ChristenUnie
Inbreng bij initiatiefvoorstel verbod op seks met dieren
donderdag 11 oktober 2007 13:16
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennis
genomen van het initiatief wetsvoorstel. Zij geven graag blijk van hun
waardering voor het initiatief en de moeite die de indiener neemt om
te komen tot strafbaarstelling van handelingen die ook door deze leden
als strafwaardig worden beschouwd.
In zijn advies gaat de Raad van State onder meer in op de omlijning
van het delictsbestanddeel `seksuele handelingen'. Terecht refereert
indiener vervolgens aan de jurisprudentiële invulling van
vergelijkbare bestanddelen zoals `ontuchtig' en `seksuele gedraging'
en merkt hij op dat een limitatieve lijst met beoogde seksuele
handelingen niet is te geven. Om echter voor de vorming van
jurisprudentie enige handvatten mee te geven in de wetsgeschiedenis
die nu geschreven wordt, vragen de leden van de ChristenUnie-fractie
de indiener toch iets meer woorden te wijden aan de afbakening en
omlijning van de voorgestelde strafbaarstelling. Dit zou bijvoorbeeld
kunnen naar analogie van de invulling van het eerder genoemde begrip
`ontuchtig'.
De leden van de fractie van de ChristenUnie stellen vast dat in het
voorgestelde artikel 254 lid 1 de term `seksuele handelingen' wordt
gebruikt en dat in het voorgestelde artikel 254a lid 1 de term
'seksuele gedraging' wordt gehanteerd. Hoewel deze leden het verband
met artikel 240b Sr begrijpen, vragen zij aandacht voor de
jurisprudentiële invulling van de term `gedraging'. Het hoeft daarbij
namelijk niet te gaan om de afbeelding van een zedendelict. Ook enkel
een bepaalde wijze van poseren kan een `seksuele gedraging' opleveren.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de indiener hierop in te
gaan en aan te geven of hij heeft overwogen om ook hier de term
`handeling' te gebruiken.
In zijn advies gaat de Raad van state onder 3a in op het punt dat met
dit wetsvoorstel pornografie met dieren aan een uitgebreidere
strafbaarstelling wordt onderworpen dan pornografie waarbij
meerderjarige mensen betrokken zijn. Ook de leden van de
ChristenUnie-fractie ervaren het spanningsveld waarop de Raad hier de
vinger legt. Dit geldt temeer nu ook bij de totstandkoming van
pornografisch materiaal waarin uitsluitend meerderjarige personen
figureren ernstige misstanden voorkomen. In zijn reactie benadrukt de
indiener vooral dat de mogelijkheid moet bestaan om verspreiding en
bezit van dierenporno aan te pakken. Los daarvan zouden deze leden
graag zien dat de indiener inhoudelijk nader ingaat op het door de
Raad van State aangeduide spanningsveld.
In redactionele zin geven de leden van de fractie ChristenUnie de
indiener graag nog in overweging om de formulering van het
voorgestelde artikel 254 lid 2 in lijn te brengen met die van de
bestaande artikelen 248 en 252 lid 2 Sr.