Provincie Noord-Holland

'Invoering strafbeschikking tegen Rechten van de Mens'

4-10-2007

De invoering van de strafbeschikking waarbij bijvoorbeeld een burgemeester straf kan opleggen aan een overtreder is een fundamentele wijziging van ons staatsbestel. Strafbeschikking is zelfs in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit zegt commissaris van de Koningin Harry Borghouts vandaag op de Bestuursrechtersdag 2007 in Amsterdam.

In de discussie over handhaving van de openbare orde, bestrijding van voetbalvandalisme en huiselijk geweld, vinden sommigen dat de burgemeesters dezelfde bevoegdheden tot strafrechtelijke afdoening moet krijgen als het Openbaar Ministerie. Borghouts waarschuwt voor insluipen van strafrechtelijke bevoegdheden in het bestuursrecht. Beslissingen van de overheid moeten zich richten naar de geldende rechtsorde en er is geen ruimte voor eigenrichting, óók niet door de overheid. Nederland heeft een uitgebalanceerd systeem van rechtshandhaving.
Op dit moment geldt het systeem van het transactievoorstel waar bij het betalen van een boete, die is opgelegd door het openbaar ministerie, geen sprake is van een schuldbekentenis en de verdachte geen strafblad krijgt.
De strafbeschikking daarentegen werkt als een rechterlijk vonnis, niet uitgesproken door een onafhankelijke rechter maar door de Officier van Justitie of een ander bestuursorgaan (zoals het provinciebestuur).

Het misbruik acht Borghouts het grootst daar waar de staat de bevoegdheid heeft in te grijpen in het persoonlijke leven van individuele burgers. De geschiedenis leert dat eenmaal gegeven bevoegdheden niet snel worden herroepen en de grenzen zelfs worden opgerekt.
Als voorbeeld noemt Borghouts de beperkte identificatieplicht, die in 1994 is ingevoerd, nadat voorheen geen identificatieplicht gold. De wet was bedoeld om een verdachte van ernstige delicten te verplichten zich te legitimeren. Inmiddels geldt sinds 1 januari 2005 de uitgebreide identificatieplicht, waarbij, weliswaar niet officieel, het niet onmiddellijk kunnen tonen van een legitimatie strafbaar is. Sinds de invoering zijn meer dan 129.000 boetes uitgedeeld voor het niet tonen van een legitimatie, maar het Openbaar Ministerie kan geen voorbeelden noemen van ernstige delicten die door de invoering van de wet zijn voorkomen.

Kijk hier voor de tekst van de toespraak

Geef uw mening! Reageer op dit bericht