Colleges van Burgemeester en Wethouders Postbus 90801
I.a.a. 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Directeuren Sociale Dienst Telefoon (070) 333 44 44
Hoofden Sociale Zaken Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
Directeuren/hoofden I&A
Gemeenteraadsleden p/a Griffier
Hoofdkantoor en vestigingen CWI
Hoofdkantoor UWV
Hoofdkantoor IWI
Wsw-bedrijven
Contactpersoon Gemeenteloket Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
Doorkiesnummer (070) 333 41 30 Datum 3 oktober 2007
E-mail gemeenteloket@minszw.nl
Onderwerp Verzamelbrief september 2007
Door middel van de Verzamelbrief informeer ik u over relevante ontwikkelingen op het terrein
van werk en inkomen. Deze maand bevat de brief informatie over de volgende onderwerpen:
1. Goed voorbeeld: Parkpolis voor groep daklozen in Amsterdam
2. Regiobijeenkomsten Iedereen Doet Mee
3. Middelen voor armoede, schulden en handhaving naar gemeentefonds
4. Nadere informatie over verplichte toepassing DVS per 1 januari 2008
5. Generaal pardon en bijstandsuitkering
6. Database adviezen Toetsingscommissie WWB
7. Evaluatie cliëntenparticipatie WWB
8. Gemeentelijke samenwerking op het terrein van de WWB
9. Nieuwe cijfers uit de Divosa-monitor 2007
1. Goed voorbeeld: Parkpolis voor groep daklozen in Amsterdam (zie bijlage)
Op verzoek van mijn collega Minister Klink van VWS wil ik u graag attent maken op een
initiatief van de gemeente Amsterdam inzake de zorgverzekeringen.
De gemeente Amsterdam start een pilot van een jaar waarbij zij zorgverzekeringen aanbiedt
aan 100 onverzekerde dak- en thuislozen. Het gaat hierbij om een kleine groep zware
zorgmijders, die zich volledig onttrekt aan hulpverlening terwijl zij dit wel nodig hebben. Met
deze maatregel, de Parkpolis, wil de gemeente deze mensen in beeld krijgen zodat de juiste
zorg geboden kan worden.
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
Een vervolgstap is dat deze mensen na een half jaar zelf of met behulp van inkomensbeheer in
staat zijn ook hun financiën te regelen. De Parkpolis wordt dan omgezet in een reguliere
collectieve polis die de gemeente aanbiedt aan alle Amsterdammers met een
minimuminkomen. Meer informatie over deze pilot vindt u in bijlage 1.
2. Regiobijeenkomsten Iedereen Doet Mee
Actieprogramma
Op Prinsjesdag heeft het kabinet het Actieprogramma Iedereen Doet Mee aan de Tweede
Kamer aangeboden. Het actieprogramma geeft uitwerking aan de landelijke afspraken tussen
kabinet, VNG, werkgevers en werknemers om in deze kabinetsperiode 200.000 mensen extra
aan de slag te helpen. De landelijke afspraken over arbeidsparticipatie, maatschappelijke
participatie en ondernemerschap moeten hun weerslag krijgen op lokaal en regionaal niveau.
Mensen willen doorgaans immers het liefst in hun eigen gemeente of regio aan het werk en
doen in hun eigen omgeving aan mantelzorg en vrijwilligerswerk. Om zoveel mogelijk mensen
te activeren is regionale samenwerking onontbeerlijk.
U kunt het Actieprogramma vinden op de website van het ministerie: www.szw.nl
Regiobijeenkomsten
Om de samenwerking tussen de betrokken partijen in de regio te stimuleren worden de
komende maanden zes regiobijeenkomsten georganiseerd. De eerste bijeenkomst vindt plaats
op 15 oktober in de regio Sittard/Heerlen/Maastricht. In de periode t/m december volgen er
bijeenkomsten in de regio's Zeeland, Groningen, Zwolle, Utrecht en Enschede. Voor de
bijeenkomsten worden de door de regio zelf aangegeven sleutelfiguren op de regionale
arbeidsmarkt uitgenodigd, waarbij gedacht kan worden aan werkgevers, scholingsinstituten,
gemeenten, UWV en CWI.
