Ecofin besluitvaardig zonder grote controverses
nieuwsbericht | 09-10-2007 | Directie Voorlichting
De Ecofin, de vergadering van de Europese ministers van Financiën en
Economie, hamerde op 9 oktober een groot aantal raadsconclusies af.
Veel van de onderwerpen waren al eerder besproken en voorbereid,
waardoor er weinig controverses meer waren. Over Galileo, de Europese
navigatiesatelliet, werd geen akkoord bereikt. In de Eurogroep, waarin
alleen de landen met de euro vertegenwoordigd zijn, leverde vooral de
precaire budgettaire situatie in Frankrijk en de wisselkoers van de
euro discussie op.
Eurogroep
In de Eurogroep gaven diverse ministers van Financiën een toelichting
bij de begroting voor 2008 die men onlangs heeft ingediend. Doel van
dit soort besprekingen is het kritisch volgen van elkaars economische
en budgettaire prestaties. Vanwege de gemeenschappelijke munt kan het
beleid van de ene lidstaat, zeker als het een grote lidstaat is,
immers van invloed zijn op dat van een andere. De Europese landen
hebben afgesproken dat de goede economische tijden veel meer dan
voorheen worden gebruikt voor het snel wegwerken van tekorten.
Hierdoor is die begroting beter bestand tegen economische krimp en
bereikt men minder snel de kritische grens van -3%. Minister Bos
lichtte de Nederlandse begroting voor 2008 toe en ondervond veel
waardering voor de plannen. De Franse minister van Financiën,
Christine Lagarde, kon de zorgen van haar collega's maar zeer ten dele
wegnemen. Voor alle landen is afgesproken dat men uiterlijk in 2010 de
zogenaamde 'medium-term objective' (MTO) t.a.v. de eigen
overheidsfinanciën moet halen. Frankrijk zal, met de plannen die nu
bekend zijn, die doelstelling op z'n vroegst in 2012 halen. Alleen in
het allergunstigste scenario voor de economische groei haalt Frankrijk
die MTO in 2010. Frankrijk zal in december zijn nieuwe zogenaamde
stabiliteitsprogramma officieel indienen bij de EU en dan zal deze
besproken worden in de Eurogroep en Ecofin. Positief is dat Duitsland,
de afgelopen jaren geplaagd door buit ensporige tekorten op de
begroting, nu de goede economische tijden daadwer kelijk gebruikt voor
budgettaire consolidatie en mogelijk al volgend jaar evenwicht op zijn
begroting bereikt.
In de Eurogroep kwam daarnaast de wisselkoers van de euro ter sprake.
Doordat de waarde van de euro toeneemt ten opzichte van andere munten
(met name door de daling van de dollar) worden Europese exporten
duurder en dit kan het Europese bedrijfsleven schaden. Anderzijds
worden importen goedkoper, vindt het overgrote deel van de handel van
Europese landen plaats binnen Europa en wordt de export veel meer
bepaald door de groei (of krimp) van de wereldhandel. Nederland
behoort tot de landen die vinden dat met name grote schommelingen in
wisselkoersen ongewenst zijn, maar dat een geleidelijke stijging van
de euro geen probleem hoeft te zijn. Minister Bos gaf aan dat het doel
altijd is geweest om met de euro een sterke munt te krijgen. Met name
de landen die hun concurrentiepositie (arbeidskosten) hebben zien
verslechteren, hebben te maken met een verminderde export. Landen
moeten daarom hun arbeidskosten in de hand houden en zorgen voor
voldoende stijging van de arbeidsproductiviteit. Minister Bos gaf aan
het oneens te zijn met diegenen die de ECB oproepen het
rente-instrument te gebruiken om een al dan niet bestaand
wisselkoersprobleem op te lossen. De ECB moet de prijsstabiliteit
bewaken en doet dat prima.
Ecofin
In de Ecofin werden nadere afspraken vastgelegd over versterking van
de zogenaamde 'preventieve arm' van het Stabiliteitspact. Dat is het
onderdeel dat ervoor moet zorgen dat landen veel minder snel in een
situatie van buitensporige tekorten komen. Er is onder andere
afgesproken dat een bredere macro-economische analyse te gebruiken bij
het bepalen of er sprake is van goede economische tijden, dat de
nationale betrokkenheid (bijvoorbeeld van de nationale parlementen)
bij de stabiliteitsprogramma's wordt vergroot, dat meerjarige
budgettaire raamwerken worden gebruikt en dat zo snel mogelijk de
vergrijzingslasten in Europese middellangetermijndoelstellingen worden
geï ncorporeerd. Ook moeten lidstaten in hun stabiliteitsprogramma's
explicieter aangeven of hun budgettaire
middellangetermijndoelstellingen haalbaar zijn bij ongewijzigd beleid
of dat aanvullende maatregelen nodig zijn.
Ten aanzien van de onrust op de financiële markten is een zogenaamd
'key issues paper' vastgesteld met een concreet onderzoeksprogramma.
Doel is om lessen te kunnen trekken waardoor in de toekomst vroeger en
beter ingegrepen kan worden en wellicht de onrust, zoals die zich nu
voordoet, kan worden voorkomen. Het thema is te complex om in zo'n
korte tijd al bruikbare beleidsconclusies te kunnen trekken. In dit
verband is ook van belang het onderwerp 'dialoog met derde landen'. In
het verleden heeft deze informele dialoog tussen Commissie en de VS
belangrijke successen bewerkstelligd, zoals afspraken over
boekhoudregels en beslechting van het conflict over de zogenaamde
'Sarbanes-Oxley'-wet. Deze dialoog zal op informele basis worden
voortgezet met de VS en ook met Rusland, China en India zal een
dialoog gestart worden.
Ook werden Raadsconclusies aangenomen over 'clearing and settlement',
de afwikkeling van effectentransacties. In de meeste landen verloopt
dat nationaal vrij efficiënt, maar bij grensoverschrijdende
afwikkeling is nog sprake van hoge kosten en grote inefficiency. Dit
vormt een belemmering voor het ontstaan van een Europese
kapitaalmarkt, die weer van belang is voor de concurrentiekracht van
Europa op wereldniveau. Verder werden Raadsconclusies aangenomen over
het ontwikkelen van EU-brede regelingen voor financiële stabiliteit en
crisismanagement. Een financiële crisis kan grote impact hebben op de
stabiliteit van het financiële stelsel als er geen goede afspraken
zijn over procedures en samenwerking tussen overheden, marktpartijen
en toezichthouders: Wie grijpt in? Wanneer wordt ingegrepen? Wie
draait op voor de kosten? Aanleiding voor dit onderwerp is overigens
niet de recente onrust op de financi ële markten. Al in april 2006
werd een EU-brede oefening in cr isismanagement gehouden.
Ten slotte is gesproken over Galileo, het Europese project voor een
satelliet-plaatsbepalingssysteem. De Europese ministers van Financiën
bespraken de mogelijkheden om de financiering rond het Europese
satellietnavigatiesysteem Galileo te regelen. Er is nog verdeeldheid
over de vraag waar binnen de Europese begroting het geld gevonden
dient te worden voor financiering van Galileo. De ministers van
financien spraken af hierover bij hun bijeenkomst in november verder
te spreken. Het voorzitterschap onderstreepte dat het zijn best deed
om op korte termijn een oplossing te vinden voor Galileo.
Zie ook
Zie het origineel
* Dossier Europa
* Laatst aangepast: 09-10-2007
Ministerie van Financiën