datum: 03-10-2007 / bericht: 2 van 16
Toespraak Dick van Haaster Bondsraad 3 oktober 2007
Toespraak Dick van Haaster, voorzitter FNV Bouw, voor de vergadering van de Bondsraad van 3 oktober 2007
Bondsraad,
Vandaag wil ik het met u hebben over ontslagrecht, topinkomens, koopkracht en armoede in Nederland.
De FNV voert deze weken een informatiecampagne over de plannen van Minister Donner met het ontslagrecht. Vlak voor onze vakantie presenteerde hij een aantal ideeën over verandering van het Nederlandse ontslagrecht. Dat deed hij in een brief aan de Stichting van de Arbeid van 3 juli. Hij vroeg om commentaar van het georganiseerde bedrijfsleven, werkgevers en vakbonden. Dat deed hij precies 6 dagen nadat er een participatieakkoord was gesloten tussen dit kabinet en het georganiseerde bedrijfsleven.
De totstandkoming van dat participatieakkoord was maandenlang opgehouden doordat de georganiseerde werkgevers vonden dat daarin een goedkopere ontslagregeling moest zijn opgenomen. De FNV zag en ziet geen goede redenen voor een goedkopere ontslagregeling. Bovenal is de betekenis daarvan voor de arbeidsparticipatie eerder negatief dan positief. De FNV won uiteindelijk het pleit: er kwam een participatie-akkoord.
Maar nog geen week later kwam die brief van Minister Donner. Handig verpakt als een adviesaanvraag aan de Stichting van de Arbeid, maar voor iedereen duidelijk dat dit meer was dan een verzoek om advies. Alleen Minister Donner keek ervan op dat het advies verdeeld was.
Bondsraad, die plannen moeten van tafel, want ze leiden tot willekeur, kortere opzegtermijnen en financieel nadeel voor werknemers.
Donner speelde de vermoorde onschuld. Maar zijn opstelling heeft vergaande consequenties.
Om te beginnen voor het participatieakkoord. Werkgeversorganisaties hebben het akkoord mede ondertekend. Maar de uitvoering in de sectoren stagneert. Er dreigt opnieuw een impasse.
Waar het land behoefte aan heeft, wordt naar de achtergrond verdrongen voor een loopgravenoorlog over het ontslagrecht.
En waarom eigenlijk?
Pleitbezorgers voor een goedkopere ontslagregeling menen dat werkgevers dan eerder werknemers zullen aannemen. Dat is nu een typisch voorbeeld van volksverlakkerij. Geen enkele werknemer die je aanneemt, kent een dure ontslagregeling. Alleen topbestuurders krijgen vanaf het begin dure ontslagregelingen - ik kom daar zo op terug.
Als je een werknemer in dienst neemt duurt het vele, vele jaren voor er sprake is van een ontslagvergoeding van een behoorlijke omvang. Maar zelfs bij ontslag na een lang dienstverband, ontvangen de meeste mensen helemaal geen ontslagvergoeding. De ontslagregeling heeft dus werkelijk niets van doen met het aannemen van mensen die nu werkloos zijn.
Het andere argument voor aanpassing van het ontslagrecht zou zijn dat de flexibiliteit van een onderneming door ons ontslagrecht wordt beknot. Laat me niet lachen. De Nederlandse arbeidsmarkt barst van flexibel aanbod: uitzendkrachten, tijdelijke arbeidsovereenkomsten, ZZP-ers, free-lancers, scholieren en schoolverlaters - wat wil de werkgever nog meer? Dat flex-argument klopt dus ook niet.
Wat wel klopt is dat sneller ontslag leidt tot grotere problemen voor mensen met een moeizame positie op de arbeidsmarkt.
Ouderen bijvoorbeeld krijgen maar moeizaam een nieuwe baan. Als je ze makkelijker ontslaat, wordt het probleem dus juist groter.
Dat ligt pertinent niet aan de inspanningen van deze ouderen - hoeveel verhalen hebben we nu al niet gelezen van veertigers en vijftigers die honderden sollicitatiebrieven schreven, zelden iets terughoren, laat staan een nieuwe baan krijgen?
Bondsraad, ik kan u verzekeren dat die verhalen slechts het topje van de ijsberg zijn. Ik ontvang brieven van leden die ten einde raad zijn, omdat ze buiten hun schuld ontslagen zijn en geen enkele kans krijgen op nieuw werk. Brieven van mensen die op latere leeftijd alleen nog bij uitzendbureaus terecht kunnen. Dat betekent verlies van vutrechten maar ook leven deze mensen voortdurend met de angst voor verlies van het werk. In vele gevallen duren die banen ook daadwerkelijk maar kort, waardoor het hele proces van zoeken en afgewezen worden weer van voren af opnieuw begint.
Dat zijn dus de problemen die de vakbeweging wil aanpakken met participatie-afspraken.
Die gaan natuurlijk niet alleen over ouderen, die gaan ook over jongeren met een onvoldoende opleiding. Over mensen met een arbeidsbeperking. Over mensen met een te kleine deeltijdbaan die meer willen werken. Over mensen die in deze maatschappij nooit een baan (meer) zullen vinden, maar wel willen meedoen en ook wat kunnen betekenen voor de maatschappij.
Bondsraad, er zit dus een hele wereld achter dat participatieakkoord. Iedere politicus en elke vakbondsbestuurder voelt de noodzaak om dat akkoord zo snel mogelijk in uitvoering te nemen. Er zijn ook duizenden werkgevers die schreeuwen om personeel voor hun vacatures. Maar de voormannen van hun organisaties wensen eerst het ontslagrecht goedkoper te maken. En Minister Donner heeft zich ervoor geleend, om dat spelletje mee te spelen.
