Zicht op werk
informatie re-integratietrajecten niet bruikbaar voor raad
Downloads
* Zicht op werk - rapport
* Zicht op werk - persbericht
B en W willen dat in 2010 10.000 mensen uit de bijstand aan het werk
zijn. Eén van de middelen hierbij is een re-integratietraject. De
gemeenteraad kan echter niet vaststellen welke resultaten B en W met
deze re-integratietrajecten bereikt. Ook zijn B en W de komende jaren
niet meer aan te spreken op deze resultaten. Dit concludeert de
Rekenkamer Rotterdam in haar rapport Zicht op werk;
kwartaalrapportages re-integratie getoetst.
Re-integratiebedrijven helpen uitkeringsgerechtigden met scholing,
stages en cursussen om weer aan de slag te gaan. De Rekenkamer
Rotterdam heeft een onderzoek gedaan naar de informatie die de
gemeenteraad krijgt over het succes van deze inspanningen. Het
onderzoek was gericht op de gegevens over re-integratietrajecten die
het college in de kwartaalrapportages aan de raad stuurt.
De raad wordt bijna ieder kwartaal door B en W geïnformeerd over de
basisre-integratietrajecten en de re-integratieplustrajecten. Dit
gebeurt in kwartaalrapportages. De gegevens hierin komen van de
re-integratiebedrijven. Ze worden door de dienst Sociale Zaken en
Werkgelegenheid niet systematisch gecontroleerd. Ook is niet te
achterhalen hoe SoZaWe de gegevens van de re-integratiebedrijven
verwerkt tot gegevens in de kwartaalrapportages.
SoZaWe baseert zich in de kwartaalrapportages op de gegevens van
re-integratiebedrijven en niet op het eigen systeem GWS4all. Dat
systeem acht de dienst voor de gegevens over re-integratietrajecten
onbetrouwbaar. In de financiële administratie van SoZaWe zijn wel
bewijzen aanwezig die verzameld worden om een re-integratiebedrijf te
kunnen betalen. De rekenkamer heeft deze administratie laten
vergelijken met de gegevens van de re-integratiebedrijven. Dan blijkt
het onzeker te zijn of de gegevens juist zijn. Niet voor alle gegevens
zijn namelijk bewijzen in de financiële administratie aanwezig zijn.
Verder ontbreken definities in de kwartaalrapportages. Ook staan er
soms onjuiste tellingen in. Naast de kwartaalrapportages wordt de raad
ook op andere manieren geïnformeerd over re-integratietrajecten: via
het uitvoeringsverslag Wwb en de rapportage collegedoelstellingen. Het
is voor de lezer niet duidelijk hoe al deze rapportages zich tot
elkaar verhouden en op welke punten ze verschillen.
B en W hebben voor de periode 2006-2010 als doel om 10.000 mensen uit
de bijstand aan het werk te krijgen. Dit is, anders dan bij vorige
colleges, ongeacht of de uitstroom naar werk komt door het volgen van
een re-integratietraject. Hierdoor zijn B en W alleen nog
aanspreekbaar op het aantal mensen dat aan het werk is gegaan. De
vraag of re-integratietrajecten daar aan hebben bijgedragen
(effectiviteit) is daarmee niet langer een onderwerp voor sturing
(kaderstelling en controle) door de raad, maar een
uitvoeringskwestie.
De rekenkamer beveelt de raad aan een expliciete keuze te maken: wel
òf niet sturen op te bereiken resultaten met re-integratietrajecten.
Zij beveelt B en W onder meer aan gebruik te maken van de eigen
financiële administratie om zo te zorgen voor betrouwbare informatie.
B en W hebben in hun reactie laten weten dat zij bezig zijn met een
nieuw informatiesysteem (RAAK). Zij verwachten over twee jaar betere
informatie beschikbaar te hebben. Verder zijn zij van mening dat
re-integratietrajecten middel zijn om mensen aan het werk te helpen en
geen doel. De effectiviteit van de trajecten kan verbeterd kan worden
als wordt gestuurd op de doelstellingen: uit de uitkering en aan het
werk.
Minervahuis II, Meent 94 Postbus 70012
3000 KP Rotterdam telefoon: 010
- 4172242 ____________________
Rekenkamer Rotterdam