gezond voor de mens Melk onmiskenbaar gezond voor de mens 11 okt 2007

Onderdeel: Wageningen Universiteit
Nummer: 068

In melk zitten een groot aantal gezonde en onmisbare voedingsstoffen die veel consumenten niet via andere producten in voldoende mate binnenkrijgen. Het is daarom waarschijnlijk dat een dalende zuivelconsumptie de volksgezondheid schaadt. De huidige voedingsvoorlichting legt te eenzijdig de nadruk op wat we niet moeten eten, zoals verzadigd vet, suiker en zout. Daardoor dreigen we essentiële nutriënten, zoals eiwitten, vitaminen en mineralen, te missen. De voedingsvoorlichting zou daarom meer de nadruk moeten leggen op wat we wel moeten eten. Dat zegt prof.dr.ir. Toon van Hooijdonk op 11 oktober bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Zuivelkunde aan Wageningen Universiteit.

In zijn inaugurele rede, Melk: van grond tot gezond, haalt prof. Van Hooijdonk Amerikaans onderzoek aan dat voldoende zuivelconsumptie een aanzienlijke besparing in gezondheidskosten oplevert. De effecten zijn het grootst voor hoge bloeddruk, obesitas, en diabetes type 2. In Nederland is dit nog niet aan de orde want hier ligt de zuivelconsumptie hoger dan in de VS. Maar dit onderzoek toont volgens hem aan dat een dalende consumptie van melk en melkproducten een negatief effect kan hebben op de gezondheid In de voedingsvoorlichting zouden we de consument ook moeten leren naar de gezonde en onmisbare nutriënten te kijken bij het kiezen van eten. Het zou nuttig zijn, zegt Van Hooijdonk, om voor Nederland de gezondheidseffecten van zuivel in kaart te brengen, zoals het RIVM onlangs heeft gedaan voor groenten en fruit.

Verschillende verzadigde vetzuren
Prof. Van Hooijdonk wijst er in zijn rede op dat de associatie dat verzadigd vetzuur slecht zou zijn, te ongenuanceerd is. In melk zit âslechtâ verzadigd vetzuur, zoals het zogenaamde C16-vetzuur dat cholesterolverhogend werkt en daarmee het risico op hart- en vaatziekten verhoogt. Maar er zitten ook verzadigde vetzuren in melk die dat effect niet hebben, zoals vetzuren met een korte keten en C18. Op verschillende plaatsen wordt gewerkt aan verandering van de vetsamenstelling, bijvoorbeeld door een andere samenstelling van voer, of, zoals aan Wageningen Universiteit, aan veranderingen in de genetische aanleg van koeien via uitgekiende fokprogrammaâs. Hoewel het voedingskundig van belang is C16 omlaag te brengen, is dat volgens Van Hooijdonk niet lonend zolang in de etikettering op melk alle verzadigde vetzuren op één hoop worden gegooid en geen onderscheid wordt gemaakt tussen âgoedâ en âslechtâ verzadigd vetzuur. Overigens tekent Toon van Hooijdonk hierbij aan dat, ondanks dat je zou mogen verwachten dat consumptie van melk een verhoogd risico geeft op hart- en vaatziekten, epidemiologisch onderzoek juist laten zien dat dat niet het geval is. Kennelijk compenseren andere nutriënten in melk dat effect, veronderstelt hij.

Duurzaamheid
Duurzaamheid is volgens prof. Van Hooijdonk een van de grootste uitdagingen voor de zuivelsector geworden. Met klimaatbeheersing en dierenwelzijn als belangrijkste themaâs. Volgens hem moet het mogelijk zijn dat de zuivelketen een significant deel van haar eigen energiebehoefte kan genereren door mestvergisting. Overigens denkt hij dat met de opkomst van biobrandstofproductie nieuwe reststromen, zoals koolzaadschroot, op zullen komen als basis voor veevoer. Daardoor zal er met extra aandacht moeten worden gekeken naar effecten op de melkkwaliteit en voedselveiligheid, meent Van Hooijdonk. Volgens hem is een grotere aandacht gewenst voor gezondheid en welzijn van de koe, die hij een kwetsbare topatlete noemt. Zo is mastitis of uierontsteking het grootste gezondheidsprobleem in de melkveehouderij en de leerstoel Zuivelkunde is nauw betrokken bij het opsporen van deze aandoening, wat weer belangrijk is voor een doelgerichte medicatie. Samen met partners wordt gewerkt aan een gevoelige elektronische âneusâ waarbij de betreffende bacterie kan worden âgerokenâ.

Specialisatie
Interessant is volgens Van Hooijdonk ook de toenemende specialisatie in de melkveehouderij en zuivelverwerking. Hij voorziet dat melkveehouders zich niet alleen gaan onderscheiden naar bedrijfsvoering, zoals biologische melkwinning, maar ook naar melksamenstelling afgestemd op de verwerking en het eindproduct.

Prof.dr.ir A.C.M. (Toon) van Hooijdonk (59) is Corporate Director Research van Campina. Begin dit jaar werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar Zuivelkunde aan Wageningen Universiteit. Zijn leerstoel wordt gefinancierd door de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO). Van Hooijdonk studeerde in Wageningen, waar hij in 1987 promoveerde.