En meer dan dat. Als ik het goed zie willen de voormannen van de werkgevers alleen maar goedkoper af kunnen van werknemers met een jarenlang dienstverband. Zij willen minder kosten voor ontslag: meer mogelijkheden om geen ontslagvergoeding te betalen, lagere vergoedingen voor de situaties dat die toch betaald moeten worden, en vooral kortere termijnen voor afwikkeling van het ontslag, dat wil zeggen kortere termijnen dat de werkgeer het loon nog moet doorbetalen. Minister Donner bedient hen op al deze wensen. Minister Donner gaat echter met zijn ideeën ook nog een slag dieper.
Hij ondermijnt ook de grondslag van ons ontslagrecht. Die grondslag is dat de werknemer moet worden beschermd, omdat de verhouding tussen werkgever en werknemer in onze maatschappij ongelijk is. De onderliggende partij - de werknemer - dient daarom bescherming van de wetgever te krijgen. Precies dat, deze rechtsbescherming, neemt Minister Donner van het CDA op de korrel. Hij wil ervan af dat een onafhankelijke derde vooraf beoordeelt of de ontslagaanvraag van een werkgever rechtmatig is. En precies dat leidt ertoe dat er willekeur ontstaat.
Ik heb gemerkt dat onze leden het probleem heel goed begrijpen. We hoeven het echt maar één keer uit te leggen, en iedereen snapt dat dit voorstel een fundamentele aanval is op de positie van de werknemer.
Wij gaan dus door met onze informatiecampagne. Maar er komt een moment dat we van informeren overgaan in actievoeren.
Aanstaande maandag zal de Federatieraad daarover al de eerste voorstellen bespreken. En het zou me niet verbazen als wij u nog vóór de volgende Bondsraadvergadering zullen vragen om de weerstandskas te openen.
Bondsraad,
Vandaag bespreken we voorstellen van het bondsbestuur om de armoede in Nederland te bestrijden. Het gaat om concrete voorstellen, waarmee we de mensen om wie het gaat, met raad en daad terzijde staan.
Armoede voorkomen is beter dan bestrijden. Werk is de beste toegang naar meer welvaart. Daar ligt dus het verband met de participatieafspraken. En er ligt ook een verband met dat andere hete hangijzer van de laatste maanden: de koopkracht.
De economie draait als een tierelier. Er is nog nooit zoveel geproduceerd in Nederland als nu. Er waren nog nooit zoveel mensen aan het werk. En toch praten we over een pas op de plaats voor de koopkracht.
Goede collectieve voorzieningen zijn voor de welvaart van groot belang. En natuurlijk kosten die geld. De keuze van dit kabinet om te investeren in betere collectieve voorzieningen kunnen we op zich best waarderen. Al moet er op veel punten veel verbetering van kwaliteit worden gerealiseerd.
Maar het moet ook mogelijk zijn om de koopkracht te verbeteren in 2008. Ik heb in de Federatieraad aangegeven, dat daarvoor minstens één gemakkelijke oplossing is. De premie voor de WW kan best wat meer dalen dan nu gepland. De FNV heeft dit idee inmiddels bij de Tweede Kamerfracties in beeld gebracht, samen met een aantal andere punten.
Eén van die andere punten betreft de topinkomens. We hebben in de achterliggende maanden weer misselijkmakende voorbeelden gezien van de graaicultuur onder onze zogenaamde topbestuurders.
Meest schrijnend is nog wel dat zelfs voor slecht functioneren gigantische vertrekregelingen worden uitbetaald. Dat zijn pas ontslagregelingen die moeten worden aangepakt. Je bent algemeen directeur, je laat de boel uit de hand lopen en je vertrekt met een bom duiten die nog met geen vrachtschip te vervoeren is. We hebben al het voorbeeld van iemand die met 100 miljoen euro vertrekt.
Deze waanzin moet stoppen. De FNV heeft de politici 10 ideeën aan de hand gedaan om daarmee een begin te maken. De politici moeten dus ophouden met zeuren dat het niet zou kunnen. Het is geen kwestie van niet kunnen, maar van niet willen. Ik daag Minister Donner uit hier nu eens een punt van te maken: dat lijkt me nu wel een zinvolle aanpassing van de Nederlandse ontslagpraktijk. Verbied de exorbitante vertrekregelingen!
Wij hoeven echt niet bang te zijn dat we ons internationaal uit de markt prijzen. Zint het de heren niet, dan voeren ze maar eens uit waarmee ze steeds dreigen: vertrek naar het buitenland. Dan zullen we zien dat we het in Nederland ook zonder deze mensen wel redden. Er zijn zat mensen die hun baantje willen innemen tegen een redelijke beloning.
Ik vind dat we als bond een stap verder kunnen gaan. Ondernemers in onze sectoren die menen te moeten meedoen aan deze graaicultuur, kunnen erop rekenen dat we hen ook persoonlijk aanspreken. Hetzelfde geldt voor de commissarissen van die ondernemingen. Zij zijn het die dat soort regelingen overeenkomen en uitvoeren.
We laten hen er niet meer mee wegkomen. Want al die miljoenen voor vertrekregelingen gaan ten laste van de winst. Al die miljoenen zijn niet meer beschikbaar voor investeringen en innovaties.. Wij kunnen dat niet meer tolereren. Het moet afgelopen zijn met dat graaien. Het past niet in onze samenleving, het is slecht voor onze economie. Het is van een morele standaard van bedenkelijk niveau.
Het wordt tijd dat in Nederland sociale standaarden maatgevend zijn.
Om het in moderne stijl te zeggen: Power to een eerlijk ontslagrecht!
FNV Bouw