verder zullen voortzetten.

Agendapunt 3) Hoogwaterpreventie, klimaatverandering en gevolgen

In het Actieplan Hoogwater Rijn zijn voor 2005 vier tussendoelen (t.o.v. het einddoel 2020) geformuleerd. Niet alle tussendoelen zijn gehaald, ondanks het feit dat nagenoeg alle maatregelen zijn uitgevoerd

Nederland heeft tot nu toe het standpunt aangehangen dat nu nog niet het moment is om over aanpassing van de doelen te spreken. Er is namelijk nog niet de beschikking over voldoende kwantitatieve informatie om nieuwe, even concrete doelstellingen te kunnen verdedigen. Bovendien vereist de Europese Hoogwaterrichtlijn internationale coördinatie van doelen en maatregelen. Naar aanleiding van die uitwerking kunnen de Rijndoelstellingen nader worden bezien. Tenslotte speelt in de discussie dat het effect van klimaatverandering op de hoogwaterstanden, de noodzaak van extra maatregelen waarschijnlijk groter zal maken.
Met betrekking tot het thema Klimaatverandering en gevolgen stellen de Ministers vast dat de effecten van de klimaatverandering op het gebied van water duidelijk merkbaar zijn. In de toekomst zal het neerslagpatroon veranderen. Ze bekrachtigen dat naast de maatregelen ter reductie van de uitstoot van broeikasgassen op het gebied van waterbeheer adaptatiestrategieën moeten worden ontwikkeld. Daaruit voortvloeiende inzichten kunnen leiden tot aanpassing van het waterbeheer in het Rijnstroomgebied en andere relevante beleidsterreinen (bijvoorbeeld ruimtelijke ordening. Klimaatverandering zal ook de problematiek rond warmtelozingen versterken. Als benedenstrooms land heeft Nederland extra last van de temperatuursverhoging van de Rijn. De mogelijkheden zullen worden onderzocht voor verdere reductie van de warmtelozingen.

Agendapunt 4) Toekomstige samenwerking

De samenwerking is om een aantal redenen belangrijk. Het leidt tot meer consistente, heldere en betere maatregelprogramma's, zorgt voor het effectief en efficiënt omgaan met de beschikbare middelen en zorgt ook voor een stevigere positie van de lidstaten (en dus ook van Nederland) bij de Europese Commissie. Voorbeelden hiervan zijn invulling van begrippen als "onevenredig kostbaar" en argumentaties voor fasering bij de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water.

In de ministersverklaring worden diverse afspraken gemaakt voor het vervolg van het opstellen van de stroomgebiedsbeheerplannen. De Ministers hechten bijzonder belang aan de voortzetting van de bestaande open en vertrouwensvolle samenwerking en benadrukken hun bereidheid om grensoverschrijdende kwesties ook op politiek niveau op korte termijn op te lossen. Ze bevestigen, dat de integrale, internationale
---

DGW/RS 2007/1390

stroomgebiedbenadering consistente doelstellingen vergt die de basis vormen voor coherente op elkaar afgestemde maatregelenprogramma's en geven de Internationale Rijncommissie de opdracht om hiervoor een planning op te stellen. Nederland heeft de wens om doelstellingen en maatregelen in de uitwerking van de Kaderrichtlijn Water, tijdig en uiterlijk voor eind 2008 op elkaar te hebben afgestemd. De afstemming van ambitieniveau en mogelijke fasering en doelverlaging dient dus op stroomgebiedniveau plaats te vinden.

Agendapunt 5) Algemene slotverklaring.

De conferentie zal een algemene politieke verklaring aannemen en een meer gedetailleerd communiqué.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw J.C. Huizinga-Heringa


---