Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Inhoud pagina: Toespraak minister Ter Horst bij Themadag Samen werken aan lokale veiligheid


3 oktober 2007

Een jaar geleden, dames en heren, heeft een aantal van u gesproken over de praktijk van het veiligheidsbeleid. Het was een succesvolle dag, maar het ging alleen over de samenwerking tussen de gemeente en de politie.
Hoe doorslaggevend die ook kan zijn, veiligheid vereist meer partners. Zeker in de probleemwijken, die prachtwijken of krachtwijken moeten worden. Naast de gemeente en de politie zijn er - onder meer - de bewoners, de ondernemers, de huismeesters, de jongerenwerkers, maatschappelijk werkers en stadswachten. Dat zijn allemaal partners in veiligheid.

Als die partners langs elkaar heen werken dan slaan ze nog geen deuk in een pakje boter - om het maar eens zo te zeggen - en blijft de probleemwijk een probleemwijk. Slaan ze de handen ineen en vormen ze één front slaan ze die deuk wel en is er de kans dat de probleemwijk en prachtwijk, ofwel krachtwijk wordt. Wat betekent samenwerking voor het niveau waar ik op opereer? U weet dat ik met de gemeenten een bestuursakkoord heb gesloten. Eén onderdeel van dat akkoord is de opzet van Regionale Informatie en Expertisecentra. De georganiseerde criminaliteit kunnen we alleen effectief te lijf gaan als we onszelf beter organiseren: samenwerken, informatie delen en een professionele aanpak. Als we dat niet doen leggen we het af bij de wel goed of althans doeltreffend georganiseerde misdaad.

Bij de oplossing van problemen op straat spelen de uitvoerders op straat een cruciale rol. Zijn waar het nodig is en de ruimte krijgen om op te treden. Dat is belangrijk en om dat te onderstrepen zullen de komende jaren 500 extra wijkagenten worden aangesteld.

Ik zou graag zien dat u vandaag verder denkt over de invulling van het bestuursakkoord op andere terreinen. En vooral over de thema's die op lokaal niveau als meest urgent worden ervaren, zoals jeugd & veiligheid, geweld, veilige wijken, overlast en bestuurlijke boete, coffeeshops, prostitutie en fietsendiefstal.

De vraag is steeds: hoe kunnen we in samenwerking zo'n probleem aanpakken?
Laat ik een voorbeeld geven: we hebben afspraken gemaakt over het realiseren van een reductie van 100.000 gestolen fietsen in 2010. Het Rijk zorgt ervoor dat het fietsendiefstal-register van wat vroeger de Rijksdienst voor het Wegverkeer heette, voor het publiek toegankelijk is. Bestuurlijke toezichthouders worden ingezet en multidisciplinaire teams nemen de aanpak van gestolen fietsen op internet ter hand. De politie zorgt voor controle op gestolen 2e hands fietsen. De gemeenten zorgen ervoor dat er meer en veilige stallingsmogelijkheden komen voor fietsen. En het OM zorgt voor prioriteit bij strafrechtelijke follow-up. Dat is een logische en samenhangende aanpak. Nu alleen nog uitvoeren.

Dames en heren, ik benadruk steeds het belang van samenwerking maar dat betekent niet dat niemand de leiding heeft, integendeel. De gemeente heeft de leiding, of noem het regie. Ik zeg dat als oud burgemeester, maar ook als minister van een kabinet dat begrijpt dat voor de burgers de gemeente in feite de meest zichtbare overheid is. De gemeente kent de problemen en de verschillende partijen die het kunnen oplossen. Die partijen zijn nevengeschikt en dan kan niet één van hen de lead nemen. De gemeente kan dat wel. De regierol van gemeenten wordt overigens wettelijk verankerd. Daarvoor gaat dit jaar een voorstel naar de Kamer.

De wettelijke verankering van de regierol is overigens maar één van de instrumenten die zijn voortgevloeid uit het Project Veilige Gemeenten (PVG).
Andere instrumenten zijn een benchmark voor gemeenten, organisatiemodellen en het kernbeleid veiligheid. Dat laatste is een methode die gebruikt kan worden bij de totstandkoming van het integraal veiligheidsbeleid en ruim 3 kwart van de gemeenten heeft inmiddels integraal veiligheidsbeleid. Het PVG is opgezet om gemeenten te helpen bij het opstellen van een integraal veiligheidsbeleid en daarbij de regie in handen te nemen. Burgemeester Lenferink van de gemeente Leiden heeft als voorzitter van de Stuurgroep een grote rol gespeeld in dit project. Ik wil hem hier met nadruk hartelijk danken voor zijn inzet. Hij is overigens vandaag niet aanwezig heb ik begrepen vanwege de oplossing van een ernstig maar oud veiligheidvraagstuk: het Leids Ontzet,

Het Project Veilige Gemeenten houdt dit jaar op te bestaan, maar we blijven het lokale bestuur versterken. We gaan daarbij uit van maatwerk. De gemeenten moeten zelf bepalen in welke mate en op welke manier de thema's uit het bestuursakkoord moeten worden ingevuld. Bijvoorbeeld geweld en prostitutie hebben waarschijnlijk heel verschillende vormen en achtergronden in verschillende plaatsen. Het heeft geen zin om algemeen geldende afspraken te maken. Maatwerk dus. En om de cirkel rond te maken: één van de maten waarmee ik meet is samenwerking. En daar hebben we het over vandaag en dat is ook de teneur van het boek dat Professor Gabriël van den Brink heeft geschreven en dat ik zo dadelijk in ontvangst mag nemen.

Het is altijd wat merkwaardig om opmerkingen te maken over een boek dat je net hebt gekregen of zelfs pas later krijgt uitgereikt. Ik hoop niet dat u mij telepathische gaven toedicht maar ik weet dat Prachtwijken?! Mogelijkheden en beperkingen van Nederlandse probleemwijken een prachtboek is. De boodschap van dit boek is dat veiligheid het resultaat is van gemeenschappelijk optreden van actoren, d.w.z. burgers, overheden, ondernemers en andere professionals en dat leiderschap onmisbaar is. Ik ben het daarmee eens. Er zijn leiders nodig met een verhaal over de toekomst in de gemeenschap, die in contact met burgers gezag kunnen verwerven.

Het boek laat ook zien dat het niet om afspraken maken gaat, maar om daadwerkelijk handelen. Zorg dat de bureaucratische obstakels doorbroken kunnen worden, geef uitvoerders de ruimte en leer bewoners zo nodig hoe moeilijkheden zijn op te lossen. Van den Brink geeft ons mee dat de uitvoering misgaat als niet één persoon verantwoordelijk is. Laat daarnaast de uitvoering op straat prioriteit krijgen. Laat politiefunctionarissen meer tijd doorbrengen op straat. En misschien nog wel de belangrijkste aanbeveling, het handhaven van de openbare orde in de probleemwijken moet als een permanente opgave worden gezien.

Dames en heren, u begrijpt waarom ik dit boek nog even heb samengevat, het bij u aanbeveel en ik het nu graag wil ontvangen.
---

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties