Ingezonden persbericht
Persbericht
Peiling VO-raad naar onderwijstijdnorm: Hoge onderwijstijd draagt niet bij aan kwaliteit
Utrecht, 12 oktober 2007 - Een enquête van de VO-raad onder 249 scholen laat zien dat scholen maatregelen nemen om de onderwijstijdnorm van 1040 uur te realiseren, maar dat de norm nauwelijks bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs. Het effect van de wettelijke eis is dat leerlingen zwaarder belast worden en er geschrapt wordt op algemeen vormende, culturele en sportactiviteiten. De VO-raad roept op tot herziening van de huidige onderwijstijdnorm.
Uit de peiling blijkt dat scholen in het afgelopen jaar veel maatregelen hebben genomen om de uitval te verminderen en het aantal uur op te hogen. Ook blijkt uit de peiling dat de
keuzes die scholen moeten maken om de norm te realiseren, niet leiden tot een hogere kwaliteit van het onderwijs: op 69% van de scholen leiden de maatregelen tot
onaanvaardbaar lange lesdagen voor leerlingen. Ook wordt er geschrapt in de ontwikkeltijd en scholing voor leraren. Uit de peiling blijkt eveneens dat 84 procent van de scholen minder
lesdagen gebruikt voor de start en afronding van het jaar. Voor een deel komen scholen hiermee tegemoet aan de wens van ouders om minder laat te starten en minder vroeg te
stoppen, maar het drastisch inkorten waartoe scholen nu worden gedwongen is onverantwoord. Zo wordt in de afrondingsfase de vervolgroute voor leerlingen bepaald, daar
is nu weinig te tijd voor beschikbaar. "Ons grootste probleem met de norm is de grote nadruk op kwantiteit. De wettelijke eis controleert aanwezigheid, niet schoolprestaties", aldus Sjoerd Slagter, voorzitter van de VOraad. "Er is geen oog voor individuele verschillen in aanleg en prestaties. Van een vwo leerling wordt verwacht dat hij zelfstandig kan werken, die wordt geremd in die ontwikkeling, terwijl een leerling die extra begeleiding nodig heeft, het risico loopt dit niet te krijgen omdat remedial teaching en huiswerkbegeleiding niet meetellen volgens de definitie van de wet."
Randvoorwaarden
De VO-raad concludeert dat de huidige norm van 1040 uur in de onderbouw binnen de huidige randvoorwaarden niet gehaald kan worden zonder dat deze worden aangepast. Zo
leidt de vakantiespreiding tot verschil in lengte van een schooljaar; in de regio noord is het schooljaar dit jaar twee volle weken korter dan in de regio zuid terwijl de genormeerde
onderwijstijd voor alle regio's gelijk is. "De kwaliteit van ons onderwijs verdient de grootste zorg. Scholen moeten en willen zich daarop verantwoorden", zegt Sjoerd Slagter, "maar reken af op de kwaliteit in de volle breedte. De huidige focus stelt aan scholen onmogelijke eisen, staat een goede kwaliteitsdiscussie in de weg en leidt tot averechtse effecten." De VO-raad pleit voor een
haalbare minimum norm. Daarmee kan de werkdruk voor zowel docenten als leerlingen binnen de perken gehouden worden: "Een norm voor onderwijstijd zou het verplichte minimum voor alle leerlingen moeten aangeven. Daarboven houden scholen dan ruimte om, in overleg met ouders, leerlingen en personeel, hun leerlingen in meer individuele trajecten het onderwijs te bieden dat het beste aansluit bij hun capaciteiten en behoeften. In die afspraken zou dan ook de kwaliteit centraal moeten staan."
Ingezonden persbericht