Bij de eerste bijeenkomst zijn beide bewindslieden aanwezig, bij de daaropvolgende steeds in
elk geval één van beide. De bewindslieden starten met een uiteenzetting over de landelijk
gemaakte afspraken. Vervolgens gaan de aanwezigen met elkaar in gesprek over de
knelpunten op de eigen regionale arbeidsmarkt en hoe zij dit samen in de regio kunnen
oplossen. De gemaakte afspraken over samenwerking zullen indien mogelijk hun beslag
krijgen in een intentieverklaring.
Als u meer wilt weten over deze regiobijeenkomsten kunt u een mail sturen aan Nienke Kuiper
mailto:nkuiper@minszw.nl
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
3. Middelen voor armoede, schulden en handhaving naar gemeentefonds (zie bijlage)
In het Bestuursakkoord waarover op 4 juni 2007 overeenstemming tussen het Rijk en de VNG
werd bereikt - en waar het deelakkoord participatie SZW-VNG deel van uit maakt - is de
ambitie uitgesproken om in de periode 2008-2011 een extra impuls te geven aan het bestrijden
van armoede en het terugdringen van het aantal huishoudens met problematische schulden.
Om de afspraken financieel te ondersteunen stelt het kabinet een bedrag oplopend tot
80 mln structureel beschikbaar. Er is geen onderverdeling in het budget aangebracht. In het
Bestuurlijk Akkoord is afgesproken deze middelen onderdeel te laten zijn van de algemene
uitkering van het gemeentefonds.
Naast deze middelen zijn de extra middelen voor schuldhulpverlening (amendementen
Noorman-den Uyl en Verburg) toegevoegd aan de algemene uitkering van het gemeentefonds.
Tot slot is afgesproken om de in het kader van het SZW-Handhavingsprogramma 2007-2010
gereserveerde middelen voor het verankeren van het zogenoemde Programmatisch Handhaven
in de gemeentelijke beleids- en uitvoeringspraktijk toe te voegen aan het gemeentefonds.
De toevoeging van de middelen vloeit voort uit de afspraken in het deelakkoord participatie.
In bijlage 3 vindt u meer informatie over de afspraken die de VNG en ik hebben gemaakt en
over de hoogte van de toevoegingen.
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen is een motie aangenomen waarin het kabinet
wordt gevraagd om in 2008 en 2009 elk 40 miljoen euro extra beschikbaar te stellen om
kinderen in armoede te ondersteunen. Over de uitwerking van deze motie zal ik u op een later
moment informeren.
4. Nadere informatie over verplichte toepassing DVS per 1 januari 2008
In de verzamelbrief van 12 juli jl. heb ik u op hoofdlijnen geïnformeerd over de verplichte
toepassing van het Digitaal Verantwoordingsysteem (DVS) door gemeenten vanaf 1 januari
2008. Hierin heb ik aangegeven dat ik de exacte invoeringsmaatregelen voor DVS voor 1
september 2007 aan u bekend zou maken. Met uitzondering van gemeenten die reeds op DVS
zijn aangesloten, zijn de colleges van B&W van alle gemeenten bij brief van 29 augustus 2007
geïnformeerd over de stappen die zij voor de verkrijging van de certificaten moeten zetten
(W&B/SFI/07/27876). Deze informatie kunt u desgewenst terug lezen op
www.gemeenteloket.szw.nl, uiteraard zonder de per gemeente verschillende codes voor de
toegang tot www.dvsuitrol.nl, het centrale punt om de voor DVS benodigde certificaten aan te
vragen.
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
Aan het gebruik van DVS zijn zowel voor gemeenten als voor het ministerie
doelmatigheidsvoordelen verbonden. Het implementatietraject wordt door SZW gefinancierd
en maximaal ondersteund. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van de
certificaten, het (laten) installeren van twee softwarepakketjes, het intern organiseren van het
gebruik van DVS en het gebruik en beheer van de certificaten.
