Dexia Bank
Sectorstudie : de KMO-financiering in de Belgische bouwsector
3/10/2007
De bouwsector heeft goed gepresteerd de afgelopen jaren. Over het
algemeen hadden ondernemers weinig moeite om krediet te vinden. Naar
starters toe is de nood aan begeleiding op het financiële vlak wel
opvallend, vooral omwille van de complexe beheersing van de
liquiditeit in de bouwsector. Hier blijkt volgens alle geraadpleegde
bronnen een doorslaggevende rol te zijn weggelegd voor de banken.
De bouwsector behaalde in 2006 een stijging van de toegevoegde waarde
van 8,5%. Dit is zowat het dubbele van hetgeen de gemiddelde nationale
onderneming neerzet. Deze zeer gunstige trend blijkt zich door te
zetten in de eerste helft van 2007. Vanaf het vierde kwartaal 2007
wordt een afkoeling van de bouwsector voorzien. Deze redenering is
vooral gebaseerd op de stijging van de rente en de neerwaartse
cyclische beweging in de burgerlijke bouwkunde.
De solvabiliteit toont aan dat ondernemingen in de bouwsector tweemaal
zo sterk in hun schoenen staan als de rest van de Belgische economie.
Dat dit laatste wel degelijk nodig is, blijkt uit de lagere cijfers
voor de liquiditeit. Ook de rentabiliteitsratio's schetsen het beeld
van een gezonde sector.
De kredietverlening aan de bouwsector zette in de tweede helft van
2004 een opmars in om op het einde van 2006 een piek te bereiken.
Gemiddeld kende de bouwsector daarbij grotere groeipercentages dan het
geheel van alle sectoren.
De bouwsector kent een totaal van 32.424 debiteurs. Dit
vertegenwoordigt zo'n 9% van de totale kredietverlening. Deze
ondernemingen nemen samen EUR 4,6 miljard euro op wat goed is voor
4,5% van de totale kredietverlening. Het gemiddelde opgenomen
kredietbedrag in de bouwsector (EUR 140.841) bedraagt dan ook ongeveer
de helft van dat in het geheel van de sectoren (EUR 277.042).
Ongetwijfeld houdt dit verband met de relatief lage kosten die men
heeft eens de initiële investering gebeurd is. Voor de bouwsector
hebben kredieten op korte termijn gemiddeld een groter gewicht dan bij
het geheel van sectoren. Zelfstandigen uit de bouwsector bijvoorbeeld
gebruiken effectief twee maal meer kaskrediet dan het totaal van de
sectoren.
Volgens Bouwunie en Confederatie Bouw heeft de ondernemer in de eerste
plaats nood aan transparante en overzichtelijke informatie over
financiering. De financiële noden van de sector hangen af van een
aantal generieke variabelen (grootte van de onderneming,
ontwikkelingsstadium, familiebedrijf of niet, structuur) en van een
aantal sectorgebonden variabelen (de plaats die de subsector inneemt
in het bouwproces, de aard van de cliënten en het risico waarvoor men
zich moet verzekeren).
Specifiek voor de bouwsector is dat de vraag naar bedrijfskapitaal
sterk is toegenomen en dat deze behoefte vaak uit het oog verloren
wordt. Hier spelen de betalingsachterstanden zeker een rol en dit
vormt meteen een van de pijnpunten van de sector. Het fenomeen is
inherent aan de sector omdat de ondernemers hun werk vaak moeten
voorfinancieren en het veroorzaakt vaak een extra nood aan
liquiditeiten. Ervaren ondernemers voorzien zich daarop en dit
fenomeen is vooral gevaarlijk voor de kleinste ondernemers.
Rekening houdend met de macro-economische omgeving en de financiële
ratio's en na uitgebreide consultatie van de beroepsfederaties en de
ondernemers zelf kunnen uit de studie volgende aandachtspunten en
aanbevelingen gedistilleerd worden :
1. Over het algemeen is er te weinig planning en aandacht voor
kortetermijnfinanciering. Het is de taak van de bankier om de cliënt
oplossingen aan te bieden die de liquiditeitspositie van de
onderneming versterken.
2. Gezien de hoge graad van zelfinanciering, zou het raadzaam zijn de
rentabiliteit te verbeteren door het aangaan van kredieten.
3. Er viel op te merken dat in de bouwsector vooral geconcentreerd
wordt op het vak. Er moet voor gewaakt worden de financiële kant van
de zaak niet uit het oog te verliezen.
4. De waardering van het materieel blijkt cruciaal te zijn voor wat de
waarborgen betreft. Dit is een belangrijk te verbeteren punt. Volgens
de federaties wordt het materieel niet optimaal gewaardeerd en er werd
voorgesteld een index te ontwikkelen die de waardering van materieel
weergeeft.
5. Volledige en overzichtelijke informatie is belangrijk : er zou een
lijst kunnen beschikbaar worden gesteld met alle
financieringsproducten waarvoor een project in aanmerking komt.
6. Het is belangrijk dat de ondernemer een aantal evaluatiecriteria
van een kredietdossier kent. Een dergelijke score/rating kan een
referentiepunt vormen voor de ondernemer. Zo kan de ondernemer
pro-actief te werk gaan en zijn score/rating positief beïnvloeden.
7. Er zou meer persoonlijk contact moeten komen tussen de ondernemer
en de bankier. Volgens de federaties is de bankier belangrijker dan de
bank en brengt de langetermijnvisie het meest op.
Dexia - Persdienst
Rogierplein, 11 (DT 29/02)
1210 Brussel
Tel. 02 213 50 81
Fax. 02 213 58 68
pressdexia@dexia.com