Gemeente Rotterdam

Nr. 178

15 oktober 2007

Rotterdam scoort op Top 100 lijst minister Plasterk

Minister Plasterk heeft vanmiddag zijn TOP 100 van naoorlogs erfgoed bekend gemaakt, waarvoor binnenkort de aanwijzingsprocedure zal worden gestart. Twintig van de honderd objecten op de lijst bevinden zich in Rotterdam. Hiermee voert Rotterdam het nationale lijstje aan.

Met de TOP 100 wordt opnieuw een belangrijke stap gezet in de bescherming van het culturele erfgoed in Rotterdam. Op het lijstje bevinden zich: Huis Ypenhof, de Lijnbaan, de Zuidpleinflat, de Bijenkorf, Huf, de Citrusveiling, het Groothandelsgebouw, het industriegebouw Goudsesingel, de drie banken aan de Blaak en de bank aan de Coolsingel, het Slaakhuis, het Bouwcentrum, Latenstein, Aankomstgebouw HAL, de Luciaschool, Thalia, en het beeld van Zadkine.

Het gaat veelal om 'topstukken' uit de cultuur- en architectuurgeschiedenis van de naoorlogse periode waarin de stad sterk is gegroeid en veranderd. De helft van de gebouwen op deze lijst was tot op heden onbeschermd. Een aantal ervan was al aangewezen als gemeentelijk monument. Deze status vervalt straks met de eventuele aanwijzing als rijksmonument.

Lijnbaanensemble

Zowel de Lijnbaanhoven als de Lijnbaanwinkels staan op de TOP 100 Lijst van minister Plasterk. De gemeente Rotterdam heeft de ambitie om het centrum van Rotterdam te ontwikkelen tot een volwaardig stadshart, een economisch centrum met ruimte voor meer woningen, een grotere diversiteit aan winkels en een hoogwaardige buitenruimte. Deze ambitie is opgenomen in een Stadsvisie die de leidraad zal vormen voor alle grote ontwikkelingen in Rotterdam tot het jaar 2030. Deze Stadsvisie is door het College vastgesteld. In de Stadsvisie wordt het als ontwikkelingskracht benutten van cultureel erfgoed en architectuur benadrukt. Bij de herontwikkeling van de Lijnbaanhoven zijn het zorgvuldig omgaan met de cultuurhistorische waarde van dit Lijnbaanensemble en een goede inbedding in het Lijnbaankwartier dan ook belangrijke randvoorwaarden.

Het college is van mening dat de zorgvuldige aanpak, in samenwerking met de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en monumenten (RACM), voldoende grondslag biedt om de cultuurhistorische waarden van het Lijnbaangebied te beschermen.

Begin dit jaar is de procedure voor de Lijnbaan reeds gestart door de minister. Onderdeel van deze procedure is het horen van de eigenaren en het adviseren door de gemeente aan de minister. Naar aanleiding hiervan en de adviezen van betrokken diensten heeft het college van B&W minister Plasterk negatief geadviseerd op de voorgenomen aanwijzing van de Lijnbaanensemble als rijksmonument.

Noot voor de redactie/

Gemeente Rotterdam