Raad van State
Uitspraak
Zaaknummer: 200703785/6
Publicatie datum: donderdag 11 oktober 2007
Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
200703785/6.
Datum uitspraak: 11 oktober 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
, wonend te ,
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 24 april 2007 heeft verweerder aan het Hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor het accepteren, opslaan en bewerken van baggerspecie aan de Nauertogt te Alkmaar, kadastraal bekend gemeente Akmaar, sectie I, nrs. 04321, 02674, 02687 en 02678. Dit besluit is op 4 mei 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft onder meer verzoeker bij brief van 24 mei 2007, bij de Raad van State ingekomen op 31 mei 2007, beroep ingesteld.
Bij brief van 13 augustus 2007, bij de Raad van State ingekomen op 17 augustus 2007, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 oktober 2007, waar verzoeker en verweerder, vertegenwoordigd door mr. P.C. Speelman en R.A.M. Vervaart M.Sc, beiden ambtenaar van de provincie Noord-Holland, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Bij brief van 28 september 2007 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier laten weten dat geen baggerdepot wordt aangelegd.
2.3. Onder deze omstandigheden is met het verzoek geen spoedeisend belang gemoeid, dat het treffen van de verzochte voorziening rechtvaardigt.
2.4. Gelet hierop ziet de Voorzitter aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Melse
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 oktober 2007
191-433.