LTO Noord
Het mestprobleem nu echt oplossen.
Het ontwikkelingsperspectief van de varkenshouderij wordt begrensd
door het toekomstige mineralenbeleid. LTO varkenshouderij zoekt naar
structurele oplossingen om de afzetkosten voor dierlijke mest op een
economisch verantwoord niveau te krijgen.
De meststoffenwet gaat uit van evenwichtsbemesting in 2015. De normen
voor de aanwending van dierlijke mest zullen de komende jaren worden
aangescherpt. Daardoor zal de mestmarkt blijvend onder druk komen te
staan.
De varkenshouderij en de pluimveehouderij hebben te maken met het
systeem van dierrechten. Andere sectoren vallen niet onder dit systeem
en hebben vanuit de mestwetgeving geen belemmeringen voor uitbreiding.
LTO varkenshouderij constateert dat uitbreidingen in andere dierlijke
sectoren de mestmarkt extra gaan belasten. LTO varkenshouderij wil een
gelijk speelveld voor alle sectoren. Een van de mogelijkheden om dat
te bereiken zou kunnen zijn het (her)invoeren van mestproductierechten
voor alle veehouderij sectoren. Dit is een weg met ingewikkelde
wetgevingstrajecten en veel administratieve lasten en
kostprijsverhogingen voor veehouders. Het is maar de vraag of je
hiermee iets oplost. Dierrechten begrenzen immers alleen maar de
sectoren en het aanbod op de mestmarkt wordt er niet mee verminderd.
Een gelijk speelveld is ook op een andere manier te bereiken.
Met de vinger naar andere sectoren wijzen heeft weinig zin. De
varkenshouderij moet vanuit zijn eigen kracht werken aan
daadwerkelijke oplossingen. De sleutel tot de oplossing ligt bij het
verwerken en uit de markt nemen van mest. Dat hebben we al eerder
geconcludeerd maar het is nu tijd om tot concrete acties te komen.
Eerst even terug naar de aanpak bij de bron. Er liggen nog volop
mogelijkheden om via het voerspoor de mineralenoverschotten terug te
dringen. De melkveehouderij heeft al vastgesteld dat zij hieraan een
aanzienlijke bijdrage kan leveren. De melkveehouderij doet dat via het
spoor van de bedrijfsspecifieke excretie. Vanuit LTO varkenshouderij
zullen we met de mengvoerindustrie verder praten om ook voor de
varkenshouderij vooruitgang te boeken. De eerste stap is een
hernieuwde bewustwording van de varkenshouder en zijn
(meng)voerleverancier op het gebied van de mineraleninput bij het
voeren van de varkens. Met dit traject gaan we aan de slag.
Mestverwerking staat op nummer 1 van de gezamenlijke innovatieagenda
varkenshouderij van LTO, NVV, VION, WUR en LNV. Om te komen tot
daadwerkelijke stappen moeten er gerichte stimulansen in het
mestbeleid komen.
Een belangrijke stimulans is het mogelijk maken om zonder dierrechten
varkens te houden als de mest wordt verwerkt en de producten buiten de
bestaande agrarische markt voor dierlijke mest worden afgezet. Als LNV
deze lijn oppakt in haar beleid, bereik je een gelijk speelveld en
geef je een daadwerkelijke stimulans aan mestverwerking.
Stimulans is ook het aanduiden van bepaalde dunne fracties van
verwerkte mest als kunstmestvervanger. Door de dikke fractie als
gewone meststof te kunnen gebruiken in het najaar ontstaat ook een
stimulans die leidt tot een daadwerkelijke verruiming op de mestmarkt.
Dergelijke stimulansen leiden tot marktgerichte ontwikkeling van
sectoren en voorkomen verkapt structuurbeleid.
Op dit moment worden er jaarlijks ongeveer 300.000 varkensrechten en
1,3 miljoen pluimveerechten verhandeld. Als we kijken naar de
varkenshouderij: 300.000 varkensrechten à ⬠150,- is dit 45 miljoen
euro op jaarbasis. In de periode 2008 tot 2015 is dat een bedrag van
315 miljoen euro. Het zou beter zijn om dit bedrag te gebruiken om de
mestverwerking van de grond te krijgen dan het te investeren in
âgebakken luchtâ. Via deze weg lossen we het probleem van de hoge
mestafzetkosten structureel op.
Vanuit LTO Nederland willen wij ons inzetten om deze concrete ideeën
met elkaar uit te werken en bij het ministerie van LNV en bij de
politiek op tafel te leggen.
Vakgroep varkenshouderij LTO Nederland, dinsdag 2 oktober 2007