Partij van de Arbeid

EMBARGO TOT MOMENT VAN UITSPREKEN


Den Haag, 02 oktober 2007

Bijdrage van het lid Tang(PvdA) aan de Algemene Financiele Beschouwingen

Begroting 2008: alleen sociaal beleid is solide.

(GESPROKEN WOORD GELDT)

Mevrouw de Voorzitter,

De vorige minister van Financiën moet steevast op de derde dinsdag van september gedacht hebben: de R is weer in de maand en het is weer tijd voor levertraan: "U moet het slikken want het is goed voor u." Burgers moesten juist nú slikken want anders zouden ze later last hebben van vergrijzing, concurrentie uit China en India en andere kwalen. Levertraanbeleid. Het is dan ook een verademing om de Miljoenennota van dit jaar te lezen. De nieuwe trefwoorden zijn: sociaal en solide. Maar bovenal - dat is zo aardig - laat de Miljoenennota zien dat sociaal en solide nu hand in hand gaan.

Sociaal en solide
Want dit kabinet kiest ervoor om niet alleen te sparen, maar ook te investeren. Want het kabinet kiest ervoor om lasten te verschuiven: weg van arbeid en naar consumptie, het liefst vervuilende consumptie. Want het kabinet kiest nadrukkelijk voor stabiliseren. Dat is even sociaal en solide als slim. Investeren, verschuiven en stabiliseren. Laat ik het in die volgorde langslopen.

Houdbaarheid in brede zin
De vraag is hoe sociaal en solide de Nederlandse economie en in bijzonder de overheidsfinanciën zijn als er alleen oog is voor financiële verplichtingen voor ouderdomsuitkeringen, zorg en wegenaanleg. Want hoe goed staan de Nederlandse samenleving én economie ervoor als wijken verpauperen en de inwoners in isolement komen te verkeren? Hoe goed staan de Nederlandse samenleving én economie ervoor als kinderen op jonge leeftijd een achterstand oplopen die - zo leert de ervaring - niet meer in te lopen is? Hoe goed staan de Nederlandse samenleving én economie ervoor als de aarde een broeikas is en de temperatuur stijgt? Het antwoord op deze vraag lijkt me duidelijk. Investeringen zijn broodnodig. Het gaat om het duurzame vermogen van de Nederlandse samenleving en economie.

Het antwoord op de volgende vraag is misschien minder duidelijk: wat betekenen deze investeringen voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën? Een inzicht uit de leer van de openbare financiën is dat de houdbaarheid niet verslechtert als de extra belastingopbrengsten later meer dan opwegen tegen de investeringskosten nu. Dat is geen nieuw en schokkend inzicht. Het wordt alleen wel eens vergeten, in ieder geval door Zalm. Laat ik daarom twee schoolvoorbeelden geven. Het eerste schoolvoorbeeld betreft onderwijs. Hoewel ik zelf denk nog elke dag te leren, blijkt dat het rendement op onderwijs daalt met de leeftijd. Zo wijst Esping Anderson erop dat investeringen op jonge leeftijd een zeer hoog rendement hebben, meer dan 25%. Leerachterstanden zijn hardnekkig maar kunnen door tijdig optreden voorkomen worden.

Dat is niet alleen sociaal een groot goed, maar ook economisch een winst. Op latere leeftijd zal de kans op participatie groter zijn, er zal een groter aantal uren gewerkt worden en er zal meer verdiend worden. De overheid die nú investeert in onderwijsachterstanden ziet later de belastingopbrengsten toenemen. Een tweede schoolvoorbeeld is klimaatverandering. Met voorkomen van en aanpassen aan klimaatverandering kunnen we niet vroeg genoeg beginnen, te meer omdat klimaatverandering grote gevolgen voor de economie kan hebben. Denk bijvoorbeeld aan de stijging van de zeespiegel en de schade van hevige regenval en stormen. Onder leiding van Nicholas Stern is een schatting van de economische kosten gemaakt. Als we niet tijdig ingrijpen, kan de schade voor de wereldeconomie 5% tot 20% van het nationaal product bedragen. De verbreding van houdbaarheid naar duurzaam vermogen is hoogst noodzakelijk. Vergelijk maar eens vergrijzing en klimaatverandering. Veertig jaar uitstel - geen maatregelen nu maar over 40 jaar - leidt tot een verdubbeling van de vergrijzingskosten, heeft het CPB vorig jaar becijferd. Meer dan tien jaar uitstel leidt volgens het Stern-rapport tot zeker een vervijfvoudiging van de klimaatkosten. Ik vraag me dan af welk probleem nou dringender is: vergrijzing of klimaatverandering?

We moeten ons gelukkig prijzen dat de Miljoenennota de beperkingen van de houdbaarheidsommen laat zien. De sommen mogen dan precisie suggereren, ze kunnen er ook precies naast zitten. Laten we ook het gezonde verstand blijven gebruiken: better roughly right than exactly wrong. Zalm staarde zich blind op het tekort. Gelukkig weet Bos niet alleen overschotten te presenteren maar ook geld voor investeringen te vinden. De vraag voor de minister van Financien is wel of hij bereid is om niet precies, maar wel preciezer te worden. Zou hij in het voorjaar een discussienota kunnen presenteren wat de verschillende soorten overheidsinvesteringen grofweg betekenen voor het vermogen van de Nederlandse economie en voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het bijzonder?

Ik zou daarbij willen oproepen niet alleen te kijken naar het duurzame vermogen maar naar de historische schuld van Nederland. Aanpak van klimaatverandering heeft alleen zin als nagenoeg alle landen daarin participeren. Ontwikkelingslanden voelen hier niet veel voor. Wij hebben de rotzooi gemaakt en zij moeten het helpen opruimen, ten koste van hun economische ontwikkeling. Compensatie van die landen voor die economische kosten kan blokkades in de onderhandelingen over nieuw Kyoto-protocol opruimen en behoort bij het aflossen van onze schuld. Het CPB heeft ooit becijferd dat volledige compensatie de rijke landen in 2050 tussen de 0,7 en 2,3 procent van hun bruto nationaal product kost. Zou u ook bereid zijn de sommen te verbreden door onze schuld voor klimaatverandering aan ontwikkelingslanden in kaart te brengen en te vergelijken met onze huidige inspanningen, bijvoorbeeld via het Adaptatiefonds?

Verschuiven
Bij investeringen om participatie te verhogen en bij investeringen om te vergroenen passen verschuivingen in belastingen. Er is een verschuiving van directe belasting naar indirecte belastingen: arbeid wordt goedkoper en consumptie duurder. In het oog springt de ophoging van het BTW-tarief waaruit een verlaging van het WW-premie voor werknemers wordt betaald. Vergroening is een andere verschuiving: arbeid goedkoper en vervuiling duurder. De vraag voor de PvdA is of deze laatste verschuiving nog niet ambitieuzer kan. Neem bijvoorbeeld de vliegtaks. Het kabinet kiest verdere differentiatie van de BPM naar autotype, maar niet voor differentiatie van de vliegtaks naar vliegtuigtype. Er is geen onderscheid tussen een schoon en vuil vliegtuig. Is het kabinet bereid om de differentiatie naar vliegtuigtype te overwegen en met de Kamer bespreken?

Stabiliseren
Met de economie gaat het goed en de vooruitzichten zijn gunstig. Maar toch. De krediettekorten en zeker de gevolgen daarvan kunnen ook Nederland bereiken. Het kabinet kiest nadrukkelijk voor een anticyclisch beleid. In die lijn past het om in 2008 spreekwoordelijk het dak te repareren omdat de zon schijnt. In die lijn past ook om de rente onder budgettaire kaders weg te halen en om te kiezen voor een realistisch en niet een behoedzaam pad.

