Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over het niet behandelen van een patiënt met een ernstige anorexia nervosa
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DZ-K-U-2796598
9 oktober 2007
Antwoorden van minister Klink op Kamervragen van het Kamerlid Van
Gerven over het niet behandelen van een patiënt met een ernstige
anorexia nervosa (2060724170).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het weigeren van een verdere behandeling van
zorgverzekeraar Univé van een patiënte met ernstige anorexia nervosa
met mogelijk fatale consequenties?
Vraag 2
Vindt u dat in dit geval de behandeling in het buitenland dient te
worden vergoed als blijkt dat er in Nederland geen
behandelingsmogelijkheden zijn met de mandometermethode voor
volwassenen, terwijl de behandelingsresultaten hiervan bemoedigend
zijn?
Vraag 3
Hoe rijmt u het niet vergoeden van de behandeling met het gegeven dat
in Nederland de behandeling met de mandometermethode voor kinderen tot
18 jaar wel wordt vergoed?
Vraag 6
Onderschrijft u het standpunt dat behandelingen in het buitenland die
in Nederland niet mogelijk zijn, maar wel een `evidence based'
meerwaarde hebben en waarbij sprake is van patiënten met een ernstige
ziekte met mogelijk fatale afloop voor vergoeding via de AWBZ dan wel
de Zorgverzekeringswet in aanmerking dienen te komen? Zo ja, wilt u
dit dan onder de aandacht brengen van de zorgverzekeraars en
zorgkantoren? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 1 t/m 3 en 6
Het gaat in deze zaak om zorg die valt onder de aanspraken ingevolge
de AWBZ. De aanspraken in de AWBZ zijn functiegericht omschreven. Door
het invoeren van functiegerichte aanspraken ontstaat voor verzekerden,
zorgaanbieders en zorgverzekeraars de ruimte om het pakket aan zorg
voor een individuele verzekerde nader in te vullen. Door deze ruimte
te bieden, ontstaat verder ruimte voor verzekerden, zorgaanbieders en
zorgverzekeraars om de te ontvangen en te leveren zorg soepel aan te
passen aan de maatschappelijke ontwikkelingen. Het al dan niet
vergoeden van behandelingen is in het verzekeringsstelsel uiteindelijk
een zaak van de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar neemt zijn
beslissing ondermeer op basis van het criterium dat geldt op basis van
Europees recht (arrest Smits Peerbooms arrest van het Europees Hof van
12 juli 2001, zaak C-157/99, 1) dat de zorgverzekeraar bij de afweging
om een behandeling al dan niet te vergoeden in acht dient te nemen of
deze behandeling door de internationale medische wetenschap voldoende
beproefd en deugdelijk wordt bevonden. Indien een verzekerde het niet
eens is met een beslissing van een verzekeraar om een behandeling niet
te vergoeden ingevolge de AWBZ, kan hij daartegen een bezwaarschrift
indienen bij zijn verzekeraar. Een beslissing van een zorgverzekeraar
op dit bezwaar wordt slechts genomen nadat het College voor
zorgverzekeringen (CVZ) daarover een advies heeft uitgebracht aan de
zorgverzekeraar. Ik treed daar niet in. Of de zorg die door de
zorgverzekeraar wordt vergoed rechtmatig is beoordeelt de
toezichthouder, de Nederlandse Zorgautoriteit.
Vraag 4
Is dit een op zichzelf staande, casus of zijn er meerdere
anorexiapatiënten waarbij dit probleem speelt? Hoe groot is deze
problematiek in Nederland?
Antwoord 4
Tot op heden zijn geen geschillen aanhangig geweest bij het CVZ over
de afwijzing van de vergoeding voor de behandeling met de
mandometermethode. Ik weet dan ook niet hoe groot deze problematiek
is.
Vraag 5
Wilt u hier, gezien de ernst van de situatie, op korte termijn actie
op ondernemen?
Antwoord 5
Gezien de hierbovengeschetste verantwoordelijkheidsverdeling zoals
deze ingevolge de AWBZ is neergelegd, treed ik niet in individuele
geschillen tussen verzekeraar en verzekerde.