http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/intm/96555.pdf
PERSMEDEDELING 2820e zitting van de Raad Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie en Onderzoek)
Brussel, 28 september 2007
Voorzitters de heer Manuel PINHO
minister van Economie en Innovatie van Portugal
de heer Mariano GAGO
minister van Wetenschappen, Technologie en Hoger
Onderwijs van Portugal
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft overeenstemming bereikt over de voornaamste elementen van vier voorstellen
betreffende het lanceren van gezamenlijke technologie-initiatieven.
De Raad heeft via een geïntegreerde aanpak een debat gevoerd over het mededingingsbeleid, en
heeft daarbij aandacht besteed aan het industriebeleid, het MKB-beleid en de strategie inzake
e-vaardigheden.
De Raad heeft zonder debat een besluit aangenomen dat ertoe strekt met ingang van 1 oktober 2009
een einde te maken aan het aan de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst van Cotonou gehechte
suikerprotocol, alsmede een soortgelijke overeenkomst betreffende de suikerimport uit India.
28.IX.2007
1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
INHOUD1
DEELNEMERS................................................................................................................................. 4
BESPROKEN PUNTEN
CONCURRENTIEVERMOGEN/GEÏNTEGREERDE AANPAK .................................................... 6
GEZAMENLIJKE TECHNOLOGIE-INITIATIEVEN...................................................................... 8
Initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI) ............................................................................ 9
Ingebedde computersystemen (Artemis) ........................................................................................... 10
Nano-elektronicatechnologieën (ENIAC).......................................................................................... 10
Luchtvaart en luchtvervoer (Clean Sky) ............................................................................................ 11
ONDERZOEKSPROGRAMMA INZAKE DE LEVENSKWALITEIT VAN OUDEREN ............ 12
DIVERSEN....................................................................................................................................... 14
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
EXTERNE BETREKKINGEN
- Betrekkingen met Zwitserland - Programma Media 2007..................................................................................... 16
- Kroatië - Overeenkomst inzake deelname aan de politiemissie van de EU in Afghanistan .................................. 16
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
- ACS-EG-partnerschapsovereenkomst - Suikerprotocol ........................................................................................ 16
HANDELSPOLITIEK
- Antidumping - India - polyethyleentereftalaatfolie ............................................................................................... 17
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
- Samenwerking op specifieke gebieden.................................................................................................................. 17
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België
mevrouw Fientje MOERMAN viceminister-president van de Vlaamse regering en
Vlaams minister van Economie, Ondernemen,
Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel
Bulgarije:
mevrouw Nina RADEVA viceminister van Economie en Energie
Tsjechische Republiek:
mevrouw Dana KUCHTOVÁ minister van Onderwijs, Jeugdzaken en Sport
de heer Martin TLAPA viceminister van Industrie en Handel
Denemarken:
de heer Michael DITHMER staatssecretaris bij het ministerie van Economische Zaken,
Handel en Industrie
Duitsland:
de heer Joachim WÜRMELING staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken en
Technologie
de heer Thomas RACHEL parlementair staatssecretaris van Onderwijs en Onderzoek
Estland:
de heer Tõnis LUKAS minister van Onderwijs en Wetenschappen
Ierland:
de heer Michael AHERN onderminister, ministerie van Ondernemingen, Handel en
