ChristenUnie
Politiek van de hoop
Politiek van de hoop
zaterdag 29 september 2007 18:05 Mij is gevraagd te spreken over het
thema Is er nog hoop voor de christelijke politiek. En zoals sprekers,
vooral politici, dat zo vaak plegen te doen, wil ik om te beginnen die
titel wat versleutelen. Want in de vraag Is er nog hoop? ligt zoveel
somberheid en twijfel besloten, dat ik nauwelijks een ander antwoord
kan stamelen dan de allesomvattende geloofsuitspraak: Ja, nochtans ,
er is hoop!
Juist de christelijke hoop die in ons is, houdt ons staande onder de
moeilijkste omstandigheden. Dat geldt in de politiek als in iedere
andere verantwoordelijke positie waarin christenen geplaatst kunnen
worden. Mijn alternatieve thema is daarom: `Christelijke politiek als
politiek van de hoop'.
En laat ik dan maar beginnen over wat christelijke politiek dus níet
is. Christelijke politiek is géén `politiek van de idealen'. Een
hardnekkig vooroordeel over christelijke politici is dat zij
idealisten zijn, die vanuit een ideologisch programma de wereld willen
verbeteren, gericht op hun idee over de ideale wereldorde. De
bedrijvers van christelijke politiek worden dan vervolgens
gecategoriseerd naar hun mate van idealisme; ze worden gekeurd op de
pracht van hun ideologisch verenkleed.
Maar als ik dan namens de ChristenUnie mag uitleggen wat ons beweegt,
dan wil ik om te beginnen juist benadrukken dat wij níet door een
ideologie worden gedreven. Om dat nader uit te leggen, wil ik met u
stilstaan bij de opvattingen van de Duitse theoloog Dietrich
Bonhoeffer. Zoals u waarschijnlijk weet - in ieder geval de theologen
onder u - heeft Bonhoeffer zich reeds begin jaren dertig van de vorige
eeuw gekeerd tegen de ideologie van het nationaal-socialisme. En hij
heeft zijn verzet tegen de nazi's uiteindelijk met de dood moeten
bekopen. `Iemand die stierf voor zijn idealen', zou de oppervlakkige
conclusie kunnen luiden. Maar Bonhoeffer was geen idealist. In zijn
Ethik heeft hij juist haarscherp uiteengezet wat het verschil is
tussen ideologisch en verantwoordelijk handelen. Een deel daaruit
wordt geciteerd in het bekende Bonhoeffer Brevier op 18 juli; daar
kunt u het nalezen.
Idealisten, legt Bonhoeffer uit, zijn tevreden met hun goede
bedoelingen. Ze vinden hun motieven belangrijker dan het
werkelijkheidscomplex waarin zij geplaatst worden. Ze hoeven niet te
wikken of te wegen, want ze hebben hun absolute principe.
Tegenover die zelfverzekerde, om niet te zeggen zelfingenomen houding
van de ideologisch handelende mens, plaatst Bonhoeffer de
bescheidenheid van wie verantwoordelijk handelt. Het menselijk
inzicht, ook van wie dagelijks biddend en luisterend met de Here
leeft, is beperkt. Ik citeer:
,,Er moet een blik in de toekomst worden gewaagd,
er moet worden gedacht aan de gevolgen van het handelen,
net zo goed als er een poging moet worden gedaan
kritisch de eigen motieven en het eigen hart te onderzoeken.
De opgaaf kan niet zijn de wereld op zijn grondvesten te doen
wankelen,
maar op de gegeven plaats te doen wat er, gezien de situatie,
gedaan moet worden.''
Ik denk dat we hier raken aan de wat ons als ChristenUnie bewoog, toen
we begin dit jaar besloten tot de regeringscoalitie toe te treden.
`Doen wat we, gezien de situatie, moesten doen'. Een zin die
verrassend veel lijkt op woorden die André Rouvoet destijds citeerde
van de bekende schrijver Tolkien, een citaat van Gandalf die tegen
Frodo zei: `Wij hebben de verantwoordelijkheid te doen wat in onze
dagen van ons verlangd wordt'.
