Mediadebat Europa
Jongeren hebben nauwelijks belangstelling voor Europa. Hun instelling,
bij het `consumeren' van nieuws, is `what's in it for me?' `Brussel en
(de kosten van) mobiel telefoneren' is zodoende één van de weinige
onderwerpen die hen boeien. Overigens weten ze ook weinig van
Nederlandse politiek - en dat geldt zelfs voor hoogopgeleide jongeren.
Dat was een van de meest `schokkende' uitkomsten van het diner-debat
`Europa dichter bij huis', maandag 1 oktober in Felix Meritis in
Amsterdam, georganiseerd door MediaDebat en de WRR. De deelnemers:
journalisten, wetenschappers en één (Europese) politica.
De oplossing voor dat gebrek aan belangstelling, dat overigens ook bij
de `volwassen' burger bestaat: méér aandacht voor Europa in het
onderwijs. Tv-programma's naar het model van `Den Haag Vandaag':
`Europa Vandaag'. Zowel de media als politici moeten trachten
abstracte discussies te `vertalen' naar het dagelijks leven. Tonen hoe
de besluitvorming gebeurt, waar de macht zit. En misschien een
`Bedrijfsfonds voor Europa' en andere stimuleringsmiddelen, zoals een
journalistieke prijs.
Kunnen de media Europa `dichter bij huis brengen'? Vooral de
audiovisuele media schenken weinig aandacht aan Europa: 2 % van de
zendtijd van RTL Nieuws en NOS Journaal in 1999, en weliswaar vier
keer zoveel bij het referendum van 2005, maar dat houdt nog altijd
niet over. Tal van verklaringen zijn er - al was het maar dat
nieuwsprogramma's per definitie gericht zijn op `nieuws' en dat dit
zelden uit Europa - lees `Brussel' - komt. Genoemde cijfers gaan
overigens niet op voor de Wereldomroep, die elke week een
(achtergrond)programma aan Europa wijdt en evenmin voor de geschreven
pers: de enige aanwezige hoofdredacteur (NRC) telde in haar krant
`honderden stukken over het referendum' in 2005.
Europa ís complex en niet gemakkelijk uit te leggen. Daar is men het
over eens. Het bestaat uit soevereine staten die tegelijkertijd een
deel van hun soevereiniteit hebben afgestaan, en met zo'n
ondoorzichtige besluitvorming dat het moeilijk is te bepalen, wanneer
er over te berichten, en hoe. Toch gaat het er (mede) om, juist die
verantwoordelijkheden te laten zien. En toch in te zoomen op de
`poppetjes': want `mensen interesseren zich wel voor politiek',
getuige de honderdduizenden kijkers bij een rechtstreeks uitgezonden
Kamerdebat.
Het beste is in veel gevallen - vindt deze en gene - om Europese zaken
als binnenlandse zaken te beschouwen en dus door `binnenlandse',
gespecialiseerde redacteuren (landbouw, energie, justitie, et cetera)
te laten doen. `Europa is binnenlandse politiek. Het is een weeffout
dat het als buitenland wordt gezien', meent de voorlichter van het EP.
Journalisten moeten politici niet aanspreken op Europa, maar op het
onderwerp, waarvan de Europese dimensie integraal deel uitmaakt.
Europa moet geen politiek reservaat worden.
Wat kan Europa verder nog `dichterbij' brengen? Cabaretier Marcel
Verreck, die het debat afsloot, had wel wat ideetjes: `Het moet een
combinatie zijn van fun en content, een Miss-verkiezing, popstars, een
Songfestival - dat bestaat al - verder sport natuurlijk, en vooral een
goeie ramp. Dat brengt de mensen bij elkaar. En een ruilprogramma als
`Mijn vrouw, jouw vrouw': `Mijn premier, jouw premier'.'
Een uitgebreid verslag van het debat, met foto's en podcast, komt zeer
binnenkort op www.mediadebat.nl
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid