Vordering tot gevangenhouding van S. afgewezen
's-Gravenhage, 3 oktober 2007 - Het Gerechtshof `s-Gravenhage heeft
vandaag in hoger beroep de vordering van het openbaar ministerie tot
gevangenhouding van S. afgewezen. Ook de rechtbank had die vordering
afgewezen. Van S. wordt gezegd dat hij de al zeer vele jaren in
Nederland verblijvende leider van de Filippijnse Communistische Partij
(CPP) is. Hij wordt ervan verdacht dat hij opdracht heeft gegeven tot
moordaanslagen in 2003 en 2004 in de Filippijnen op enkele dissidente
leden van die partij, of die aanslagen heeft uitgelokt. Die aanslagen
zouden zijn uitgevoerd door een eenheid van de National Peoples Army
(NPA), een onderdeel van de CPP.
Evenals de rechtbank acht het hof de voor toepassing van voorlopige
hechtenis vereiste `ernstige bezwaren' tegen de verdachte niet
aanwezig. Het hof heeft wel vastgesteld dat het dossier talrijke
aanwijzingen bevat dat S. gedurende zijn verblijf in Nederland een
prominente rol binnen de CPP is blijven vervullen. Het hof vindt die
positie van S. binnen die partij in zijn algemeenheid (nog) niet
voldoende voor het aannemen van die ernstige bezwaren of het
vaststellen van zijn strafrechtelijke verantwoordelijkheid. In het
dossier ontbreekt namelijk een voldoende concrete aanwijzing dat ten
aanzien van S. een voor enige vorm van daderschap vereist rechtstreeks
verband met de moordaanslagen kan worden gelegd.
Het hof heeft ook overwogen dat voor S. belastende verklaringen wat
betreft tijdsaanduiding zeer onbepaald zijn en niet zonder meer
betrouwbaar genoemd kunnen worden. Het hof wijst in dit verband op de
mogelijk politieke context van de feiten en de omstandigheid dat de
belastende verklaringen in de Filippijnen zijn afgelegd.
Het hof wijst er ook nog op dat het onderzoek lang zal kunnen duren en
niet zeker is of de verdediging haar (ondervragings)recht overal in
voldoende mate zal kunnen uitoefenen.
LJ Nummer
BB4662
Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 3 oktober 2007 Naar boven
Gerechtelijke organisatie