De PvdA kan deze lijn volledig onderschrijven. Stabilisatie is van extra belang voor ouderen, laagopgeleiden en vrouwen. Want zij vliegen er als eersten uit als de economie een daling inzet, door een kredietcrisis. De cijfers uit de Miljoenennota brengen die praktijk duidelijk in beeld. In het bijzonder allochtonen kleuren dat beeld in. In de hoogconjunctuur van 2001 was de werkloosheid onder hen 3% procentpunten hoger dan gemiddeld. Maar 4 jaar later, in 2005 was het maar liefst 7% procentpunten hoger.

Ook hier geldt dat sociaal en solide samengaan. Om zeker twee redenen. Ten eerste, de ervaring leert dat werkloosheid en inactiviteit hardnekkig zijn. Mensen die buiten de arbeidsmarkt geraken, verliezen hun ervaring, kennis en contacten. Zij dreigen steeds verder van de arbeidsmarkt verwijderd te raken, zodat de stap terug steeds moeilijker wordt.

Ten tweede, investeringen door bedrijven worden ook getroffen door een neergang. Zo ontwikkeld en diep zijn de financiële markten in Nederland blijkbaar nog niet. Te vaak ontbreken de financiële middelen om te investeren op het moment dat de omzet tegenvalt en de winsten dalen. Het zijn met name de kleine en middelgrote bedrijven die hieraan te lijden hebben. Kortom, cyclische uitslagen inde economie gaan ten koste van kapitaal, menselijk en fysiek.

Het kabinet heeft bijzondere maatregelen voor ouderen, vrouwen en laagopgeleiden bij wie de participatie omhoog kan, en voor het middenin kleinbedrijf waar de innovatie omhoog kan. Dergelijke maatregelen moeten gecomplementeerd worden met een macro-economisch beleid dat een neergang dempt en de klappen voor die groepen verzacht. Als dat betekent: sparen in goede tijden en in 2008 geen verbetering van de koopkracht over de hele linie, dan kan de PvdA daarmee goed leven.

Nu zal Wouter Bos het altijd beter doen dan Gerrit Zalm. Zalm gaf gas toen het licht op rood stond, in 2001 en 2006, en remde toen het groen stond, in 2003.

Toch drie vragen voor deze Minister van Financiën. Ten eerste, is het wel logisch, zeker voor dit kabinet, dat opnieuw de uitgaven aan WW en bijstand onder een kader zijn gebracht? Is de scheiding tussen uitgavenkaders wel gewenst? Want in laagconjunctuur zullen de uitgaven aan Zorg toch meevallen en de uitgaven aan WW en bijstand tegenvallen. Wat wilt u doen om te voorkomen dat Nederland een voodoo-economie wordt?

Kortom, de lijn is duidelijk: sociaal en solide gaan hand in hand. Dit kabinet kiest een richting waarin de PvdA zich goed kan vinden en die we graag versterken.

Solide
Het kabinet is ook solide, als onder Drees en Kok. Het kabinet doet méér dan investeren: het weet ook te sparen. De komende 4 jaren is het overschot positief, met als gevolg dat de schuld van 47 tot 39% van het nationale product daalt. Hiermee staat Nederland in het bijzondere rijtje van landen als Ierland en Luxemburg dat een overschot op de begroting combineert met een staatschuld ruim beneden de 60%.

