Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
logoocw
De voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk
4 oktober 2007 DCE/07/39097
Onderwerp
Onderzoek naar de kwaliteit van archeologische
programma's van eisen
Het voorliggende rapport bevat de resultaten en conclusies van het onderzoek dat de
sector Archeologie van de Erfgoedinspectie en de Rijksdienst voor Archeologie,
Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) gezamenlijk hebben uitgevoerd naar de
kwaliteit van archeologisch onderzoek. Hiermee kom ik tegemoet aan een schriftelijke toezegging aan
de Kamer (Kamerstuk 2005-2006, 29259 nummer 15). Het betreft archeologisch onderzoek dat in het
kader van de Archeologische Monumentenzorg in 2006 is uitgevoerd. Vanaf de introductie van de
marktwerking in de archeologie zijn er vragen en zorgen geweest over de kwaliteit van archeologisch
onderzoek. Het is om die reden dat medio 2005 een grootschalig onderzoek naar de kwaliteit van het
archeologisch onderzoek te laten uitvoeren door de Erfgoedinspectie en de Rijksdienst voor
Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten samen. Kern in de archeologische monumentenzorg is
het programma van eisen en het is om die reden dat het eerste deel van dit grootschalige onderzoek,
zich op de kwaliteit van programma's van eisen (PvE's) en het veldwerk ligt.
De conclusies en de negen aanbevelingen uit het onderzoek geven een wisselend beeld. Ik vind het
positief dat de Erfgoedinspectie constateert dat de kwaliteit over het algemeen sterk is verbeterd. Dat
geeft aan dat vergunninghouders steeds zorgvuldiger en consequenter aandacht besteden aan het
programma van eisen. De inspectie constateert ieder jaar echter ook dat er nog te veel programma's
van eisen onder de maat zijn. Het blijft zaak om, zoals de erfgoedinspectie aanbeveelt, hier scherp op
te blijven letten de komende jaren. De aanbeveling van de inspectie om een standaard PvE model te
introduceren als voorschrift in de opgravingvergunning, vind ik interessant. Ik zal hierover een besluit
nemen nadat ik heb bekeken of dit niet leidt tot een onevenredige lastendruk en bureaucratie.
Dit onderzoek is een eerste stap in de richting van het monitoren van de kwaliteit in de cyclus van de
archeologische monumentenzorg. De Erfgoedinspectie en de Rijksdienst zullen ook onderzoek doen
naar de kwaliteit van de archeologische rapportages. Uit de verschillende onderzoeken zal een
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
E
blad 2/2
totaalbeeld ontstaan dat inzicht geeft in de werking van de nieuwe archeologische wetgeving (de
maltawetgeving). Zodra de nieuwe onderzoeken verricht zijn, zal ik u hierover informeren.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk