K.V Archivarissen
Ketelaarlezing; geschiedenis v.h. landschap
Op donderdag 11 oktober aanstaande organiseren het Nationaal Archief
en de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland voor de
vijfde keer de Ketelaar-lezing
De lezing wordt uitgesproken door Prof. dr. Auke van der Woud,
hoogleraar architectuur- en stedenbouwgeschiedenis aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Zijn expertise ligt vooral bij de
geschiedenis van de architectuur en stedenbouw in de periode
1850-1940. Daaruit komen ook zijn twee belangrijkste publicaties
voort. In 1987 promoveerde hij cum laude op het proefschrift Het lege
land. De ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848 en vorig jaar
verscheen van zijn hand Een nieuwe wereld. Het ontstaan van het
moderne Nederland. De Ketelaarlezing sluit nauw aan bij de thematiek
die Van der Woud in Een nieuwe wereld beschrijft.
De lezing van Van der Woud heeft als titel: De blanke top der duinen.
Mooi Nederland en zijn historie. De komst van de massacommunicatie en
massamobiliteit had in de tweede helft van de negentiende eeuw grote
culturele gevolgen. Ook natuur en landschap kregen een andere positie
in de nieuwe wereld die ontstond. Ze werden zeer gewaardeerd als ze
een schilderachtige schoonheid hadden. Rond 1900 ontstond naast deze
esthetische interesse in het landschap ook een biologische, die zich
in natuurmonumenten en natuurreservaten concretiseerde. De positie van
het landschap in onze huidige cultuur wordt nog steeds door die twee
dimensies bepaald, de esthetische en de natuurwetenschappelijke.
Maar het Nederlandse landschap zit ook vol geschiedenis, het is immers
een cultuurlandschap. De jaarlijkse cijfers van het CBS kwantificeren
de enorme ruimtelijke transformatie die Nederland in de laatste drie
decennia heeft ondergaan, en die onverminderd doorgaat. Terwijl
natuurgebieden inmiddels op een effectieve lobby en wettelijke
bescherming mogen rekenen, is het cultuurlandschap en zijn
geschiedenis dienstbaar aan de voortdurende vraag naar meer
economische groei. We willen een mooi Nederland, maar de geschiedenis
van het Nederlandse landschap lijkt passé. In het ruimtelijk beleid
van de overheden spelen de historische eigenschappen van het
cultuurlandschap vrijwel geen rol. In deze context hebben archieven
een vitale functie, als van een genenbank die de rijkdom van het
verdwijnende regenwoud in essentie vasthoudt.