Werkgelegenheid (belast met handel)
Griekenland:
de heer Ioannis TSOUKALAS secretaris-generaal
Spanje:
mevrouw Mercedes CABRERA CALVO-SOTELO minister van Onderwijs en Wetenschappen
de heer Joan TRULLÉN TOMÁS secretaris-generaal van Industrie
Frankrijk:
de heer Jean-Pierre JOUYET staatssecretaris, belast met Europese Zaken
Italië:
de heer Mario BUBBICO staatssecretaris van Economische Ontwikkeling
de heer Luciano MODICA staatssecretaris van Universiteiten en Onderzoek
Cyprus:
de heer Efstathios HAMBOULLAS secretaris-generaal
Letland:
mevrouw Lelde LICE-LICITE plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Litouwen:
de heer Vytas NAVICKAS minister van Economische Zaken
mevrouw Virginija BUDIENö viceminister van Onderwijs en Wetenschappen
Luxemburg:
de heer Georges FRIDEN plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Hongarije:
de heer Géza EGYED vakstaatssecretaris, ministerie van Economische Zaken en
Verkeer
Malta:
de heer Censu GALEA minister van Concurrentievermogen en Communicatie
Nederland:
de heer Peter W. KOK plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Oostenrijk:
de heer Martin BARTENSTEIN minister van Economische Zaken en Arbeid
de heer Johannes HAHN minister van Wetenschap en Onderzoek
Polen:
de heer Michal SEWERYNSKI minister van Onderwijs en Wetenschappen
de heer Marcin KOROLEC viceminister van Economische Zaken,
onderstaatssecretaris, ministerie van Economische Zaken
Portugal:
de heer Manuel PINHO minister van Economie en Innovatie
de heer José Mariano GAGO minister van Wetenschappen, Technologie en Hoger
Onderwijs
Roemenië
De heer Anton ANTON staatssecretaris van Onderzoek, voorzitter van de
Nationale Autoriteit voor wetenschappelijk onderzoek,
ministerie van Onderwijs en Onderzoek
Slovenië
de heer Andrej VIZJAK minister van Economische Zaken
de heer Dusan LESJAK staatssecretaris, ministerie van Hoger Onderwijs,
Wetenschappen en Technologie
Slowakije:
de heer Ivan RYBÁRIK staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken
de heer Jozef HABÁNIK staatssecretaris, ministerie van Onderwijs
Finland:
mevrouw Nina VASKUNLAHTI plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Zweden:
mevrouw Maud OLOFSSON minister, toegevoegd aan de minister-president, minister
van Landbouw en Plattelandsontwikkeling
Verenigd Koninkrijk:
de heer Ian PEARSON onderminister, ministerie van Innovatie, Universiteiten en
Vaardigheden
de heer Stephen TIMMS onderminister, ministerie van Handel, Bedrijfsleven en
Hervorming van de regelgeving
Commissie:
de heer Günter VERHEUGEN vicevoorzitter
mevrouw Viviane REDING lid
de heer Janez POTOCNIK lid
mevrouw Meglena KUNEVA lid
BESPROKEN PUNTEN
CONCURRENTIEVERMOGEN/GEÏNTEGREERDE AANPAK
De Raad heeft via een geïntegreerde aanpak een debat gevoerd over het mededingingsbeleid, en
daarbij aandacht besteed aan de tussentijdse evaluatie van het industriebeleid, de strategie inzake
e-vaardigheden en de stand van de voorbereiding van de komende tussentijdse evaluatie van het
MKB-beleid.
Tijdens het werkdiner de dag ervoor bespraken de ministers van Concurrentievermogen de externe
dimensie van het mededingingsbeleid.
De Raad heeft zijn voorbereidende instanties politieke richtsnoeren verstrekt en hen opgedragen de
onderhandelingen voort te zetten zodat hij tijdens zijn volgende zitting op 22 en 23 november
geïntegreerde conclusies over deze drie thema's en andere aspecten van het Europese concurrentievermogen
in een mondiale markt kan aannemen.
Het debat was gestructureerd aan de hand van de volgende vragen (12724/07):
- Hoe kan duurzaam industriebeleid een efficiëntere rol spelen bij het verbeteren van het
Europese concurrentievermogen, zulks tegen de achtergrond van de wereldwijde
concurrentie alsook de klimaatverandering en de uitdagingen op energiegebied en in
samenhang met de uitvoering van de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid?
en
- Hoe moet de EU langetermijnstrategieën inzake vaardigheden (waaronder e-vaardigheden)
ontwikkelen die gericht zijn op het versterken van het Europese concurrentievermogen,
met name van het MKB?