De collectieve uitgaven stijgen in totaliteit over de periode van vier jaar níet, zo laat het CPB zien. Wel nemen de uitgaven aan zorg, onderwijs, infrastructuur en veiligheid toe. Vooral de uitgaven aan zorg nemen flink toe, van 8,9% naar 9,6% van het BBP. Dit komt neer op 100.000 mensen extra in de zorg. Daarentegen wordt er gesneden in de overheidsbureaucratie, met als doelstelling de overheid niet alleen kleiner maar ook slagvaardiger te maken. Deze keuze zijn grote lijnen goed te begrijpen en goed te verdedigen. Op één punt wil de PvdA nog graag helderheid. De minister-president heeft gezegd: "wanneer MBO-scholen erin slagen leerlingen binnen het stelsel te behouden, zullen zij hiervoor worden gecompenseerd". Onder het motto "goed gedrag belonen" is de vraag dan de volgende: kunnen de scholen die in 2008 laten zien dat ze meer leerlingen binnenhouden dan voorspeld snel een vergoeding krijgen? Voorkomen moet worden dat er gat valt tussen het jaar dat de school meer leerlingen binnenhoudt en het jaar waarin dat uitbetaald wordt. Het is geen taakstellende bezuiniging, zo zei de minister-president. Dan is het volgens ons ook niet logisch die nu al volledig in te boeken. De PvdA wil dit daarom ook zo in de meerjarenbegroting zien. Graag uw reactie.

Sociaal
Het kabinet is sociaal. Dit kabinet stelt het principe "de sterkste schouders, de zwaarste lasten" weer centraal. Het legt de lasten bij de hoogste inkomens en kiest voor bescherming van de laagste inkomens.

Hoogste inkomens
Om te beginnen bij de hoogste inkomens. Gelukkig is het kabinet bereid beperkingen op te leggen bij subsidies aan hen die het toch echt niet nodig hebben. Het beleid wordt gerichter: geen nodeloze fiscale subsidies aan de allerrijksten. Het gaat daarbij specifiek om beperkingen aan subsidies op pensioen, dat is vrijgesteld van de rendementsheffing in Box III, en het weghalen van het plafond én het gereduceerde tarief voor het eigenwoningforfait. Dat is verstandig en voor de PvdA pure winst. Een specifieke vraag aan de minister is of hij de belastinguitgaven voor pensioensparen en de eigen woning, nu het kabinet probeert daar paal en perk aan te stellen, voortaan standaard in de Miljoenennota wil opnemen, overeenkomstig het laatste advies van de Studiegroep Begrotingsruimte?

Een bijdrage van de hoogste inkomens betekent nog niet dat de inkomensontwikkeling evenwichtig is. De Raad voor Economische Adviseurs constateert terecht de topinkomens explosief stijgen. Dat is een reden voor zorg.

Interessant is daarbij dat internationalisering van de markt voor topbestuurders niet als drijvende kracht achter deze ongelijkheid wordt gezien. Dat is volstrekt logisch. Internationalisering betekent dat tegenover een stijging in het ene land een daling in een ander land moet staan. Dat lijkt toch niet het geval. Bovendien, de internationalisering van de markt voor bestuurders is verre van perfect. Er bestaan nog steeds grote verschillen in topinkomens Het is nog maar de vraag of Kleisterlee zo maar bij het Japanse Sony aan de slag zou kunnen. Ik zou graag van de minister horen hoe hij tegen deze voorstelling van zaken aankijkt. Zeker omdat het kabinet in april zo nadrukkelijk naar de internationalisering heeft verwezen.

Interessant is ook dat variabele beloning niet als instrument tot disciplinering van topbestuurders wordt gezien. Dat is ook volstrekt logisch. De grillen van de aandelenmarkten werken door in de beloning in de vorm van opties en aandelen. De beloningen zullen onvermijdelijk grote uitslagen laten zien, die niet op enigerlei wijze aan prestaties van bestuurders te koppelen zijn. Hoe is het dan mogelijk dat sommige bestuurders absurde bedragen opstrijken, op basis van een grillig verloop van winsten en aandelenkoersen? Dat schuilt in de macht van bestuurders, die door commissarissen en aandeelhouders niet of nauwelijks te beperken zijn. Aan de beloning en beloningsvormen lijken nauwelijks grenzen. Alleen publieke verontwaardiging lijkt te helpen. Het laatste voorbeeld is dat van de heer Bakker van TNT. Ik zou graag van de minister horen hoe hij tegen deze voorstelling van zaken aankijkt, zeker in het licht van de uitspraken van minister Donner dat de vrijheid van topbestuurders niet moet worden aangetast, terwijl het probleem juist is dat ze te veel vrijheid hebben. Zou de positie van Raden van Commissarissen niet versterkt moeten worden door regels voor beloningsbeleid op te nemen in wetgeving of in de Code Tabaksblat?

