Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderhandelaarsakkoord
CAO sector onderwijs (PO) 2007-2009
De ACOP, de CCOOP, het AC en de CMHF enerzijds en de minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap anderzijds, verder te noemen "partijen" maken de volgende afspraken over
de algemene salarisontwikkeling in het primair onderwijs.
Over de uitwerking vindt nader overleg plaats.
1 Inleiding
Partijen zijn een algemene salarisontwikkeling overeengekomen die concurrerend is en
bijdraagt aan de versterking van de concurrentiepositie van het primair onderwijs (PO).
De afspraken in deze CAO beperken zich tot de algemene salarisontwikkeling. Dit vloeit
voort uit de decentralisatie van de secundaire arbeidsvoorwaarden per 1 augustus 2006.
Vanaf deze datum maken de partijen in de centrale cao uitsluitend nog afspraken over de zg.
protocolonderwerpen (algemene salarisontwikkeling, algemene arbeidsduur, uitgangspunten
voor functiewaardering en bovenwettelijke sociale zekerheid). Over de overige onderwerpen
worden afspraken gemaakt tussen de Werkgeversvereniging Primair Onderwijs (WvPO) en
de bovengenoemde centrales van overheids- en onderwijspersoneel in de decentrale CAO
PO. Wel hebben partijen, na overleg met de WvPO, afspraken gemaakt over een
herschikking binnen de secundaire arbeidsvoorwaarden ten behoeve van een concurrerende
generieke loonontwikkeling. Deze afspraken worden geformaliseerd in de decentrale CAO
PO.
Partijen erkennen dat naast een concurrerende loonontwikkeling ook andere meer
specifieke maatregelen nodig zijn om de wervingspositie van het primair onderwijs te
verbeteren. Op 12 september jl. heeft de Commissie Leraren, onder leiding van de heer
Alexander Rinnooy Kan, het advies "LeerKracht" uitgebracht waarin aanbevelingen worden
gedaan voor een betere beloning, een sterker beroep en een professionelere school. De
minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zal binnen enkele weken met een
reactie op dit advies komen in de vorm van een actieplan. Partijen hebben nadere afspraken
gemaakt over de betrokkenheid van de centrales van overheids- en onderwijspersoneel bij
de uitwerking van dit actieplan.
2 Looptijd
De afspraken over de loonontwikkeling hebben betrekking op de periode 1 juli 2007 tot 1
augustus 2009.
3 Reikwijdte
De afspraken hebben betrekking op het primair onderwijs.
2
4 De loonontwikkeling
4.1 Salarissen
De salarissen worden verhoogd met:
2,30% per 1 augustus 2007;
2,20% per 1 augustus 2008.
Deze salarisverhogingen werken conform de daarvoor geldende systematiek door in
pensioenen en uitkeringen.
4.2 Eindejaarsuitkering
Partijen hebben afgesproken vervolgstappen te zetten om op termijn te komen tot een
volledige 13e maand. In dat kader wordt de structurele eindejaarsuitkering van 4,10% vanaf
december 2007 structureel verhoogd met 1,20% (tot 5,30%).
Vanaf december 2008 wordt de structurele eindejaarsuitkering verhoogd met 1,00% (tot
6,30%).
De verhoogde structurele eindejaarsuitkering werkt volgens de daarvoor geldende
voorschriften door in het pensioengevend inkomen. Deze verhoogde eindejaarsuitkering
werkt conform de daarvoor geldende systematiek door in pensioenen en uitkeringen.
Het is de ambitie van partijen om binnen deze kabinetsperiode, danwel uiterlijk in 2010,
binnen de beschikbare ruimte voor contractloonontwikkeling, een volledige 13e maand te
realiseren. Een en ander is onderwerp van open en reëel overleg in de komende CAO(s).
4.3 Nominale uitkering
Met ingang van 2007 wordt jaarlijks ter gelegenheid van de Dag van de Leraar een nominale
uitkering verstrekt van 110 euro bij een normbetrekking. Voor deeltijders geldt een bedrag
naar rato van de omvang van de betrekkingsomvang.
De nominale uitkering werkt volgens de daarvoor geldende voorschriften door in het
pensioengevend inkomen.
5 Bijdrage sector aan de loonontwikkeling
Ten gunste van de generieke loonontwikkeling hebben partijen de volgende afspraken
gemaakt:
Beperking bijzonder verlof
Naar analogie van de afspraken in de CAO Rijk zijn partijen een beperking overeengekomen
van bijzondere verlofvormen:
3
Met ingang van 1 november 2007 met uitzondering van reeds toegekend verlof, vervalt het
recht op kort buitengewoon verlof (imperatief) in verband met ondertrouw (CAO PO 8.7 lid f),
overlijden van bloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad (CAO PO artikel 8.7 lid j) en
ambts- en huwelijksjubileum (CAO PO artikel 8.7 lid m).