Nadat de mogelijkheid van diverse mogelijke coalities was onderzocht,
deed de ChristenUnie datgene waarvoor achtereenvolgens de SP en
GroenLinks bedankt hadden. Hun weigering om
regeringsverantwoordelijkheid te dragen, kenmerkt die partijen als
ideologische bewegingen. Dat betekent dus in de praktijk: overtuigd
van je eigen gelijk, met de armen over elkaar langs de zijlijn blijven
staan.
Voor het verschil tussen ideologische en verantwoordelijke politiek
citeer ik nogmaals Bonhoeffer:
`Terwijl elk ideologisch handelen zijn rechtvaardiging altijd bij de
hand heeft
in zijn eigen principe, ziet verantwoordelijk handelen ervan af te
weten of het uiteindelijk juist zal blijken.
Hij, die ideologisch handelt, acht zich gerechtvaardigd in zijn idee.
De verantwoordelijke mens legt zijn handelen in de handen van God
en leeft van Gods gunst en genade.'
Dát is de levenshouding van de christelijke politicus. Wij zijn geen
betweters die genoeg hebben aan ons eigen gelijk, maar wij nemen de
verantwoordelijkheid die God ons in deze dagen geeft. We beslissen van
dag tot dag over complexe vraagstukken, en leggen onze besluiten in de
handen van de God. In de hoop op Zijn gunst en genade.
***
Vorige week mocht ik voor het eerst als fractievoorzitter de algemene
politieke beschouwingen doen. Ik heb mijn bijdrage toen het motto
meegegeven: Op de toekomst berekend. Het was mijn eigen vertaling van
een begrip dat bij het opstellen van de Miljoenennota een leidende rol
speelde: `houdbaarheid'. De overheidsfinanciën moeten bestand zijn
tegen de vergrijzingsgolven die ons land te wachten staan, ze moeten
`houdbaar' zijn onder invloed van ingrijpende demografische
verschuivingen. Dat is een degelijke doelstelling, maar ook nogal
conservatief, conserverend en érg eenzijdig op de centen gericht.
Op de toekomst berekend is een houding die veel verder kijkt dan de
jaarlijks balans tussen inkomsten en uitgaven. Denk aan het gezegde
`wie de jeugd heeft, heeft de toekomst'. De ChristenUnie zet zwaar in
op jeugd- en gezinsbeleid: niet om een verondersteld kinderrijke
achterban naar de mond te praten, maar vanuit een langetermijnvisie
voor Nederland. Grote maatschappelijke vraagstukken zoals de
integratie van allochtonen, kunnen alleen worden opgelost wanneer daar
vanaf de geboorte aan gewerkt wordt. Integratie begint bij de
kraamzorg en op het consultatiebureau, in het speeltuintje om de hoek
en op de basisschool.
Op de toekomst berekend zijn we alleen wanneer we werken aan een
duurzaam milieu. Christenen kunnen zich geen
na-ons-de-zondvloed-mentaliteit permitteren, we kunnen niet doorgaan
met energie verspillen onder het motto `laten we veel, vuil en hard
autorijden, want morgen sterven wij'. Nee, want christelijke politiek
is niet hopeloos maar hoopvol, ze laat zich niet verlammen door
wanhoop en doemscenario's. God heeft ons als verantwoordelijke
rentmeesters over Zijn Schepping gesteld; zeg dus niet dat milieuzorg
iets voor idealisten is.
Op de toekomst berekend is alleen een samenleving die de zwakken
ondersteunt en kansen creëert voor de kansarmen. En die daarbij over
de grenzen van tijd en plaats heen ziet: een consumptiemaatschappij
als de onze kan de tijd niet verduren zolang slavernij van kinderen
elders op deze wereld nodig is om onze chocoladeketel te vullen.