U moet als gemeente vóór 1 januari 2008 over de certificaten beschikken. Ik doe een dringend
beroep op u om uw aanvraag voor de certificaten zo snel mogelijk in te dienen en liefst niet te
wachten tot de uiterste datum, zodat er bij eventuele obstakels nog tijd is om deze weg te
nemen.
5. Generaal pardon en bijstandsuitkering
Op grond van de regeling afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet (het generaal
pardon) hebben enkele duizenden personen inmiddels een verblijfsvergunning ontvangen. Een
deel van deze groep meldt zich bij gemeenten met een aanvraag voor een bijstandsuitkering.
Uitgangspunt is dat bijstand verstrekt wordt als men een verblijfsvergunning heeft, geen
aanspraak kan maken op een andere voorziening en aan de overige voorwaarden voor een
uitkering voldoet.
Personen die in afwachting van woonruimte in een gemeente nog in de centrale opvang
verblijven, kunnen gebruik blijven maken van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en
andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005). Dit is een voorliggende voorziening.
In andere gevallen kan de verlening van een bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en
bijstand (WWB) aan de orde zijn. De gemeente kan de uitkering verlagen als de woonlasten
lager zijn dan waar de bijstandsnorm in voorziet of als de kosten van bestaan met een ander
gedeeld worden.
De datum die vermeld wordt op de verblijfsvergunning is 15 juni 2007. Het recht op uitkering
ontstaat op de datum van de aanvraag om bijstand. Hoofdregel is dat in beginsel geen
uitkeringen met terugwerkende kracht worden verstrekt. Het is aan gemeenten om te
beoordelen of er redenen zijn om van deze hoofdregel af te wijken.
Nader onderzoek van de jurisprudentie bevestigt deze stelregel. Dit betekent dat de
aanvraagdatum in het algemeen als begindatum van de uitkering zal worden gehanteerd, mits
de aanvrager op dat moment feitelijk over een verblijfsvergunning beschikt.
Volgens het proces van de IND (zie bijlage 3 van brief van Justitie en VNG van 26 juni 2007)
beschikt de nieuwkomer over een verblijfsvergunning vanaf het moment dat hij of zij het pasje
krijgt uitgereikt.
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
Het verkrijgen van een verblijfsvergunning met terugwerkende kracht vormt geen bijzondere
omstandigheid die het vervroegen van de ingangsdatum van de bijstandsuitkering kan
rechtvaardigen. Daarvoor moet sprake zijn van een andere, wel bijzondere omstandigheid,
zoals het aantoonbaar zijn ontstaan van schulden.
6. Database adviezen Toetsingscommissie WWB
In bijlage 11 van de verzamelbrief van april 2007 heb ik toegezegd dat SZW vóór 1 augustus
de voor u interessante adviezen van de Toetsingscommissie (TC) openbaar zou maken. Met
ingang van 30 juli 2007 zijn een achttal adviezen op het SZW-gemeenteloket gepubliceerd en
door middel van een eenvoudige zoekstructuur ontsloten. Deze eerste selectie van inhoudelijk
interessante adviezen heeft betrekking op het begrotingsjaar 2005. Naar verwachting zal de
database jaarlijks groeien. Het betreft een aanvulling op de informatie die al op het SZW-
gemeenteloket wordt aangeboden over de regeling. Ik hoop hierdoor gemeenten een beter
inzicht te geven in de criteria die worden gehanteerd en de afwegingen die worden gemaakt
door de Toetsingscommissie bij de totstandkoming van het advies over een aanvraag voor een
aanvullende uitkering.
7. Evaluatie Cliëntenparticipatie WWB
Bijna alle gemeenten betrekken uitkeringsgerechtigden bij uitvoering bijstand
De inbreng van cliënten helpt gemeenten bij de uitvoering van de WWB, vooral als het gaat
om een betere dienstverlening aan de klant. Dat blijkt uit het onderzoek `Evaluatie
Cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand, een landelijk beeld van de lokale vormgeving', dat
ik op 5 juli 2007 naar de Tweede Kamer heb gestuurd. Het onderzoek is onderdeel van de
evaluatie van de WWB.