De EU-delegaties betuigden hun ruime steun voor de geïntegreerde aanpak van het industriebeleid
en verklaarden dat een ingrijpende aanpassing op dit moment niet nodig is. Sommige aspecten
verdienen bijzondere aandacht, zoals de steun voor het creëren van leidende markten in Europa, het
tijdig bekijken van de toegang tot grondstoffen in de toekomst en de bevordering van
ondernemingen- en innovatieclusters.
Zij waren het tevens eens over de rol van het MKB als motor voor het bereiken van de
doelstellingen van Lissabon inzake groei en werkgelegenheid.
De ministers wezen er ook op dat er behoefte is aan een langetermijnstrategie inzake
e-vaardigheden om ervoor te zorgen dat het bedrijfsleven kan beschikken over gekwalificeerde
arbeidskrachten die het mededingingsvermogen van de Europese bedrijven kunnen vergroten. Het
wordt ook nodig geacht het huidige tekort aan e-vaardigheden in de EU te verhelpen.
Het debat werd voorafgegaan door de presentatie van mededelingen van de Commissie over:
- de tussentijdse evaluatie van het industriebeleid (11686/07); en
- e-vaardigheden voor de eenentwintigste eeuw: bevordering van concurrentiekracht, groei
en werkgelegenheid (strategie voor e-vaardigheden) (12795/07);
en de stand van de voorbereiding van de komende tussentijdse evaluatie van het MKB-beleid.
In de tussentijdse evaluatie van het industriebeleid wordt de huidige economische situatie van de
industrie in de EU beschreven en wordt de vooruitgang die is geboekt bij de sectoroverschrijdende
en de sectorspecifieke maatregelen van 2005 geïnventariseerd. Tevens worden de belangrijkste
uitdagingen waarmee de Europese industrie de komende jaren geconfronteerd kan worden, in kaart
gebracht. Met de geïntegreerde aanpak van het industriebeleid is een aanvang gemaakt in
oktober 2005 (13143/05) en de Raad heeft hierover conclusies aangenomen in mei 2006 en
mei 2007 (8799/06 en 10032/07).
Commissielid Verheugen liep vooruit op de belangrijkste elementen van de tussentijdse evaluatie
van het MKB-beleid en de goedkeuring ervan door de Commissie begin oktober. Het nieuwe
beleidskader voor het MKB-beleid is ingevoerd in november 2005 (14434/05) en de Raad heeft
hierover conclusies aangenomen in maart 2006 (6964/06, blz. 7).
Tijdens de informele Raadszitting op 20-21 juli 2007 in Lissabon zijn vruchtbare gesprekken
gevoerd over duurzaam industriebeleid en MKB-beleid in het licht van de komende ronde van de
agenda van Lissabon, met bijzondere aandacht voor financiering, innovatie, betere regelgeving,
internationalisering, energie-efficiëntie en manieren om het concurrentievermogen van het MKB op
de wereldmarkt te versterken.
De mededeling over het ontwerpen van een strategie inzake e-vaardigheden (12795/07) heeft ten
doel de kernboodschappen van de verklaring die is aangenomen tijdens de Europese conferentie
over e-vaardigheden in oktober 20061 uit te voeren: een langetermijnagenda voor e-vaardigheden
opstellen om de concurrentiekracht van de industrie en de inzetbaarheid van het personeel te
vergroten en de beroepsbevolking te ontwikkelen; de samenwerking tussen de publieke en private
sector verbeteren en zo een geïntegreerd kader voor basisopleiding op het gebied van e-vaardigheden
en beroepsontwikkeling tot stand brengen; de professionaliteit en de aantrekkelijkheid van
banen en loopbanen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie verbeteren.
1 www.e-skills-conference.org
GEZAMENLIJKE TECHNOLOGIE-INITIATIEVEN
De Raad heeft een gedachtewisseling gehouden over vier voorstellen betreffende het opzetten van
gezamenlijke technologie-initiatieven (GTI) op de volgende vier gebieden:
- innovatieve geneesmiddelen (IMI) (9686/07)
- ingebedde computersystemen (ARTEMIS) (9685/07)
- nano-elektronicatechnologieën (ENIAC) (10149/07)
- Luchtvaart en luchtvervoer (CLEAN SKY) (10148/07).