Het verlof bij huwelijk van de werknemer zelf wordt beperkt tot 2 dagen (CAO PO artikel 8.7,
lid g) en bij huwelijk van bloed- of aanverwanten in de 1e en 2e graad (CAO PO artikel 8.7, lid
h) wordt beperkt tot een dag, ongeacht of het huwelijk in of buiten de woonplaats van de
werknemer plaatsvindt.
Indien de werknemer in deze gevallen gebruik wil maken van de mogelijkheid van het
opnemen van onbetaald verlof, verleent de werkgever hieraan medewerking.
Evenwichtig leeftijdsbewust personeelsbeleid
Centrales verbinden zich, naar aanleiding van de beleidsreactie op het rapport "Leerkracht!"
van de commissie Rinnooy Kan, aan een te maken afspraak over een evenwichtig
leeftijdsbewust personeelsbeleid waar zowel ouderenbeleid als maatregelen ten behoeve
van starters in het primair onderwijs onderdeel van uit maken.
6 Gedeeltelijk arbeidsgeschikten
Collectieve verzekering
De WvPO wordt verzocht de mogelijkheden te verkennen voor een collectief contract met
een verzekeraar voor aanvullende verzekeringen ten behoeve van de inkomensvoorziening
voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten binnen de looptijd van deze cao. Het gaat daarbij om de
periode na het tweede ziektejaar (na de WIA-claimbeoordeling). Hierbij wordt een zo beperkt
mogelijke intrede-eis bedongen en een zo groot mogelijke korting op de premie voor de
werknemer.
Ten aanzien van de 35-min arbeidsongeschikten loopt een onderzoek naar garantie omtrent
de arbeidsinzet. De uitkomst van dit onderzoek kan leiden tot extra maatregelen voor deze
doelgroep.
WGA-premieverhaal op de werknemer
Partijen spreken af dat de WGA-premie volledig voor rekening van de werkgever komt.
7 Betrokkenheid centrales bij afspraken met de sector PO naar aanleiding van het
advies van de commissie Rinnooij Kan
Partijen sluiten dit cao-akkoord, vooruitlopend op de beleidsreactie van het kabinet op het
advies van de commissie Rinnooy Kan (actieplan). De minister van OCW is van plan om met
sociale partners in de sector PO een bestuurlijke overeenkomst te sluiten over de
implementatie en uitvoering van het komende actieplan. In deze overeenkomst zullen
bindende afspraken worden gemaakt met de (vertegenwoordiging van) schoolbesturen in
(onder andere) het PO over: te treffen maatregelen en te behalen resultaten, de
voorwaarden voor toekenning van additionele middelen, monitoring, verantwoording en
evaluatie.
4
Een constructieve bijdrage van centrales aan dit proces is van groot belang. In de
bestuurlijke overeenkomst met sociale partners zullen daarom concrete afspraken worden
opgenomen over betrokkenheid van centrales bij de implementatie, monitoring en evaluatie
van het actieplan. Tevens kunnen afspraken worden gemaakt over de betrokkenheid van de
(personeelsgeleding van de) MR bij de implementatie en uitvoering van de maatregelen op
het niveau van het individuele schoolbestuur.
Partijen hebben afgesproken om in het overleg over de uitwerking van de beleidsreactie op
het rapport `LeerKracht' van Rinnooy Kan ook overleg te voeren over de punten genoemd in
de inzet van centrales, waaronder carrièrepatronen, de lengte van de salarisschalen van
leraren en schoolleiders en werkdrukvermindering, waaronder uitbreiding van
onderwijsondersteunend personeel.
8 Uitvoerings- en dereguleringstoets
Alle hierboven genoemde afspraken of de uitwerkingen ervan (voor zover vallend onder de
verantwoordelijkheid van de minister van OCW) die uitvoeringstechnische consequenties
hebben, worden onderworpen aan een uitvoeringstoets. De uitwerking van deze CAO wordt
tevens getoetst in het licht van deregulering.
9 Procedure
Bovenstaande afspraken hebben het karakter van een onderhandelaarsakkoord. Op basis
van een terugkoppeling naar hun achterban, stellen partijen uiterlijk 1 november 2007 vast of
het onderhandelaarsakkoord kan worden omgezet in een definitief akkoord.
Den Haag, 3 oktober 2007
5
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Ronald H.A. Plasterk
Namens de ACOP,
L.E.M. Verheggen
Namens de CCOOP,
M.R.J. Rog
Namens het AC,
C.C. Hulscher-Slot
Namens de CMHF,
H.K. Evers