Het onderzoek laat zien dat praktisch alle gemeenten aan cliëntenparticipatie doen. Wel vindt
bijna de helft van de cliëntenraden dat cliënten nog onvoldoende worden betrokken bij de
uitvoering van de WWB. Verder blijkt dat het vaak moeilijk is een goede, representatieve
cliëntenraad op te zetten voor deze doelgroep.
Het rapport bevat een aantal handreikingen voor gemeenten en cliëntenraden over hoe zij
cliëntenparticipatie vorm kunnen geven. U vindt het rapport op het Gemeenteloket onder de
button Evaluatie WWB (http://gemeenteloket.minszw.nl).
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
8. Gemeentelijke samenwerking op het terrein van de WWB
De Tijdelijke stimuleringsregeling samenwerkingsverband Abw en later WWB bood
gemeenten die wilden gaan samenwerken op het gebied van de WWB een tegemoetkoming in
de kosten. De regeling, die van kracht was vanaf 1 mei 2003 en verviel per 1 juli jl., is met
succes afgerond. 46 samenwerkingsverbanden met daarbij 144 betrokken gemeenten zijn met
gebruik van de regeling tot stand gebracht. De infokaart Intergemeentelijke samenwerking
sociale zaken, waarvan elke gemeente er twee als bijlage bij de Verzamelbrief ontvangt, toont
de cijfers, ontwikkelingen en trends van de gemeentelijke samenwerking op het terrein van de
WWB. Voor meer informatie verwijs ik graag naar de website
www.samenwerkeninuitvoering.nl van Stimulansz.
9. Nieuwe cijfers uit de Divosa-monitor 2007 (zie bijlage)
Nieuwe cijfers over besteding W-deel, ontheffingen en kansen op de arbeidsmarkt
Op 11 juli 2007 is de Divosa-monitor 2007 verschenen, met de titel 'Verschil maken, drie jaar
Wet werk en bijstand'. In deze monitor zijn op basis van 103 respondenten, veelal managers
van sociale diensten, die gezamenlijk 165 gemeenten representeren, diverse gegevens en
meningen samengebracht over de WWB en de uitvoering ervan. Inmiddels zijn door Divosa
nieuwe cijfers naar buiten gebracht, die gebaseerd zijn op een nadere analyse door het
Centrum voor Arbeid en Beleid te Groningen. In de nadere analyse is rekening gehouden met
de bijstandsvolumes en -budgetten in de onderzochte gemeenten. Op dergelijke wijze zijn de
gegevens beter vergelijkbaar met andere gegevensbronnen.
In twee brieven aan de Tweede Kamer heb ik gebruik gemaakt van de ongewogen cijfers over
besteding W-deel en ontheffingen, omdat de gewogen cijfers toen nog niet bekend waren. De
bijgestelde cijfers hebben gevolgen voor de conclusies, waarvan ik u bij deze op de hoogte wil
stellen.
De voornaamste conclusies uit de bijgestelde cijfers zijn:
Besteding van het W-deel: bijna de helft van het werkbudget gaat naar de oude regelingen
(WIW en ID);
Ontheffingen: het percentage mensen in de bijstand dat ontheffing heeft van
sollicitatieplicht is lager dan gedacht (nl. 27,6 %) en wijkt nauwelijks af van het CBS-
percentage (25 %) (bij nader inzien dus geen noemenswaardig verschil tussen beide
cijfers);
Kansen op de arbeidsmarkt: de inschatting door managers sociale diensten van de kansen
van bijstandsgerechtigden op volledige uitstroom is iets gunstiger dan op basis van de
eerdere analyse werd gedacht.
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
In bijlage 9 worden deze punten nader toegelicht en is vermeld om welke brieven aan de TK
het gaat. Meer informatie over de monitor treft u aan op de Divosa-website.
