Misdaadbestrijding St. Maarten schiet tekort
Persbericht | 08-10-2007
Het eiland St. Maarten vormt door zijn ligging en economische
kenmerken een aantrekkelijke plek voor verschillende vormen van
georganiseerde criminaliteit, zoals drugshandel, witwassen en
mensensmokkel. Het ontbreekt de lokale opsporings- en
handhavingsdiensten aan voldoende personeel, organisatie en
automatisering om stromen van goederen, diensten en personen effectief
te controleren.
Dat blijkt uit een onderzoek dat het Wetenschappelijk Onderzoek- en
Documentatiecentrum (WODC) - het onderzoekscentrum van het ministerie
van Justitie - in samenwerking met Forensic Services Caribbean NV -
heeft uitgevoerd naar georganiseerde criminaliteit op St. Maarten. Het
onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Justitie
van de Nederlandse Antillen. De directeur van het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Documentatiecentrum, dhr. F. Leeuw, heeft het rapport
maandag 8 oktober aangeboden aan de minister van Justitie van de
Nederlandse Antillen, dhr. D. Dick
Volgens de onderzoekers is het eiland St. Maarten door zijn
geografische ligging en economische kenmerken een aantrekkelijke
locatie voor verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit.
Het eiland bevindt zich in een transitgebied: illegale migratiestromen
in het Caribisch gebied en de nabijheid van drugsproducerende landen
in Latijns-Amerika, in combinatie met goede verbindingen met de
Verenigde Staten en Europa maken het eiland kwetsbaar voor
drugssmokkel, mensensmokkel en daarmee verbonden
financieel-economische criminaliteit.
De onderzoekers concluderen op basis van binnen- en buitenlandse
opsporingsonderzoeken en inbeslagnemingen van drugs dat St. Maarten
een belangrijke rol speelt bij de smokkel van drugs. Bij het witwassen
van drugsgelden, als vorm van financieel- economische criminaliteit,
is er ook een link met georganiseerde criminaliteit. De opsporing
richt zich in veel mindere mate op andere vormen van criminaliteit.
Ondanks reeds lang bestaande signalen en verdenkingen over de
aanwezigheid van mensensmokkel en -handel en bepaalde vormen van
financieel-economisch criminaliteit op het eiland is daar nog maar
weinig opsporingsonderzoek naar gedaan. Er is hier sprake van een
vicieuze cirkel. Het ontbreken van aandacht van de opsporing heeft tot
gevolg dat de `informatiepositie' van rechtshandhavers onvoldoende is
en blijft, waardoor ook de input om opsporingsonderzoeken te beginnen
opdroogt. Zowel bij mensensmokkel en -handel, als bij
financieel-economische criminaliteit doet deze situatie zich voor.
Controlemogelijkheden schieten tekort
De rechtshandhaving op het eiland is complex door het overwegend
internationale karakter van de criminaliteit, zo stellen de
onderzoekers. Dit vindt men terug in het internationale karakter van
de opsporing en rechtshandhaving en een soms lastige samenwerking
tussen een scala van betrokken opsporingsinstanties op lokaal en
internationaal niveau. De onderzochte instanties melden een tekort aan
personele capaciteit en personele kwaliteit. De onderzoekers stellen
vast dat de verantwoordelijke diensten niet berekend waren, zowel qua
personeel, organisatie als automatisering, op de controle van de
stromen van goederen, diensten en personen die via St. Maarten
verlopen. Hierdoor staat de (controle)capaciteit van deze diensten
doorgaans nauwelijks in verhouding tot de aard en omvang van
gelegenheidsverschaffende omstandigheden op en rondom St. Maarten, zo
meldt het rapport.
Reactie ministers
De Antilliaanse minister van Justitie, de heer David Dick geeft aan
dat het rapport zijn zorgen over de rechtshandhaving op St. Maarten
onderstreept. Het heeft ook betrekking op de problemen die met
Nederlandse ondersteuning worden aangepakt binnen het Plan Veiligheid
Nederlandse Antillen (PVNA). Minister Dick benadrukt het belang van
een duurzame versterking van de rechtshandhaving op St. Maarten ten
aanzien van de politie, het openbaar ministerie en de
immigratiedienst Nederland ondersteunt de duurzame verbetering van de
rechtshandhaving op de Nederlandse Antillen door middel van het PVNA.
De afgelopen jaren heeft Nederland deskundigheid en geld (EUR 24
miljoen) ter beschikking gesteld. Onlangs is besloten het PVNA te
verlengen met twee jaar. Hiervoor heeft Nederland in totaal EUR 21
miljoen ter beschikking gesteld. Het plan van aanpak voor 2008 en
verder wordt momenteel geschreven. Het WODC rapport levert daarvoor
belangrijke input.
Samenwerking op het gebied van de rechtshandhaving vindt echter niet
alleen plaats in het kader van het PVNA. Op specifieke terreinen wordt
al langere tijd samengewerkt binnen het Koninkrijk. Het Recherche
Samenwerkingsteam, belast met de bestrijding van zware, georganiseerde
en grensoverschrijdende criminaliteit en de Kustwacht voor de
Nederlandse Antillen en Aruba zijn hiervan de voorbeelden.
Meer informatie
* WODC-rapport: Georganiseerde criminaliteit en rechtshandhaving op
St. Maarten
08-10-2007 | pdf-document, 2.00 MB
Zie het origineel
* Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum