Op 2 oktober uitspraak Hoge Raad in cassatieberoep van Kees B. in de
Schiedammer parkmoord
Deze zaak betreft de strafzaak tegen Kees B., die door het hof
's-Gravenhage op 8 maart 2002 is veroordeeld tot 18 jaar
gevangenisstraf en TBS voor wat in de media de Schiedammer parkmoord
is gaan heten. De bewezenverklaarde feiten komen erop neer dat hij op
22 juni 2000 in het Beatrixpark te Schiedam twee kinderen van hun
vrijheid zou hebben beroofd, dat hij het meisje zou hebben verkracht
en vervolgens gedood en dat hij zou hebben gepoogd de jongen te doden.
De Hoge Raad heeft op 25 januari 2005 de aanvragen van de toenmalige
plaatsvervangend procureur-generaal en van Kees B. tot herziening van
die uitspraak van 8 maart 2002 gegrond verklaard. De aanvragen
hielden in dat een andere persoon had bekend dat hij de feiten had
gepleegd en dat uit nader onderzoek was gebleken dat de op de plaats
van het delict aangetroffen DNA-sporen niet overeenkwamen met de
DNA-kenmerken in het DNA-profiel van Kees B., maar wel met die in het
DNA-profiel van die andere persoon. De Hoge Raad heeft toen de zaak
verwezen naar het hof Amsterdam voor een nieuwe behandeling. Zie
rechtspraak.nl., LJN AS1872.
Het hof Amsterdam heeft op 4 mei 2006 de uitspraak van het hof
's-Gravenhage van 8 maart 2002 vernietigd en het openbaar ministerie
niet-ontvankelijk verklaard. Het hof oordeelde daarbij dat het
vervolgingsrecht van het openbaar ministerie is komen te vervallen.
Het hof heeft hierbij o.a.het gegeven in aanmerking genomen dat de
werkelijke dader onherroepelijk is veroordeeld voor de ook aan Kees B.
tenlastegelegde feiten. Zie rechtspraak.nl, LJN AW8270.
Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
Kees B. heeft tegen deze beslissing van het hof beroep in cassatie
ingesteld. De zaak is in cassatie voor hem behandeld door mr. G. Spong
en mr. J.Y. Taekema. In cassatie wordt niet geklaagd over de
beslissing zelf maar over de motivering ervan.
De procureur-generaal Fokkens heeft in zijn conclusie van 22 mei 2007
de Hoge Raad geadviseerd Kees B. in zijn cassatieberoep
niet-ontvankelijk te verklaren.
De Hoge Raad doet op dinsdag 2 oktober, 12.00 uur, uitspraak in deze
zaak.
Een samenvatting van de uitspraak zal rond 12.30 uur worden
gepubliceerd op de website hogeraad.nl/actualiteiten en de volledige
uitspraak (met rolnr. 01723/06) wordt zo snel mogelijk daarna
gepubliceerd op rechtspraak.nl.
Op dinsdag 2 oktober zal tussen 12.00 uur en 13.00 uur persraadsheer
mr. W.A.M. van Schendel bereikbaar zijn voor een toelichting op de
uitspraak.
Den Haag, 27 september 2007
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 27 september 2007 Naar boven