De PvdA wil meer maatregelen op dit terrein. Bijvoorbeeld, diversiteit om het old-boys network te doorbreken. Bijvoorbeeld, de ontslagvergoeding niet in de Code Tabaksblat maar in de wet. Bijvoorbeeld het vastzetten van beloningen op het moment een overname, inclusief de waarde van eerder toegekende opties en aandelen. Geen Bennink met 80 mln. En zeker geen Groenink meer. Het is pervers omdat het een beloning geeft bij wanprestaties. Het is ook pervers omdat de bestuurder een persoonlijk belang geeft bij een overname, terwijl hij of zij geacht wordt het belang van de onderneming te dienen.

Al met al geeft de complexiteit rond het onderwerp van topinkomens geen aanleiding om te denken dat met één of twee maatregeltjes de ontwikkeling van de topinkomens in goede banen is te leiden. Eerder en-en dan of-of. De uitspraak van Pieter van Geel dat het hierna afgelopen moet zijn met discussies over topinkomens is van een eenvoud, die niet past bij de complexiteit van het onderwerp.

Laagste inkomens
Het kabinet legt de lasten bij de hoogste inkomens maar beschermt de laagste inkomens, zeker in 2008. Bovendien maakt het kabinet het aantrekkelijker om te gaan werken door een inkomensafhankelijke verhoging van de arbeidskorting in te voeren. Dat is een welkome maatregel die participatie op de arbeidsmarkt zal bevorderen. De grootste koopkrachtstijging gaat volgend jaar naar werkende alleenstaande ouders met het minimumloon. Plus 6 procent in 2008 en 14% in deze regeerperiode! Dat is een direct gevolg van de motie-Crone die twee jaar geleden tijdens de algemene beschouwingen is aangenomen. Als gevolg van die motie wordt de kinderkorting komend jaar omgezet in een kindertoeslag. Dit maakt het voor alleenstaande ouders in de bijstand financieel een stuk aantrekkelijker om te gaan werken. Dat is belangrijk, want juist bij alleenstaande ouders is het armoederisico het grootst.

Daarmee kom ik bij mijn laatste onderwerp.
De PvdA wil het beste uit mensen halen. Dat geldt natuurlijk in het bijzonder voor kinderen. In 2005 leefden 310.000 kinderen in armoede. Dat is 9% van alle kinderen in Nederland. Deze armoede beperkt de kansen van deze kinderen om zich goed te ontwikkelen. Wij willen de armoede hard aanpakken en dus sterk reduceren. Om te beginnen willen we dat in 2011 het aantal kinderen dat in armoede leeft eenderde lager is dan nu. Wij vragen de het kabinet om de effecten op het aantal kinderen dat in armoede leeft, te betrekken in de vormgeving van het kindgebonden budget. Graag een reactie van de minister.

Maar dat is niet alles. Om kinderen een goede start te geven is meer nodig dan geld. Om zich te ontwikkelen moeten kinderen actief kunnen zijn bij een sportvereniging, op een muziekschool of anderszins. Ze moeten de kans krijgen om over de grenzen van hun leefmilieu heen te kijken. Daarmee geven we kinderen de uitrusting om uit de armoede omhoog te klimmen. Ook hiervoor hebben we een harde doelstelling geformuleerd, die we nog ter sprake zullen brengen bij de begrotingen voor Jeugd en Gezin en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Dank u wel Voorzitter.

­­­­­­­­­­­­­­­­­­