Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over een groep criminele jongeren
die met hulp van de politie een rapnummer heeft gemaakt
15 oktober 2007
Antwoorden van de ministers van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en Justitie op vragen van de leden Wilders, De
Roon en Brinkman (allen PVV) over een groep criminele jongeren die met
hulp van de politie een rapnummer heeft gemaakt. (Ingezonden 11
september 2007)
1. Vraag
Hebt u kennisgenomen van het bericht "Criminele jongeren betuigen
spijt middels rapnummer"? 1)
1)
http://www.rtvnoord.nl/nieuws/index.asp?actie=totaalbericht&pid=68237
(extern)
http://www.geenstijl.nl/mt/archieven/1018331.html (extern)
http://media.rtvnoord.nl/nieuwsvideoitems/070906-hetsspijtmev2.asf
(extern)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Is het waar dat de politie medewerking heeft verleend aan de
totstandkoming van de videoclip door camera's ter beschikking te
stellen?
2. Antwoord
Voor de beantwoording van deze vraag heb ik een ambtsbericht
opgevraagd bij de korpsbeheerder van het regiokorps Groningen. De
korpsbeheerder heeft mij het volgende laten weten.
Dat is juist. Eind 2006, begin 2007 had de regiopolitie Groningen in
Hoogezand-Sappemeer een groep van 18 minderjarigen aangehouden op
verdenking van een aantal woninginbraken. Tegen hen werd
proces-verbaal opgemaakt en inmiddels heeft ook strafvervolging
plaatsgevonden. Een significante bijzonderheid was dat op één na alle
leden van de groep voor de eerste keer met de politie in aanraking
kwam. In het licht van het ervaringsgegeven dat juist ten aanzien van
de categorie 'first offenders' extra inspanningen van politie en/of
hulpverleningsinstanties herhaling kunnen voorkomen,
hebben de betrokken jeugdagenten met OM, Reclassering en
Maatschappelijk Werk een zeer gewaardeerde bijeenkomst met de ouders
van de betrokken jongeren belegd en hen voorgelicht over wat hen en
hun kinderen nog te wachten stond en om te achterhalen of achter het
gedrag van de jongeren gezinsproblematiek schuil ging. Daarmee
eindigden in eerste instantie de bemoeiingen van de politie.
De jongeren werden vervolgens begeleid door de Stichting Prisma, die
zich bezighoudt met maatschappelijk werk. Prisma meldde in de zomer
van 2007 aan de regiopolitie dat de jongeren een gesprek met de
wethouder van Hoogezand-Sappemeer wilden en dat gesprek graag op een
originele manier wilden inleiden, namelijk met behulp van en
videofilmpje waarin zij hun excuses wilden aanbieden en ook aandacht
wilden vragen voor de voorzieningen voor jongeren in de gemeente. Zij
hadden zelf een draaiboekje en een script gemaakt. De begeleidster van
Prisma deed een beroep op één van de jeugdagenten, die ook
videocoördinator van regiopolitie Groningen is om de opname te maken.
Na verkregen instemming van zijn leidinggevende heeft de jeugdagent
deze dienst verleend.
3. Vraag
Deelt u de mening dat de politie haar tijd en middelen beter kan
gebruiken om criminelen op te sporen en misdaden op te lossen en niet
voor dit soort nutteloze, geldverslindende `knuffelprojecten'? Zo
neen, waarom niet?
3. Antwoord
Ik deel deze opvatting om meerdere redenen niet. In de eerste plaats
moge uit het antwoord op vraag 2 duidelijk zijn dat de politie niet de
keuze heeft gemaakt die door de vraagstelling wordt gesuggereerd. In
de tweede plaats heeft de politie haar opsporingstaken niet
ondergeschikt gemaakt aan de, in de beantwoording van vraag 2
beschreven, aanpak. Proces-verbaal is immers opgemaakt en vervolging
heeft plaatsgevonden. Ik ben daarnaast van mening dat de politie in
het onderhavige geval een optimaal evenwicht heeft gevonden tussen
haar repressieve taak enerzijds en - samen met maatschappelijke
partners - haar begeleidende en preventieve taak anderzijds.
Met betrekking tot het kostenaspect ben ik middels het ambtbericht
geïnformeerd dat met de video-opname geen noemenswaardige materiële
kosten gemoeid zijn geweest. V\/are dat overigens anders geweest dan
nog zou een kosten-batenanalyse ook ten gunste van dit project zijn
uitgevallen. De tijdsbesteding van de politie heeft bestaan in
bemoeienis van de reeds eerder genoemde jeugdagent voor wie deze
activiteit een belangrijke, zinvolle en functionele investering is
geweest in zijn contacten met de betrokken jongeren.
4. Vraag
Deelt u de mening dat criminele jongeren dit soort projecten niet
ervaren als `straf', en dat dit dus een totaal verkeerd signaal is aan
hen? Zo neen, waarom niet?
4. Antwoord
Ik deel deze opvatting niet. De desbetreffende jongeren zijn, zoals
gezegd, geverbaliseerd en vervolgd. Zij hebben vervolgens zelf het
initiatief genomen om duidelijk te maken dat zij van de dwalingen huns
weegs zijn teruggekeerd. Van een verkeerd signaal in hun richting is
daarom naar mijn oordeel geen sprake. De korpsbeheerder heeft mij
laten weten dat hij, de hoofdofficier en de korpschef zonder
voorbehoud de aanpak van de politie in Hoogezand- Sappemeer
onderschrijven en van mening zijn dat deze model kan staan voor andere
soortgelijke
gevallen.
5. Vraag
Bent u bereid om dit soort `knuffelprojecten', waarmee overheidsgeld
of -middelen zijn gemoeid, direct te verbieden en ervoor te zorgen dat
het zuurverdiende geld van de Nederlandse belastingbetaler niet meer
verspild wordt aan dit soort foute initiatieven?
Zo neen, waarom niet?
5. Antwoord
Uit mijn antwoorden op vragen hierboven, moge duidelijk zijn dat ik
hiertoe niet bereid ben.
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties