lustrumcongres Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties
10-10-2007
Toespraak van minister Vogelaar op het lustrumcongres van de
Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) op 10
oktober 2007 in het Theater aan de Parade te Den Bosch. VTW behartigt
de belangen van toezichthouders van woningcorporaties.
Voorzitter, dames en heren,
Van harte gefeliciteerd met uw eerste lustrum! Ik ben blij met de
gelegenheid die het mij biedt om zoveel toezichthouders van
woningcorporaties rechtstreeks toe te spreken. U vervult immers een
uiterst belangrijke rol binnen de governance van de corporatie. Een
exacte definitie van Governance is moeilijk te geven. Wel staat vast
dat het over sturing, toezicht en verantwoording gaat. En dat het
binnen de corporaties en in de relatie met de belanghebbenden goed
moet zijn geregeld. Daarom ben ik blij met een vereniging die ik
citeer nu een tekst van de VTW-site- streeft naar excellent
toezichthouderschap.
Het belang van adequaat intern toezicht staat al sinds de brutering
van de woningcorporaties hoog op de agenda. Van maatschappelijke
ondernemingen wordt terecht veel verwacht. Als vereniging heeft u
vanaf uw oprichting steevast geduwd en getrokken om kwaliteit en
professionaliteit van het intern toezicht naar een hoger plan te
tillen. Dat juich ik toe. Uw vereniging heeft inmiddels ruim 1.400
leden die toezichthouder zijn bij ongeveer 265 woningcorporaties. Dat
is een dekkingsgraad binnen de sector van bijna 50%. Ik hoop dat dat
over vijf jaar fors hoger is. Want de professionalisering van het
intern toezicht is nog lang niet afgerond.
Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting concludeerde vorig jaar in
haar onderzoek Intern Toezicht dat de kwaliteit van de verantwoording
door de Raden van Toezicht nog steeds (te) gering is. Uit een rond
dezelfde tijd gepubliceerd - onderzoek van de Haygroep blijkt dat
corporaties op de goede weg zijn, maar dat op onderdelen de
verantwoording beter kan. En prof. Schilder stelde vorig jaar nog in
zijn advies dat het intern toezicht gebaat is bij een verdere
kwaliteitsslag. En dat moet ook, want uw taak wordt steeds complexer.
Uit eigen ervaring weet ik dat er heel wat van een intern
toezichthouder wordt verlangd. U ziet toe op de volkshuisvestelijke
prestaties, de rechtmatigheid en de financiën en op de verhouding tot
de stakeholders. U ziet toe op de integriteit binnen de corporatie.
Richtinggevend voor uw eigen integriteit is onder ander de
governancecode die door Aedes is vastgesteld. Uw onafhankelijkheid mag
op geen enkele manier in het geding zijn.
U dient ervoor te waken dat u niet op de stoel van de bestuurder gaat
zitten. Tegelijkertijd dient u er zorg voor te dragen dat u niet te
ver op afstand komt te staan van uw bestuur. Dat laatste is zeker van
belang als u alleen te maken heeft met een directeur-bestuurder. Een
situatie die zich bij ongeveer 280 corporaties voordoet.
Voor de bestuurder vormt u een klankbord op strategisch niveau als het
gaat om de toekomst van de corporatie. Tegelijkertijd vervult u een
werkgeversrol als het gaat om het functioneren van de bestuurder en
neemt u beslissingen over beoordeling en beloning. Begroting, jaarplan
en jaarverslag worden aan u ter goedkeuring voorgelegd.
U wordt geacht aan zelfevaluatie te doen en kritisch te zijn op uw
eigen functioneren. Dat geeft vaak enig ongemak maar is belangrijk en
ook een vorm van professionaliteit. En bovenal dient u zich te
verantwoorden naar stakeholders en de samenleving. Rekenschap af te
leggen over wat u heeft gedaan, hoe u dat heeft gedaan en waarom u dat
heeft gedaan.
Kortom, ik realiseer me zeer wel dat er het nodige bij komt kijken als
het om intern toezicht gaat. Toezicht houden is leuk maar meer dan een
schnabbel. Toezicht houden is een serieuze verantwoordelijkheid, juist
als de zaken niet vanzelf gaan. Maar ik wil het vandaag niet alleen
over intern toezicht hebben. Graag zou ik het ook met u hebben over de
brede governance van woningcorporaties.
Aanleiding genoeg, dunkt mij. Enerzijds ligt in het land nu een proeve
van de wet die de maatschappelijke onderneming als nieuwe rechtsvorm
zal introduceren. Anderzijds is er het advies Normeren en Waarderen
van de commissie Dijkstal. Bovendien ben ik met Aedes overeengekomen
om nadere afspraken te maken over de modernisering van het arrangement
tussen corporaties en overheid.
Dat arrangement zal een aantal elementen moeten beslaan:
* de brede governancestructuur van de sector;
* de missie van de woningcorporaties, gebaseerd op de brede zorg
voor het wonen;
* het Europese dossier (waaronder staatssteun);
* het beleid ten aanzien van fusies;
* en ten slotte de vermindering van administratieve lasten en
vereenvoudiging van regelgeving.
Mijn doel is meer zelfregulering. Zie ook de afspraken hierover uit
Zie het origineel
het coalitieakkoord, en ik citeer: Toezicht vanuit de overheid moet
zoveel mogelijk gebeuren vanuit vertrouwen. Dit vanuit de volle
overtuiging dat de professionals die hun vak goed verstaan ruimte
moeten krijgen om hun werk goed te kunnen doen.
U weet net als ik dat het vertrouwen in de corporatiesector politiek
gezien niet optimaal is om het eufemistisch te zeggen. De Tweede Kamer
toont zich bijzonder kritisch. Niet alleen vanwege de salarissen, ook
en juist vanwege de prestaties die de corporaties de afgelopen jaren
hebben neergezet. Vertrouwen moet je met andere woorden eerst
verdienen. Het komt te voet en gaat te paard.
De passages uit het Coalitieakkoord over governance zijn ook het
uitgangspunt in mijn deal met Aedes. De afspraak is dat we allemaal
willen dat de sector zelfregulerend optreedt. Er ligt een gedragscode,
er wordt gewerkt aan visitatie, benchmarking is in ontwikkeling. Het
vereist ook een transparante governancestructuur, met professioneel
intern toezicht en een goede horizontale relatie met belanghebbenden.
Als dat goed geregeld is, kan ik als systeemverantwoordelijk minister
stappen terug doen. Zelfregulering impliceert geen vrijblijvendheid.
We moeten wel stevige afspraken maken.
Die horizontale verankering is nog best een uitdaging. De proeve van
de wet op de maatschappelijke onderneming wil dat de belanghebbenden
op corporatieniveau een grotere rol krijgen. Dan speelt al gauw de
vraag hoe die rol zich zal verhouden tot de rol van de intern
toezichthouders. In het voorlopige advies van VTW aan mijn collega
Hirsch Ballin geeft u aan dat een verdere doordenking op dit punt nog
plaats moet vinden. Met u ben ik van mening dat dat noodzakelijk is.
Een ander punt is het feit dat in het 'Besluit beheer sociale
huursector' is geregeld dat er ten minste twee leden van de Raad van
Toezicht op bindende voordracht van huurders worden benoemd. Huurders
zijn in mijn ogen de belangrijkste belanghebbenden, met een specifieke
functie als klant. We hebben ook nog de 'Wet op het overleg huurders
verhuurder' die de vorm van de medezeggenschap regelt. De vraag is of
huurders als meest belanghebbenden wel gebaat zijn bij het op een hoop
vegen van alle belanghebbenden.. De grotere rol voor belanghebbenden
die voortkomt uit de Wet op de maatschappelijke onderneming heeft
uiteraard ook betrekking op huurders. Het is derhalve zaak om goed te
blijven kijken naar de positie van de huurder en zorg te dragen voor
consistente regelgeving op dit punt.
De vraag is natuurlijk wie die belanghebbenden nu eigenlijk zijn. De
Aedescode heeft geen stakeholders gedefinieerd. Ik sluit niet uit dat
gezien het akkoord dat we gesloten hebben er allerlei nieuwe
stakeholders in het vizier komen. Hoe de zoektocht ook af zal lopen,
het zal in ieder geval leiden tot een scherper inzicht bij de
corporatie rond de vraag: voor wie doen we het nu eigenlijk en met wie
moeten we dat doen?
De sector heeft natuurlijk al het een en ander geregeld als het gaat
om de governance. Er is de governancecode als onderdeel van de
Aedescode. De onafhankelijke, gezaghebbende en deskundige
visitatiemethodiek zoals die in opdracht van de SEV door de Auditraad
is ontwikkeld, is een belangrijke stap. Die visitatie is ook een
belangrijk instrument voor u als Raad van Toezicht. Deze
visitatiemethodiek zal onderdeel uit gaan maken van een onafhankelijk
visitatiestelsel. Daar hecht ik erg aan. Daarbij zal ik aandacht
besteden aan de wijze waarop de resultaten van visitatie openbaar
worden gemaakt. Ook vind ik het belangrijk dat het visitatiestelsel
van toepassing is op alle corporaties. Dus niet alleen de leden van
Aedes.
In opdracht van Aedes is eerder dit jaar een benchmarkstandaard
ontwikkeld voor de beoordeling van benchmarkinstrumenten die zich
richten op prestaties van corporaties. Het vergelijken van prestaties
leidt ongetwijfeld tot prestatieverbetering. Ook dit is dus een goede
stap voorwaarts. Qua transparantie is er nog ruimte voor verbetering.
Zonder transparantie geen verantwoording. Dat is van belang voor de
huurders maar zoals gezegd ook voor u als toezichthouders.
Kijkend naar mijn collega-ministers heb ik kunnen constateren dat
ministeriële bevoegdheden en interventiemogelijkheden nogal
verschillen. Het lijkt me goed om daar de achtergronden van te bezien
en die kennis te gebruiken. Voormalig minister Dekker gaf in haar
Beleidsvisie aan dat ze bij evident disfunctioneren van het interne
toezicht de mogelijkheid wilde hebben om corrigerend op te optreden.
Minister Dekker wilde het sanctie-instrumentarium uitbreiden met de
mogelijkheid om de Raad van Toezicht van een corporatie via de
Ondernemingskamer te ontslaan. Die optie bleek geen begaanbare weg. De
vraag is hoe ik dat langs een wel begaanbare weg kan regelen. Want het
zou wel aan de orde moeten zijn, als sluitstuk van het systeem.
Tot slot nog de salarissen. De commissie Dijkstal heeft begin vorige
maand aan het kabinet een advies uitgebracht over het normeren van
salarissen van bestuurders in de semi-publieke sector. Dat advies
heeft betrekking op de corporatiesector.
Kort gezegd pleit de commissie voor een driedeling in regimes,
variërend van een lichte variant het openbaar maken van salarissen een
middenvariant het verplicht hanteren van een sectorcode met een eigen
salarisplafond op basis van richtlijnen van de minister tot een
strenge variant waarbij de overheid het maximum bepaalt dat in een
bepaalde sector mag worden verdiend. Dat laatste is volgens de
commissie vooral het geval als sprake is van financiering door de
overheid.
In die situaties zou volgens de commissie Dijkstal een bestuurder niet
meer mogen verdienen dan een minister. Deze norm wordt momenteel ook
gehanteerd in de 'Wet openbaarmaking publiekgefinancierde
topinkomens'. Beloningen boven het ministerssalaris moeten openbaar
worden gemaakt en bij de minister van BZK worden gemeld en
gemotiveerd. Voor de meldingen over het verslagjaar 2006 ligt die
grens op ¬ 171.000,-. Dat bedrag omvat het belastbaar jaarloon zoals
dat in de jaaropgave staat, inclusief afdrachten voor pensioen en
overige vergoedingen betaalbaar op termijn en ontslagvergoedingen voor
zover deze niet zijn opgenomen in het belastbaar jaarloon.
Gezien het publieke belang dat de corporaties dienen en de
maatschappelijke bestemming van hun vermogen zouden de corporaties
volgens de commissie onder de middenvariant moeten vallen. Het kabinet
beraadt zich op dit moment op een reactie op het advies, ik loop daar
nu niet op vooruit, al ligt de huidige praktijk het dichtst bij de
middenvariant. Duidelijk is wel dat de vraag welke organisatie onder
welk regime moet vallen nog de nodige discussie zal vergen. En daarbij
klinkt zowel uit de politiek als uit de maatschappij een luid en
duidelijk pleidooi door om organisaties toch vooral aan een maximum te
binden.
Bij de bestuursbeloningen gaat het over de adviesregeling Izeboud.
Deze gaat uit van deels vaste en deels variabele beloningen. Het
variabele deel is gebaseerd op het behalen van vooraf afgesproken
doelstellingen. De regeling deelt de corporaties in in klassen,
gebaseerd op onder meer grootte en de omvang en zwaarte van de
opgaven. Op basis van deze indeling is er ook differentiatie in
beloning en te behalen maxima, met in het ultieme geval een
uitloopmogelijkheid tot ruim 211.000 euro. De toepassing van de
Izeboud-regeling is inmiddels per 2007 als een van de beginselen voor
goed bestuur opgenomen in de Governancecode van Aedes. Maar daar is
nog een slag te maken in de sfeer van pas toe of leg uit. Een aantal
zit er fors boven en daar bent u primair voor verantwoordelijk. U moet
zorgen dat er conform gehandeld wordt. Praten over de salariëring van
de de bestuurder geeft vaak wat ongemak maar is ook een kwestie van
professionaliteit. Voor uw eigen beloning is er de Adviesregeling
Honorering van toezichthouders in woningcorporaties, die in maart
jongstleden door de VTW is voorzien van een praktische handleiding.
Dames en heren
We zullen hier de komende periode allemaal nog over spreken. U als
toezichthouder hebt een cruciale rol. Er is echt nog een wereld te
winnen als het gaat om het vertrouwen in de sector. Lokaal is dat al
ten positieve aan het keren, landelijk valt er in de Kamer nog veel te
winnen. Professioneel toezicht en een goede verantwoording kunnen een
belangrijke bijdrage leveren. Ik ben optimistisch gestemd over dat het
gaat lukken om dat vertrouwen te herstellen als we alle mogelijkheden
die er zijn inzetten.
Ik dank u wel.