Stichting Wakker Dier

Nota dierenwelzijn = nota beton, tralies en treurnis (12 oktober 2007)
Stichting Wakker Dier is zeer teleurgesteld in de nota dierenwelzijn die landbouwminister Verburg vandaag publiceerde en waarin ze eindelijk kleur bekend. De nota had beter 'de Nota Beton, Tralies en Treurnis' genoemd kunnen worden. In de 8 maanden die Verburg nodig had om haar visie op papier te zetten, zijn 4 miljoen biggetjes onverdoofd gecastreerd, 9 miljoen kippen in legbatterijen gestopt en 6 miljoen varkens op grensoverschrijdend veetransport gezet. Deze dierenmishandeling wordt met de nota verder gedoogd. Het kost slechts
1 cent per kilo vlees om een einde te maken aan de onverdoofde biggencastratie maar zelfs dat gaat de minister nog te ver. Ze negeert daarnaast moties van de Tweede Kamer: de aangenomen moties om de ('verrijkte') legbatterij te verbieden en consumenten te waarschuwen voor legbatterij-eieren in koekjes, cake en mayonaise, worden niet uitgevoerd. Veetransporten en bontfokkerijen laat de minister ongemoeid. Ze toont zelfs geen initiatief om de koe in de wei te houden.

Op de nota werd al 8 maanden met smart gewacht omdat bij alle vragen aan de minister over dierenleed in de bio-industrie continu werd verwezen naar de nog te publiceren nota Dierenwelzijn. Het is uiteindelijk een typische CDA-nota geworden: onverdoofde biggencastraties, legbatterijen en ellendige veetransporten worden goedgepraat onder het mom van internationale concurrentie. Vergeten wordt dat Nederland het meest veedichte land ter wereld is en aan de wieg stond en staat van de bio-industrie, zoals bij recent ontwikkelde varkensflats en kuikenvegers. Acht op de tien bio-industrieboeren stemmen niet voor niets CDA en met deze dieronvriendelijke nota wordt flink aan klantenbinding gedaan. Het is ongeschreven traditie dat het CDA in een kabinet landbouw claimt en het dierenwelzijnsbeleid bepaalt. Van de diervriendelijke verkiezingsbeloftes van de PvdA en Christen Unie is een jaar later niets meer terug te vinden. Hoewel de minister wel erkent dat er veel dierenleed in de Nederlandse veestallen plaatsvindt, wil ze uit economische motieven geen fatsoenlijkere behandeling voor varkens, kippen en koeien afdwingen. Dit terwijl alternatieven voor de onverdoofde castratie slechts een cent per kilo varkensvlees kosten. Om de koeien in de wei te houden is nog geen cent per liter melk nodig. Economen luidden eerder juist de noodklok dat de Nederlandse bio-industrie zozeer op lage kosten is gericht dat zij daarmee haar eigen graf graaft: op de bulkmarkt verliest Nederland terrein vanwege de hogere arbeids- en grondkosten en het is daarom economisch noodzakelijk dat Nederland zich meer richt op kwaliteitsproducten, zoals diervriendelijker vlees, voor bewuste consumenten in met name West Europa. Met Verburgs visie in de nota dierenwelzijn laat ze zien alleen aan de korte termijn te denken en doof en blind te zijn voor dierenleed en een gezonde toekomst in de veehouderij. Minister Verburg richt zich vooral op het subsidiëren van diervriendelijke ontwikkelingen. De lat bij de welzijnsverbeteringen wordt echter zo laag gelegd dat de subsidie in de praktijk gewoon steun aan de bio-industrie betekent. Onder de noemer dierenwelzijn wordt de bio-industrie gefinancierd en het eu-verbod op algemene staatssteun omzeild.