SGP


04 - 10 - 07 | SGP: kabinet mag weigeren een initiatiefwet te ondertekenen.

Staatsrechtelijk staat het kabinet volledig in haar recht om een eventueel initiatiefwetsvoorstel
over een tweede referendum over Europa NIET te bekrachtigen. De Grondwet is er duidelijk over, en alle staatsrechtdeskundigen evenzeer.
In ons dualistische stelsel mag de regering te allen tijde haar eigen afweging maken.

---

----------

Spoeddebat âcontraseignâ
4 oktober 2007
Kees van der Staaij

Voorzitter, we kunnen lang en breed over dit onderwerp praten, de belangrijkste staatsrechtelijke conclusie staat vast. In de Nederlandse verhoudingen, waarvan als het gaat over de omgangsvormen van regering en Staten-Generaal dualisme een wezenlijk kenmerk is, is de regering geenszins verplicht om een initiatief-wetsontwerp te ondertekenen. De literatuur over het staatsrecht laat daar geen twijfel over bestaan. Voorzover ik heb kunnen nagaan zijn alle gezaghebbende auteurs over het staatsrecht het erover eens dat de regering de vrijheid heeft om een aangenomen initiatiefwet niet te bekrachtigen.

Het contraseign vloeit voort uit het zoëven door mij al even aangestipte dualisme, dat daarin bestaat dat zowel de regering als de Staten-Generaal hun bevoegdheden weliswaar in samenwerking met elkaar uitoefenen, maar daarbij ieder zelfstandig hun afwegingen kunnen en mogen maken. In ons systeem van âchecks and balancesâ is dat een groot goed, en voorzover er kortsluiting mocht ontstaan, dan voorziet het Nederlandse geschreven en ongeschreven staatsrecht over voldoende mogelijkheden om uit een eventuele constututionele impasse te geraken.

Uiteraard is met deze insteek niet alles in dit debat gezegd. Want ook dat is een rode draad in alle staatsrechtelijke vertogen over het contraseign: het moet bij de weigering van het contraseign uitdrukkelijk gaan om hoge uitzonderingen. Dat wordt nog eens onderstreept door het feit dat het in de staatkundige geschiedenis van Nederland slechts twee keer is gebeurd dat een contraseign is geweigerd, en in die gevallen nog niet eens om puur politieke redenen.

Toen ten tijde van het kabinet-Den Uyl minister van Justitie Van Agt hardop filosofeerde over de mogelijkheid om een hem onwelgevallig initiatief over de abortuskwestie niet te zullen ondertekenen, deed dat heel wat stof opdwarrelen â uiteraard met name in de hoek van diens politieke tegenstanders. Tekenend: iemand als A. Vondeling, PvdAâer en politiek criticus van Van Agt, kon hem staatsrechtelijk niets maken, zoals hij toegaf in Socialisme&Democratie!

Zoals gezegd: weigering dient een hoge uitzondering te zijn. En, voeg ik daar namens de SGP-fractie aan toe, zoân weigering dient goed gemotiveerd te worden, inclusief de mogelijkheid voor de Kamer(s) om daarover met de regering van gedachten te wisselen in een parlementair debat. Dat is niet meer dan normaal in een bestel waarin naast dualisme óók openheid en verantwoordelijkheid met grote letters worden geschreven. Aan het eind van zoân debat kan dan vervolgens de balans worden opgemaakt, een balans die, als dat debat op scherp komt te staan, uiteindelijk een politieke zal zijn â geen staatsrechtelijke. Welnu. Dat is exact wat hier vandaag en in dit debat gebeurt.