TU Delft treft maatregelen tegen Delftsch Studenten Corps
Het College van Bestuur van de TU Delft heeft besloten de financiële ondersteuning van het Delftsch Studenten Corps (DSC) voor het collegejaar 2008/2009 te korten. Deze korting betreft de garantiemaanden ( beurzen ) van die besturen met een directe verantwoordelijkheid voor het goede verloop van de introductietijd voor nieuwe leden. De maatregel betreft een korting in financiële ondersteuning van 144 garantiemaanden op een totaal van 384.
Voor het daaropvolgende collegejaar 2009/2010 zullen deze garantiemaanden op voorwaardelijke basis verleend worden. Slechts wanneer het DSC ruim voor de start van het collegejaar 2008/ 2009 adequate maatregelen neemt om herhaling te voorkomen, kan deze verlening wederom een onvoorwaardelijk karakter krijgen. Beoogd wordt een nieuwe opzet en inrichting van de introductietijd, die zowel inhoudelijk een mentaliteitsverandering reflecteert alsook een betere controle op de naleving van de regels en richtlijnen inhoudt. Daarnaast schort het College van Bestuur alle formele contacten met het DSC gedurende het lopende studiejaar op.
Het College van Bestuur van de TU Delft reageert daarmee op geconstateerde feiten van onacceptabel gedrag tijdens de afgelopen introductietijd bij het Corps.
De TU Delft heeft onder leiding van de rector magnificus onderzoek gedaan naar aanleiding van berichten over wangedrag tijdens de introductietijd bij het Delftsch Studenten Corps in september van dit jaar. Het onderzoek heeft zich niet beperkt tot de beweerde incidenten uit een krantenartikel, maar heeft ook andere meldingen van incidenten onder de loep genomen. Daarbij is gebleken dat een aantal studenten het slachtoffer is geworden van fysiek geweld en vergaande vernedering. De richtlijnen die op initiatief van de verenigingen zelf en met instemming van de TU Delft door de Adviescommissie Introductietijden Delft waren opgesteld, zijn daarmee overschreden. Overigens is niet van alle in het NRC-artikel genoemde feiten gebleken dat deze op juistheid berusten.
Het College van Bestuur acht het geconstateerde gedrag voortvloeiend uit de onderliggende verenigingscultuur onacceptabel. Collegevoorzitter ir. Hans van Luijk: Ondanks het feit dat er richtlijnen zijn en er binnen de vereniging een aantal functionarissen verantwoordelijk zijn voor toezicht op een goed verloop van de introductietijd, heeft toch een aantal studenten zich misdragen. Met ons besluit willen we aangeven dat het afgelopen moet zijn met dit gedrag. De verharding die we zien bij de introductietijd is moreel onacceptabel en past niet in de tijdgeest noch bij de internationaal georiënteerde universitaire gemeenschap die we feitelijk zijn. De goede reputatie van de TU Delft en de Delftse universitaire gemeenschap zijn beschadigd.
De senaat van het Delftsch Studenten Corps heeft zich bereid verklaard om gezamenlijk met haar (oud) leden zich te bezinnen op een nieuwe aanpak van de introductietijd en voorstellen daartoe te ontwikkelen, waarbij ook overleg gevoerd zal worden met het College van Bestuur van de TU Delft.
Het College van Bestuur zal verder een breder initiatief nemen om te komen tot afspraken met het overkoepelende orgaan van alle studentenverenigingen gericht op het bewerkstelligen van een mentaliteitsverandering en gedragsaanpassing bij die verenigingen die een introductietijd organiseren. Ir. Hans van Luijk: We zijn er van overtuigd dat we zo samen met de studentenverenigingen de basis kunnen leggen voor een introductietijd die zowel een zekere locale traditie in ere houdt, en die ook past binnen de maatschappelijk aanvaarde opvattingen in de huidige tijd.
De meeste Delftse studentenverenigingen ontvangen financiële steun van de universiteit op basis van de Regeling afstudeersteun studenten (Ras). De afstudeersteun heeft de vorm van een maandelijkse financiële tegemoetkoming gelijk aan de omvang van de basisbeurs. Met de Ras wil het College studentenverenigingen ondersteunen, die bijdragen aan een divers en efficiënt aanbod van studentenverenigingen . De incidenten van september passen geheel niet in dit streven.
Technische Universiteit Delft