~~~~~~~~~~~~~~~~
Wilt u de Verzamelbrief in het vervolg digitaal ontvangen, stuur dan een e-mail met uw naam,
gemeente, functie en e-mail adres naar Verzamelbrief@minszw.nl.
Voor vragen met betrekking tot de Verzamelbrief kunt u een e-mail sturen naar
gemeenteloket@minszw.nl.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A. Aboutaleb)
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
Bijlagen bij Verzamelbrief september 2007
8
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
Bijlage bij 1 Goed voorbeeld: Parkpolis voor groep daklozen in Amsterdam
Sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet op 1 januari 2006 moeten
verzekeringsplichtigen een zorgverzekering afsluiten en daarvoor premie betalen.
Verzekeringsplichtig zijn de personen die in Nederland wonen of, als ze hier niet wonen, in
Nederland werken. Wie geen zorgverzekering afsluit, kan een boete krijgen en dient de kosten
van medische zorg zelf te betalen. Elke maand dat iemand niet verzekerd is, loopt de boete op.
Dit leidt bij onverzekerde dak- en thuislozen vaak tot extra financiële problemen. Daarnaast
zijn onverzekerde daklozen een kostenpost voor zorginstellingen. Zij zijn namelijk verplicht
medisch noodzakelijke zorg te verlenen, maar moeten de kosten daarvan op de onverzekerden
zien te verhalen.
Amsterdam telt ongeveer 2600 dak- en thuislozen. De meesten van hen maken gebruik van de
collectieve polis bij Agis Zorgverzekeringen die DWI aanbiedt aan alle Amsterdammers met
een minimuminkomen. Er is ook een groep daklozen die geen gebruik maakt van nachtopvang,
geen daklozenuitkering aanvraagt en slaapt in zelfgemaakte onderkomens of op banken in het
park. Deze onverzekerde daklozen krijgen nu een Parkpolis aangeboden.
Uitgangspunt pilot
Uitgangspunt van de pilot is dat GGZ-cliënten een zorgverzekering nodig hebben. Niet alleen
omdat iedere Nederlander verplicht is om verzekerd te zijn, maar ook omdat deze groep
mensen hulp nodig heeft. Het feit dat zij de zorg mijden, betekent niet dat zij geen zorg nodig
hebben. In tegendeel, vaak is er juist sprake van ernstige zorgproblematiek, vooral
psychiatrische problematiek en/of verslavingsproblematiek. Het niet in zorg krijgen van deze
groep cliënten leidt tot verergering van aandoeningen. Ten slotte leidt gebrekkige zorg bij deze
groep cliënten tot extra maatschappelijke kosten in de vorm van overlast en een beroep op
zware voorzieningen bij crisis.
Bijzondere van de pilot
De pilot is bijzonder omdat:
de gemeente de kosten van de polis voor een half jaar betaalt, en
de polis niet alleen bedoeld is om de zorgverzekering te regelen, maar ook bedoeld is als
opstap naar hulpverlening op maat.
De gemeente Amsterdam zal per verzekerde een premie van 108,85 per maand betalen voor
een collectieve basisverzekering bij Agis met een uitgebreide aanvullende verzekering.
Deelnemers aan de Parkpolis zullen worden aangemeld door onder meer instellingen voor
maatschappelijke opvang, geestelijke gezondheidszorg en de GGD.
De Parkpolis is onderdeel van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang van het Rijk en
de vier grote steden om alle dak- en thuislozen zorg en onderdak te bieden. Mensen die
dakloos zijn of dat dreigen te worden, krijgen een individueel traject op de gebieden wonen,
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
zorg, inkomen en dagbesteding. Onderdeel van het plan van aanpak is de verplichting voor
steden om een collectieve verzekering af te sluiten.
Aanpak van de pilot
Cliënten worden opgespoord door bemoeizorgteams. Dit zijn teams van veldwerkers en
sociaal-psychiatrische verpleegkundigen die op straat daklozen aanspreken die verslaafd zijn
of een psychische beperking hebben. Medewerkers van deze teams hebben de opdracht om
mensen toe te leiden naar zorg. Ze doen dit door informatie en advies te geven over het
bestaande hulpverleningsaanbod en door mensen te verleiden tot zorg (bijvoorbeeld door
zaken te regelen die actueel zijn voor de cliënt). De bemoeizorgteams zijn eigenlijk altijd op
straat en hebben veel contact met een groot aantal daklozen. Ze "kennen" de groep dus heel
goed.
Te behalen resultaten
1. Zorgverzekering geregeld: allereerst gaat het erom om cliënten te selecteren voor de
Parkpolis en aan te melden voor hun verzekering.
2. Trajectplan opgesteld: bij de aanmelding van de cliënt voor de Parkpolis wordt de cliënt
besproken in een casusoverleg met vertegenwoordigers van de Dienst Werk & Inkomen,
de GGD, de GGZ/VZ en de Maatschappelijke opvang. In het casusoverleg wordt
besproken welke hulpverlening verder nodig is. Denk hierbij aan het aanvragen van een
uitkering, het opstarten van inkomensbeheer, het aanbieden van onderdak, medische zorg.
3. Reguliere verzekering: het streven is om cliënten met een Parkpolis binnen 6 maanden toe
te leiden naar een reguliere zorgverzekering. Hiervoor is noodzakelijk dat een uitkering
wordt gestart, eventueel in combinatie met inkomensbeheer.
Vervolg na de pilot
De pilot wordt na 12 maanden geëvalueerd. Vragen die voorliggen zijn:
hoeveel cliënten zijn via de Parkpolis verzekerd?
hoeveel mensen zijn aangemeld voor een Parkpolis, maar toch niet verzekerd en waarom
dan niet? (welke lacunes resteren?)
hoeveel cliënten zijn binnen 6 maanden doorgeleid naar een reguliere polis?
en hoeveel cliënten zijn niet doorgeleid naar een reguliere polis en wat zijn hiervoor de
gronden? (lacunes)
is er een positief effect op de hulpverlening (is er vooruitgang op de leefgebieden wonen,
inkomen, zorg, dagbesteding?)
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Veronie Willemars van de gemeente
Amsterdam, tel. 020 - 2518829, V.Willemars@DZS.AMSTERDAM.NL .
10
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
Bijlage bij 3 Middelen voor armoede, schulden en handhaving naar gemeentefonds
De toevoeging van de middelen vloeit voort uit de afspraken over participatie in het
Bestuurlijk Akkoord. De VNG en ik hebben hier onder andere in afgesproken dat:
SZW aanstuurt op gerichte bijstand in natura voor gezinnen met kinderen, waarbij het
beleid gericht dient te zijn op de kosten voor schoolgaande kinderen (te denken valt hierbij
aan computers, vervoer, sport en cultuur);
De VNG gemeenten stimuleert om armoedebeleid zoveel als mogelijk is in te vullen in de
vorm van materiële voorzieningen gericht op participatie;
SZW de langdurigheidstoeslag dereguleert. Gemeenten maken een verordening;
Het streven is niet-gebruik voor alle gemeentelijke regelingen tegen te gaan. Verdere
afspraken betreffen het vergroten van de bekendheid en bestandskoppeling;
VNG en SZW voortbouwen op de recente intentieverklaring door de samenwerking tussen
partners op lokaal en regionaal niveau te bevorderen en goede praktijkvoorbeelden actief
onder de gemeenten te verspreiden;
VNG gemeenten stimuleert grote terughoudendheid te betrachten bij het verlenen van
leenbijstand;
VNG en SZW in kaart brengen op welke wijze de effectiviteit en de kwaliteit van de
minnelijke schuldhulpverlening versterkt kan worden.
Het gemeentelijk handhavingsbeleid is mede ondersteunend aan het streven van het kabinet te
komen tot een zo groot mogelijke participatie van iedereen. Primair gaat het er hierbij om te
stimuleren dat personen die bijstand ontvangen zo spoedig mogelijk weer in hun eigen
onderhoud voorzien, bij voorkeur door het aanvaarden van werk. Voorkomen moet worden dat
mensen ten onrechte aanspraak (blijven) maken op inkomensondersteuning. Een adequate
gemeentelijke handhaving draagt hieraan uitdrukkelijk bij. Het gaat om het tot stand brengen
van een activerende sociale zekerheid, waarbij gedacht kan worden aan:
· het bevorderen van het nakomen van de WWB-verplichtingen,
· het bevorderen van het meewerken aan re-integratie,
· het voorkomen van onnodige instroom in de uitkering en
· het bevorderen van uitstroom.
Het borgen en verankeren van de methode Hoogwaardig Handhaven in de gemeentelijke
beleids- en uitvoeringspraktijk kan hier ondersteuning bieden. Voor de implementatie van
handhaving moet er een op gemeentelijk niveau vormgegeven handhavings- of fraudeplan
komen met concrete, meetbare doelen.
Binnen het verband van het bestuursakkoord dat BZK met gemeenten heeft gesloten
- en waarvan het Bestuurlijk Akkoord SZW VNG deel uit maakt heb ik met de VNG
afgesproken om de in het kader van het SZW-Handhavingsprogramma 2007-2010
gereserveerde middelen voor het verankeren van het zogenoemde Programmatisch Handhaven
in de gemeentelijke beleids- en uitvoeringspraktijk toe te voegen aan het Gemeentefonds.
---
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
Hierbij is gekozen voor een verdeelsystematiek met een vast bedrag voor iedere gemeente en
een verdeling van de resterende middelen op basis van het inwonertal. Op die wijze wordt
gewaarborgd dat ook kleinere gemeenten over een voldoende substantieel bedrag beschikken
om de activerende sociale zekerheid tot stand te kunnen brengen.
Op Prinsjesdag publiceerde het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de
septembercirculaire van het gemeentefonds, met nadere informatie. Gemeenten kunnen in de
informatierubriek gemeentefonds op de BZK-site http://www.minbzk.nl/gemeentefonds zien
wat de toevoeging aan het gemeentefonds per taak is en hierop ook zelf ramingen invoeren.
Ook op de web-site van SZW treft u verdere informatie aan. Hieronder treft u de totale
bedragen aan.
Tabel: toevoegingen gemeentefonds in mln. euro (afgerond)
jaar bestrijden armoede en schuldhulpverlening handhaving
terugdringen schulden
2007 0 31,7 10,1
2008 5 18,1 8,6
2009 10 15,1 8,6
2010 60 8,6
2011 80
(structureel)
12
Ons kenmerk INTERCOM/2007/29953
Bijlage bij 9 Nieuwe cijfers uit de Divosa-monitor 2007
Bestedingen W-budget
Uit de nieuwe cijfers blijkt de volgende verdeling wat betreft besteding W-deel:
BESTEDING W-BUDGET NA WEGING MET HET UITGEGEVEN BUDGET (na nadere
analyse)
Respondenten, Extrapolatie naar Nederland (op
(n= 76) basis van totale uitgaven W-
budget 2006 ( 1.571.122.918)
Oude regelingen WIW-ID 47,3% 742.545.885
Loonkostensubsisidies 6,6% 104.262.419
Scholingssubsidies 3,6% 56.891.974
Combinatie Loonkosten- en scholingssubsidies 3,7% 57.355.277
WorkFirst 5,5% 86.042.260
Schuldhulpverlening 0,9% 14.069.343
Begeleidingstrajecten (zonder loonkosten) 15,4% 241.683.834
Persoonsgebonden reïntegratietraject 1,2% 19.296.877
Inburgering 1,8% 27.684.559
Zorgtrajecten 4,0% 63.306.944
Verkleining wachtlijst Wsw 1,2% 18.151.580
Anders 8,9% 139.831.966
Ontheffing van de arbeidsplicht
In de Divosamonitor betreft het (ongewogen) percentage ontheffingen beneden de 65 jaar in
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid