Rapportage contracteerruimte 2007 en knelpunten AWBZ
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ/SFI-2805885
12 oktober 2007
In het debat dat ik op 27 september met uw kamer voerde over de
knelpunten in de AWBZ heb ik aangegeven de rapportage van de
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te willen afwachten alvorens te
beslissen over de eventuele inzet van extra middelen.
Bij brief van 10 oktober 2007 heeft de NZa haar rapportage aan mij
uitgebracht. Deze rapportage stuur ik u hierbij toe (zie bijlage).
De NZa concludeert allereerst dat het landelijk beeld
contracteerruimte 2007 - na de julironde - haar visie bevestigt dat de
regionale cliëntenstops niet zijn te verklaren door een gebrek aan
geld, want er is nog een bedrag van EUR 42,5 mln. van de
contracteerruimte niet in productieafspraken omgezet. Dat wil zeggen
dat de zorgkantoren nog voor EUR 42,5 mln. aanvullende afspraken
kunnen maken. Daarmee is ook duidelijk, dat de signalen van
individuele aanbieders eerder dit jaar niet automatisch betekenen dat
er ook daadwerkelijk van een knelpunt sprake is.
Verder constateert de NZa dat de onderbouwing door de zorgkantoren van
de knelpunten veelal onvolledig is en er toch verschillende definities
worden gehanteerd. Dat maakt het voor de NZa moeilijk om zich een
oordeel te vormen over de aangeleverde gegevens. De NZa zal
maatregelen treffen door een beleidsregel knelpuntenprocedure 2008 op
te stellen voorzien van standaardformulieren, zodat op een eenvoudige
manier eenduidige definities worden gevolgd. Maar dan nog zal een
snellere procedure alleen kunnen worden bewerkstelligd als de
zorgkantoren én de aanbieders ook hun verantwoordelijkheid nemen en
conform de afgesproken procedures en definities, de juiste informatie
tijdig en compleet indienen bij de NZa.
Op grond van de door de zorgkantoren aangeleverde gegevens en de
analyse daarvan door de NZa heeft zij mij het volgende advies
uitgebracht.
Op basis van de thans bekende informatie concludeert de NZa dat op
grond van de circulaire knelpuntenprocedure 2007 er op landelijk
niveau geen problematische knelpunten zijn vast te stellen met de
vrije groeiruimte contracteerruimte 2007.
Wel bemerkt de NZa aandachtspunten voor de geoormerkte middelen.
De NZa stelt voor om EUR 28,6 mln. in een verdeling per
zorgkantoorregio incidenteel toe te voegen aan het geoormerkte budget
terugdringing wachtlijsten Jeugd-GGZ.
Voor de zorgkantoren met meldingen van knelpunten aanvullende
verpleeghuiszorg in het verzorgingshuis die onder het landelijke
gemiddelde van de toeslag aanvullende verpleeghuiszorg in
verzorgingshuizen zitten, stelt de NZa voor om een incidenteel budget
toe te kennen van EUR 6,7 mln., zodat groei tot het landelijke
gemiddelde mogelijk wordt.
De NZa constateert dat de overheveling van contracteerruimte tussen
zorgkantoorregio's als taak en verantwoordelijkheid van de
zorgkantoren, in de praktijk niet altijd goed werkt. Om mogelijke
onrust bij cliënten in 2007 te voorkomen, heb ik in september de NZa
verzocht om in het geval van (voornemens tot) regionale cliëntenstops
een spoedprocedure te volgen. De NZa heeft haar werkprocessen zo
ingericht dat bij melding van een acuut regionaal knelpunt door een
zorgkantoor, of door mij, met spoed de melding kan worden onderzocht.
De Nza verwacht daardoor mij veelal binnen een week te kunnen
adviseren over de ernst van het probleem en de eventuele aanpak. De
NZa adviseert deze procedure in de resterende maanden van 2007 zonodig
in te zetten.
Ik neem de adviezen van de NZa over. Dat wil zeggen dat er EUR 28,6
mln. geoormerkt zal worden toegevoegd aan het budget ter terugdringing
van de wachtlijsten Jeugd-GGZ en
EUR 6,7 mln. gericht zal worden ingezet voor de toeslag aanvullende
verpleeghuiszorg in verzorgingshuizen. Verder stem ik in met het
voorstel van de NZa de spoedprocedure dit jaar voort te zetten.
Essentieel voor het voorkomen van onrust onder de cliënten is ook dat
aanbieders en zorgkantoren zich terughoudend opstellen in het direct
opzoeken van de media in de periode dat het onderzoek loopt.
Dit is een tegenvaller voor de uitgaven in 2007. Hiervoor worden extra
middelen aan de AWBZ toegevoegd. Bij de afrekening over het jaar 2007
(in het voorjaar van 2008) zal blijken in hoeverre dat gesaldeerd kan
worden met mogelijke onderuitputting op andere onderdelen van de AWBZ.
Voor de goede orde wijs ik er op dat het voorgaande additioneel is aan
mijn eerdere toezegging om EUR 10 mln, ter beschikking te stellen voor
extreme zorgzwaarte bij gehandicapten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J.. Bussemaker