Provincie Friesland


---

PERSBERICHT

Nummer: 306 / SW
Datum: 02-10-2007

Biomassavergistingsinstallaties bij boerderijen wel mogelijk

Volgens gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân is bij boeren onduidelijkheid ontstaan of een biomassavergistingsinstallatie bij een agrarisch bedrijf is toegestaan. Dit komt door een uitspraak van de Raad van State in augustus 2007, waarbij een dergelijke installatie niet bij een agrarisch bedrijf op Texel gebouwd mocht worden, omdat deze installatie niet paste binnen de begripsbepalingen van 'agrarisch bedrijf'. Volgens de provincie is er echter geen reden voor ongerustheid voor boeren die een vergistingsinstallatie willen bouwen, omdat er planologische mogelijkheden zijn om dit op een goede manier te regelen.

Al in oktober 2005 signaleerde de provincie in haar notitie '(Co)-vergistinginstallaties in relatie tot de ruimtelijke ordening' dat de bouw van een biomassavergistingsinstallatie geen activiteit is die zondermeer op een agrarisch bouwperceel is toegestaan. Gedeputeerde Staten hebben toen dan ook aan de gemeenten geadviseerd een dergelijke installatie niet bij recht in een bestemmingsplan op te nemen, maar dit via een zogeheten regeling bij vrijstelling te doen, zodat eventuele juridische problemen - zoals die zich nu bij de gemeente Texel hebben voorgedaan - kunnen worden voorkomen. Op Texel ging het bovendien om een zeer grote installatie. Het opwekken van elektriciteit was daardoor niet van ondergeschikte betekenis, zodat de activiteit niet kon opgaan in de agrarische activiteit.

Als er haast bij is kunnen gemeenten ook gebruikmaken van een specifiek hiervoor bedoelde vrijstellingscategorie binnen de Wet Ruimtelijke Ordening. In de praktijk maken gemeenten ook al gebruik van deze mogelijkheden. De provincie Fryslân verwacht niet dat het gevoerde beleid voor biomassavergistingsinstallaties in Den Haag op problemen zal stuiten.


---- --