Ministerie van Defensie

KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN


03-10-2007

Beantwoording vragen Soldaat van Saddam

Vraagsteller: Lid Brinkman

Ministerie van Defensie

Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) - 3 18 81 88 Fax (070) - 3 18 78 88

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 3 oktober 2007
Ons kenmerk D2007023092
Onderwerp Antwoorden op vragen van het lid Brinkman over een soldaat van Saddam die een opleiding volgde bij de landmacht

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Brinkman (PVV) over een soldaat van Saddam die een opleiding volgde bij de landmacht (ingezonden 9 augustus 2007 met kenmerk 2060722850).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop

Pagina 1/3

Datum
Ons kenmerk

2060722850

Vragen van het lid Brinkman (PVV) aan de minister van Defensie over het artikel "Soldaat Saddam volgde opleiding bij landmacht". (Ingezonden 9 augustus)

1
Hebt u kennis genomen van het artikel "Soldaat Saddam volgde opleiding bij landmacht"? 1)

Ja. Ondanks diverse naspeuringen (die bemoeilijkt werden door het ontbreken van concrete gegevens) heb ik de juistheid van het krantenbericht niet kunnen vaststellen.

2
Klopt de bewering van Defensiezegsman Roger van de Wetering dat iemands verleden pas wordt nagetrokken als het arbeidscontract is getekend? Zo neen, wanneer wordt iemands verleden dan wel nagetrokken.? Zo ja, wordt dit arbeidscontract getekend vóór of na de start van de opleiding tot militair van de luchtmobiele brigade?

Overeenkomstig artikel 4 van de Wet Veiligheidsonderzoeken wordt een persoon eerst belast met de vervulling van een vertrouwensfunctie, nadat het veiligheidsonderzoek is afgerond en de verklaring van geen bezwaar is afgegeven. Een veiligheidsonderzoek wordt, zoals de Defensiezegsman heeft aangegeven, pas ingesteld als de selectieprocedure geheel is doorlopen. Ook voorafgaand aan het deelnemen aan een militaire opleiding dient de verklaring van geen bezwaar te zijn afgegeven.

3
Indien dit arbeidscontract getekend wordt vóór start van de opleiding hoe verklaart u dan het feit dat tijdens de opleiding toch naar buiten is gekomen dat deze man lid van de Republikeinse Garde is geweest?

Zoals uit het antwoord op vraag 1 blijkt, is een dergelijk `feit' niet gebleken. Pagina 2/3

Datum
Ons kenmerk

4
Bent u met mij van mening dat een screening van een soldaat een zeer belangrijk onderdeel is van een sollicitatieprocedure en dat deze screening moet plaats vinden voordat een arbeidscontract wordt getekend? Zo neen, waarom niet?

Ja, de screening van (aspirant) militairen is een belangrijk deel van de aanstellingsprocedure. Zie tevens het antwoord op vraag 2.

5
Kunt u mij verzekeren dat binnen de krijgsmacht niet meer van dergelijke personen werkzaam zijn die bijvoorbeeld voor de Republikeinse Garde hebben gewerkt? Zo neen, bent u bereid hier nader onderzoek naar te verrichten?

Ik heb geen aanwijzingen dat er `dergelijke gevallen' binnen de krijgsmacht aanwezig zijn. Een onderzoek acht ik daarom niet opportuun.

1) De Telegraaf, 7 augustus 2007

Pagina 3/3


---- --