Vandaag presenteert de ChristenUnie daarom in Amsterdam een actieplan
tegen kinderarbeid wereldwijd. En vanuit diezelfde
verantwoordelijkheid kunnen we tegen een zware portefeuille als
Defensie aankijken: de toekomst van Afghanistan is ook ons een zorg.
De ChristenUnie is dit jaar voor een belangrijke proef gesteld. Zijn
wij idealisten, of zijn we in staat verantwoordelijkheid te dragen.
Zijn wij als partij die jarenlang vanuit het parlement de macht
controleerde, ook berekend op een toekomst als regeringspartij? Het
lijkt mij te vroeg om daarover parmantige conclusies te debiteren; de
toekomst is net begonnen. Wat we na een krap jaar wél kunnen stellen
is dat er een coalitieakkoord ligt dat van ChristenUnie-geur
doordesemd is. En dat we bij de algemene beschouwingen nog eens een
flinke schep ChristenUnie-wensen bovenop de kabinetsplannen konden
doen. Maar we tellen onze winst niet alleen in financiële
toezeggingen, zoals het kindgebonden budget, gratis schoolboeken en
extra geld voor jeugdzorg. Ook op een belangrijk terrein als de
medische ethiek zien we door onze invloed een keer ten goede. Onlangs
heeft staatssecretaris Bussemaker daarover een beleidsbrief naar de
Tweede Kamer gestuurd. Het dagblad Trouw noemde deze brief in zijn
hoofdredactioneel commentaar ` een niet geringe doorbraak die tien
jaar geleden voor onmogelijk was gehouden', en het Nederlands Dagblad
schreef: ,,Na lange jaren waarin de zelfbeschikking van de vrouw als
ultiem criterium gold en abortus feitelijk als enige 'oplossing' voor
ongewenste zwangerschap werd aangeprezen, ligt de nadruk nu tevens op
de beschermwaardigheid van het leven en op de noodzaak echte keuzes
aan te bieden. Dat is een lichte, maar wel duidelijke trendbreuk. Dit
land en zijn kinderen ten goede." (Einde citaat).
D66-leider Pechtold zei vorige week in een interview met NRC
Handelsblad dat het kabinetsbeleid er totaal anders had uitgezien
wanneer niet ChristenUnie maar GroenLinks was aangeschoven bij CDA en
PvdA. Het was bedoeld als verwijt aan GroenLinks, maar ik heb het als
compliment voor de ChristenUnie geïncasseerd. Met ons programma én met
onze stijl van optreden mogen we in deze dagen een belangrijke
bijdrage leveren aan het regeringsbeleid. We proberen als een
integere, betrouwbare coalitiepartner ons werk in kabinet en parlement
te doen. Daarbij laten we ons niet leiden door de dagkoersen: `Hoe
vaak waren we in beeld deze week? Op hoeveel zetels staan we in de
peiling?' We zien onze regeringsdeelname al een
langetermijninvestering, die niet in de eerste plaats electoraal maar
vooral maatschappelijk rendement moet opleveren. En daar hebben we
goede hoop op.
Op de toekomst berekend: het is ook een geloofshouding. Wij maken onze
berekeningen, en proberen vanuit de gegeven verantwoordelijkheid op
een verstandige, doordachte wijze de toekomst tegemoet te treden. Maar
we weten ook dat de toekomst niet in onze handen ligt. We leggen ons
werk bescheiden in de handen van Hem die de wereld bestuurt. Als er
iets is waar we op mogen rekenen, dan wel dat hij een bétere toekomst
voor ons heeft weggelegd. Dat is een hoop om uit te leven en een hoop
om van te getuigen. Mag ik u daarom ten slotte vragen zo af en toe
eens voor ons te bidden. Dat we in onze verantwoordelijke positie
goede dingen mogen doen. En dat we op de juiste momenten ook de juiste
woorden zullen vinden om te getuigen van de hoop die in ons is.
Toespraak gehouden voor de Schooldag van de Theologische Universiteit
van de Christelijke Gereformeerde Kerken, 29 september 2007