Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Onbeantwoorde vragen AO jacht in Nederland


15 oktober 2007 - kamerstuk

Kamerbrief met antwoorden op vragen vanuit het Algemeen Overleg (AO) over jacht in Nederland. De vragen en antwoorden gaan vooral over de druk- en drijfjacht op wilde zwijnen die op de Veluwe leven.

D i rectie Natuur

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

11 oktober 2007 07-LNV-B-83 DN. 2007/2982 15 oktober 2007

onderwerp bijlagen
Onbeantwoorde vragen AO Jacht in
Nederland

Geachte Voorzitter,
Hierbij beantwoord ik de vragen van de leden Jacobi (PvdA), Van Velzen (SP) en Thieme (PvdD) over Jacht in Nederland.
Jacobi (PvdA)

1 Is het waar dat de één op één drukjacht verstorend werkt? Neen, de methode van één op één drukken is veel minder verstorend dan de drijfjacht. Bij deze methode drijft één drijver de wilde zwijnen naar één geweerdrager. De wilde zwijnen bewegen langzaam en raken daarbij niet in paniek. Door het rustig bewegen van de wilde zwijnen krijgt de schutter de dieren goed voor de loop en kan deze direct een dodelijk schot lossen. Bovendien is op deze wijze selectief afschot mogelijk. Door een hogere efficiëntie is de afschotperiode mogelijk aanzienlijk korter.
2 Zijn er garanties dat de één op één drukjacht het probleem van de overpopulatie wel gaat oplossen?
Garanties zijn niet te geven. Voor de noodzaak verwijs ik echter naar het advies van het Faunafonds.

3 Wat is nu het aantal zwijnen dat momenteel in het gebied zit? Afgelopen zomer (mei en juni) zijn 4500 wilde zwijnen geteld. Thans schat het Faunafonds dat er 6000 wilde zwijnen in het gebied zitten. Het verschil is te verklaren door het feit dat niet alle wilde zwijnen zichtbaar zijn bij tellingen en dat in juli en augustus het bestand verder is gegroeid.


1
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

15 oktober 2007 DN. 2007/2982 2
Van Velzen (SP)

4 Bent u bereid om in overleg met Rijkswaterstaat een of meerdere experimenten te starten met detectiesignalering naast en aantal hoofdwegen? Zo neen, waarom niet? Ja.

5 en 6 Kunt u aangeven hoe er gehandhaafd wordt op illegaal bijvoeren en hoe vaak een proces verbaal is opgemaakt?
Kunt u aangeven waar u de grens legt tussen bijvoeren en het plaatsen van lokvoer? Het is toegestaan om maximaal 175 kg voer per 100 ha aan te wenden als lokvoer ten behoeve van tellingen en afschot. De provincie Gelderland controleert dit. Zie ook mijn brief van 27 november 2006 (29 446 nr. 50).
7 Bent u bereid de adviezen van het SOVON onderzoek op te volgen en de verschillende aanbevelingen voor maatwerk te volgen? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet?
Zie de tussenrapportage evaluatie ganzenopvangbeleid die ik vrijdag 12 oktober aan u heb verstuurd. In deze rapportage informeer ik u over de eerste resultaten van de evaluatie van het ganzenopvangbeleid en komt bovenstaande vraag ook aan bod. 8 Bent u bekend met het feit dat verschillende natuurorganisaties, zoals bijvoorbeeld Natuurmonumenten, aangeven de drukjacht niet nodig te vinden aangezien zij op tijd begonnen zijn met het beheer van hun terreinen? Zo ja, hoe kunt u dan verklaren dat de jagers op de Veluwe niet op tijd zijn begonnen? Bent u bereid om daarover in gesprek te gaan? Zo neen, waarom niet?
Voor de opvatting van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten verwijs ik naar de bijgevoegde brief.
9 Kunt u aangeven wat de handhavingscapaciteit is met betrekking tot jacht in Nederland en wie daarvoor verantwoordelijk is?
De politie is verantwoordelijk voor de handhaving van de regelgeving omtrent de jacht. Voor wat betreft afschot in het kader van beheer en schadebestrijding ligt de handhavingsverantwoordelijkheid bij de provincie. In de provincie Gelderland is 1.0 fte beschikbaar voor handhaving van de Flora- en faunawet. De handhavers voor Natuurbeschermingswet en Boswet, samen 4.0 fte in Gelderland, geven ook meldingen door en dragen zo bij aan de handhaving van de Flora- en faunawet. Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

15 oktober 2007 DN. 2007/2982 3

10 Is het waar dat u de overzomerende ganzen niet op de vrijstellingslijst gaat plaatsen?
Het advies van het Beleidskader Faunabeheer geeft mij aanleiding om dit inderdaad niet te doen.
Thieme (PvdD)

11 In de brief van de minister die wij op 3 oktober ontvingen wordt gesteld dat het advies van het Faunafonds wordt afgewacht en op basis hiervan het besluit wordt genomen. Hoe verhoudt zich dat tot de conclusies van onafhankelijke wetenschappers die stellen dat de drukjacht niet effectief is?
Bent u daadwerkelijk van plan een dergelijk zwaarwegend besluit te baseren op omstreden gegevens van direct belanghebbenden?
Het advies van het Faunafonds is inmiddels beschikbaar en u kent mijn voornemen daaromtrent. Het bestuur van het Faunafonds is ter zake deskundig en bovendien is het advies gebaseerd op gegevens van het Innovatie- en Praktijk Centrum Groene Ruimte. De effectiviteit van de methode van één op één drukken in Nederland zal moeten worden getest; dat zal onder strikte condities moeten en ik zal het Faunafonds vragen dit te monitoren. Uit ervaringsgegevens in Duitsland is deze methode daar in een aantal gevallen effectief gebleken.

12 In de brief van de minister die wij op 3 oktober ontvingen wordt gesteld dat, om de grens tussen drijf- en drukjacht niet te laten vervagen, per 40 ha één jager en één schutter zijn toegestaan. Waar komt deze norm vandaan?
Staatssecretaris Faber stelde in 2001 dat slechts één jager en één schutter zijn toegestaan. In antwoord op kamervragen die wij in maart stelden, stelde de minister nog: "Als op Kroondomein Het Loo wel gebruik gemaakt zou zijn van de één-op-één methode, zouden slechts één geweerdrager en één drijver per circa 1000 ha tegelijkertijd in het terrein actief zijn geweest."
Hoe komt u aan deze uiteenlopende cijfers?
Het Kroondomein is 10.000 ha groot, hoe rijmt u dat met het regeringsstandpunt van één jager per gebied?
Kunt u uitsluiten dat er op een gebied van 40 ha meer dan één jager en één drijver actief zouden kunnen zijn binnen de vergunning?
De norm van 40 ha is gelijk aan de norm die geldt voor een regulier jachtveld. De situatie op Kroondomein Het Loo is vergelijkbaar met de rest van de Veluwe. Alleen is voor de uitvoering van het afschot op Kroondomein Het Loo een beperkt aantal jachtopzieners verantwoordelijk. Dat betekent dat er nooit meer drijvers en schutters tegelijk in het veld aanwezig kunnen zijn dan wat ik u heb gemeld in antwoord op uw vragen. Er is geen regeringsstandpunt van 1 jager per gebied. Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad

15 oktober 2007 DN. 2007/2982 4
Als er geconstateerd wordt dat er meer dan één jager en één drijver per 40 ha actief is, zal daar tegen worden opgetreden.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg