100 - De Arctis als vergrootglas
Datum: 25 september 2007
Ingrid Tulp beschrijft in een boeiend proefschrift het harde leven van
arctische broedvogels, vanaf het moment dat zij uitgeput arriveren op
de toendra totdat zij enkele maanden later met hun kroost naar het
Zuiden trekken. De Arctis is voor een bioloog een vergrootglas; want
in deze extreme omstandigheden is de timing van aankomst en broeden
van de steltlopers nog crucialer dan in gematigder gebieden. En de
gevolgen van de klimaatverandering zouden er ook wel eens beter
zichtbaar kunnen zijn. Tulp promoveert op 5 oktober 2007 aan de
Rijksuniversiteit Groningen.
Elk jaar maken veel steltlopersoorten vanuit Afrika en Europa een
lange reis naar de arctische toendra, waar ze hun nageslacht op de
wereld zetten. Voor deze vogels bestaat het voedsel hier voor een
belangrijk deel uit insecten. Deze verschijnen echter pas als de
sneeuw verdwijnt en bovendien zijn ze maar in een korte piekperiode
beschikbaar. Aangezien kuikens alleen goed kunnen groeien als er
voldoende voedsel is, is het dus zaak voor de ouders dat ze op tijd
beginnen met broeden. Ze moeten de uitkomst van de eieren zo plannen
dat de kuikens precies tijdens die voedselpiek geboren worden of
opgroeien.
Nauwelijks reserves
Tijdens Tulps driejarige onderzoeksperiode bleek echter dat kuikens
vaak relatief laat geboren worden ten opzichte van de voedselpiek.
Toch is eerder beginnen met broeden in veel gevallen geen optie. Bij
aankomst op de toendra hebben de ouders namelijk nauwelijks reserves.
Hooguit genoeg om een paar dagen te overleven als de toendra nog met
sneeuw bedenkt zou zijn. Bovendien hebben de ouders tijdens het
broeden ook voedsel nodig. En helemaal als ze alleen voor de broedzorg
moeten opdraaien, iets wat bij veel soorten gebruikelijk is. Te vroeg
aankomen brengt daarom het risico met zich mee dat er nog geen voedsel
is en ze verhongeren.
Eieren in de vriezer
Tulp is er in geslaagd haar onderzoek ook voor niet-vakgenoten
begrijpelijk en aantrekkelijk te presenteren: zij schreef een
uitvoerige populair-wetenschappelijke samenvatting en laat bovendien
elk hoofdstuk van haar proefschrift vergezeld gaan van een voor de
leek toegankelijk stukje. Zo beschrijft zij onder de titel `Eieren in
de vriezer' hoe de verschillende soorten steltlopers het voor elkaar
krijgen hun eieren zoveel mogelijk op 40 °C te houden in een
nestkuiltje dat maar vlak boven de permafrost ligt.
Alleenstaande ouders
Ook vertelt zij over de tijdnood van de alleenstaande ouder, die niet
zoals bepaalde andere steltlopers, het broedwerk eerlijk verdeelt met
de partner, maar alles alleen opknapt. De strategie van de kleine
strandloper is wel heel bijzonder: Zodra zij vier eieren in het nest
heeft gelegd, laat het vrouwtje haar man en nest in de steek, zoekt
een nieuwe partner en legt nog eens vier eieren., die zij vervolgens
alleen uitbroedt. Vergeleken met soorten die de broedzorg verdelen,
hebben deze alleenbroeders het zwaarder, vooral tijdens de periode dat
de eieren bebroed moeten worden. Dan wisselen ze het broeden af met
korte foerageertripjes. Maar de eieren kunnen niet te lang alleen
gelaten worden: dan koelen ze teveel af en dat is niet goed voor de
ontwikkeling. Daar ligt dan meteen weer de link naar de timing: voor
deze soorten is het niet mogelijk om eerder te beginnen met broeden
omdat de ouders tijdens het broeden dan te weinig voedsel hebben.
Mislopen voedselpiek
De voorspelling is dat de Arctis meer dan andere gebieden de gevolgen
zal gaan ondervinden van de opwarming van de aarde. Onder invloed van
recente klimaatveranderingen is in het onderzoeksgebied de voedselpiek
naar voren geschoven. Het moment dat de hoeveelheid voedsel maximaal
is is de afgelopen dertig jaar met een week vervroegd. Dat lijkt
misschien niet heel veel, maar de voorjaarstrek is krap getimed.
Steltlopers komen elk jaar exact op dezelfde tijd aan. Een paar dagen
kan dan een groot verschil uitmaken .
Nog verdere opwarming en daarmee dus vervroeging van het seizoen -
kan ertoe leiden dat steltlopers de voedselpiek gaan missen, waardoor
hun kuikens niet goed kunnen groeien. Ook de voorspelling dat de
neerslag in de zomer gaat toenemen is niet gunstig voor kuikens, omdat
insecten dan moeilijker te vinden zijn.
Curriculum vitae
Ingrid Yvonne Maria Tulp (Heerlen, 1967) promoveert tot doctor in de
Wiskunde en Natuurwetenschappen. Ze voerde haar onderzoek grotendeels
uit in haar eigen tijd bij de vakgroep Dierecologie in nauwe
samenwerking met IMARES. De titel van het proefschrift luidt: `The
arctic pulse - Timing of breeding in long-distance migrant
shorebirds.' Tulp is werkzaam als onderzoeker bij IMARES.
Noot voor de pers
Meer informatie: Ingrid Tulp, tel. 0255-56 46 60, e-mail:
ingrid.tulp@wur.nl
Rijksuniversiteit Groningen