Het ministeriële debat werd toegespitst op horizontale vraagstukken, opdat de besluiten definitief
kunnen worden aangenomen tijdens de Raad Concurrentievermogen in november en de vier GTI's
in 2008 snel van start kunnen gaan.
De Raad onderstreepte een aantal belangrijke politieke elementen die uit de bespreking naar voren
kwamen:
- De GTI's moeten worden opgezet als communautaire organen volgens het Gemeenschapsrecht.
Zij ontvangen communautaire financiering voor de uitvoering van de onderzoeksprogramma's,
voornamelijk middels het toekennen van financiering aan geselecteerde
projecten na oproepen tot het indienen van voorstellen.
- Zij nemen de vorm aan van publiek-private partnerschappen waarbij de verantwoordelijkheid
voor het beheer van de gemeenschappelijke ondernemingen wordt gedeeld met het
bedrijfsleven. De EU-lidstaten en de Commissie houden op passende wijze toezicht op het
gebruik van overheidsgelden.
- Zij hebben een looptijd van maximaal tien jaar.
- GTI's bezitten niet de status van internationale organisaties.
- GTI's hebben rechtspersoonlijkheid en worden opgezet op basis van de artikelen 171 en
172 van het EG-Verdrag.
- Zij voeren de onderzoeksprogramma's uit middels een combinatie van openbare en
particuliere financiering. De Gemeenschap draagt bij in de lopende kosten en aan de
onderzoeksactiviteiten.
De Raad heeft zijn voorbereidende instanties opgedragen de technische werkzaamheden op basis
van de verstrekte politieke richtsnoeren voort te zetten.
De GTI's zijn een belangrijk nieuw element in het 7e kaderprogramma voor onderzoek (KP7) voor
2007-2013. Zij zijn opgezet via het specifieke programma "Samenwerking"1 dat strekt tot
uitvoering van het 7e kaderprogramma, en beogen de bevordering van de samenwerking en het
aanhalen van de banden tussen bedrijfsleven en onderzoek in een transnationaal kader.
GTI's bieden een nieuwe manier om partnerschappen tot stand te brengen tussen uit publieke en
private middelen gefinancierde onderzoeksinstellingen. Zij richten zich op gebieden waarop
onderzoek en technologische ontwikkeling het Europese concurrentievermogen en de kwaliteit van
het leven kan verbeteren. De GTI-aanpak contrasteert met de wijze waarop Europa normaal steun
verleent aan door het bedrijfsleven gestuurd onderzoek en beoogt Europa een leidende positie te
verschaffen op technologische gebieden die voor de toekomst van Europa van strategisch belang
zijn.
Initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)
Het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen beoogt het vergroten van het concurrentievermogen
van de Europese geneesmiddelensector door te voorzien in een gecoördineerde
benadering om de onderzoeksknelpunten in het geneesmiddelenontwikkelingsproces te ondervangen
en de ontwikkelingstijd en het uitvalpercentage bij klinische tests voor nieuwe geneesmiddelen
te verminderen. Dit zal snellere toegang tot meer gerichte geneesmiddelen en een sneller
rendement van onderzoeksinvesteringen mogelijk maken en zodoende meer particuliere
investeringen voor verder onderzoek stimuleren.
Het actieplan omvat: ontwikkeling van instrumenten en methoden voor het beter voorspellen van de
geschiktheid, de veiligheid en de werkzaamheid van geneesmiddelen; intelligente infrastructuren
voor data-integratie en kennisbeheer door nauwe samenwerking tussen industrie, academische
wereld en klinische centra. Er zullen ook leemten in onderwijs en opleiding worden opgevuld om
ervoor te zorgen dat Europa over de vaardigheden beschikt om onderzoeksresultaten om te zetten
ten voordele van de patiënt.
De maximale bijdrage van de Gemeenschap wordt geraamd op 1 miljard euro (tot en met 2017).
http://www.imi-europe.org
1 Publicatieblad van de EU L 400 van 30.12.2006, blz. 86.
Ingebedde computersystemen (Artemis)
Ingebedde computersystemen - de onzichtbare elektronica en software die intelligentie verlenen aan
producten en processen - zijn van strategisch belang voor het concurrentievermogen van belangrijke
Europese industriële sectoren zoals de automobielsector, vliegtuigelektronica, consumentelektronica,
telecommunicatie, medische systemen en productie. Voorts schept de toenemende
connectiviteit van deze systemen potentieel voor volkomen nieuwe markten en maatschappelijke
toepassingen.
ARTEMIS heeft betrekking op het ontwerpen, ontwikkelen en inzetten van alomtegenwoordige,
interoperabele en kosteneffectieve maar krachtige, veilige en beveiligde elektronische en
softwaresystemen. Het levert referentieontwerpen die standaard architectuurbenaderingen bieden
voor bepaalde series van toepassingen, middleware die naadloze connectiviteit en interoperabiliteit
mogelijk maakt, geïntegreerde ontwerpsoftwaretools en -methoden voor snelle ontwikkeling en
prototyping.
De maximale bijdrage van de Gemeenschap wordt geraamd op 420 miloen euro (tot en met 2017).
http://www.artemis-office.org
Nano-elektronicatechnologieën (ENIAC)
Nano-elektronica is van het grootste belang voor het Europese concurrentievermogen omdat de
producten ervan in belangrijke mate innovatie mogelijk maken in andere sectoren (multimedia,
telecommunicatie, vervoer, gezondheid, milieu, industriële verwerking, enz.).
Dit initiatief voorziet bovendien in de behoeften aan siliciumgebaseerde technologieën op vier
technologieterreinen: het kleiner maken van logische schakelingen en geheugens om de prestaties te
verhogen en de kosten te verminderen; de ontwikkeling van functies met een toegevoegde waarde,
inclusief sensor-, actuator- en packagingfuncties, en de inbedding ervan in logische schakelingen en
geheugens om complexe System-on-Chip of System-in-Package oplossingen tot stand te brengen;
apparatuur en materialen en ontwerpautomatisering.
De maximale bijdrage van de Gemeenschap wordt geraamd op 450 miloen euro (tot en met 2017).
http://www.eniac.eu
Luchtvaart en luchtvervoer (Clean Sky)
De ontwikkeling van groene technologieën is van wezenlijk belang voor het concurrentievermogen
van de gehele luchtvervoersector. In het "Clean Sky"-initiatief komen verschillende gebieden aan
bod, zoals milieuvriendelijke en kostenefficiënte luchttransportsystemen, en luchtverkeersbeheer ter
ondersteuning van het beleid inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim.
De maximale bijdrage van de Gemeenschap wordt geraamd op 800 miljoen euro (tot en met 2017).
*
* *
Deze Commissievoorstellen komen voornamelijk voort uit de werkzaamheden van de technologieplatforms
en zijn het resultaat van twee jaar onderhandelen met verschillende industrietakken.
Tijdens de afgelopen top op 21 en 22 juni heeft de Europese Raad de Raad verzocht spoedig in te
stemmen met de eerste vier voorstellen voor gezamenlijke technologie-initiatieven. Tevens heeft hij
de Commissie verzocht om zo spoedig mogelijk de andere twee GTI's die in het specifieke
programma "Samenwerking" worden genoemd, namelijk "Wereldwijde monitoring van milieu en
veiligheid (GMES)" en "Waterstof en brandstofcellen" te presenteren. De Europese Raad heeft ook
andermaal gewezen op het belang van een open en transparant beheer van deze initiatieven.
ONDERZOEKSPROGRAMMA INZAKE DE LEVENSKWALITEIT VAN OUDEREN
De Raad heeft een gedachtewisseling gehouden over een ontwerp-beschikking over de deelneming
van de Gemeenschap aan een onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma dat de levenskwaliteit van
ouderen beoogt te verbeteren door middel van het gebruik van nieuwe informatie- en
communicatietechnologieën (ICT), dat door verschillende lidstaten is opgezet (programma
"Ambient Assisted Living") (10959/07).
Tijdens een openbare zitting beoordeelden de delegaties dit voorstel positief en gaven zij politieke
sturing voor verdere werkzaamheden betreffende een aantal zaken zoals de selectiecriteria en de
financiering van de projecten in het kader van het programma, alsook de regels voor het toelaten
van nieuwe leden.
De algemene doelstelling van het gemeenschappelijk AAL-programma is de levenskwaliteit van
ouderen te verbeteren en de industrie in Europa te versterken door gebruik te maken van ICT. Het
gemeenschappelijk AAL-programma heeft de volgende specifieke doelstellingen:
- innoverende op ICT-gebaseerde producten, diensten en systemen voor gezond ouder
worden thuis, in de maatschappij en op het werk bevorderen en zo de kwaliteit van leven,
autonomie, deelname aan het sociale leven, vaardigheden en de inzetbaarheid van
bejaarden verhogen en de kosten van medische en sociale zorg voor gezond ouder worden
in de informatiemaatschappij terugdringen, waarbij rekening wordt gehouden met gunstige
voorwaarden voor deelneming van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's);
- de voorwaarden verbeteren voor industriële exploitatie door een samenhangend Europees
kader tot stand te brengen om gemeenschappelijke concepten te ontwikkelen en het
lokaliseren en aanpassen van gemeenschappelijke oplossingen die verenigbaar zijn met de
uiteenlopende sociale wensen en regelgevingsaspecten op nationaal of regionaal niveau in
Europa, te vergemakkelijken.
Het gemeenschappelijk AAL-programma biedt het juridisch en organisatorisch kader voor een
grootschalig Europees programma tussen België, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Finland,
Frankrijk, Hongarije, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal en Spanje en Israël, Noorwegen
en Zwitserland met betrekking tot toegepast onderzoek en innovatie op het gebied van ICT voor
gezond ouder worden in de informatiemaatschappij. Deze landen zijn overeengekomen de gemeenschappelijke
activiteiten die erop gericht zijn een bijdrage te leveren aan het gemeenschappelijk
AAL-programma te coördineren en uit te voeren
Het voorstel voor het gemeenschappelijk AAL-programma is het eerste van vier initiatieven op
basis van artikel 169 van het EG-Verdrag die gepland zijn tijdens de looptijd van KP7. Artikel 169
voorziet in de deelneming van de Gemeenschap aan door verscheidene lidstaten opgezette
programma's. Het voorstel werd aangekondigd in "Een i2010-initiatief - Actieplan inzake
informatie- en communicatietechnologieën voor ouderen" (10971/07). De medebeslissingsprocedure
(wetgeving door Raad en Parlement) is van toepassing.
DIVERSEN
De Raad nam nota van informatie over de volgende aangelegenheden:
a) Ontwerp-verordening tot oprichting van het Europees Technologisch Instituut (ETI)
Het voorzitterschap informeerde de Raad over de stand van zaken in verband met dit
project sinds de algemene oriëntatie die de Raad in juni jl. over de ontwerp-verordening
had bereikt (11058/07) en de stemming in het Europees Parlement van 26 september.
b) Ontwerp-initiatief op grond van artikel 169 van het EG-Verdrag ter ondersteuning van
startende hoogtechnologische KMO's (EuroSTARS) (13088/07).
c) Herziening van de "timeshare"-richtlijn
De Raad nam nota van schriftelijke informatie van het voorzitterschap over de stand van
zaken in verband met het voorstel van de Commissie betreffende de bescherming van de
consumenten met betrekking tot bepaalde aspecten van timeshare, langetermijnvakantieproducten,
wederverkoop en ruil (13222/07).
d) Groenboek over de herziening van het consumentenacquis - resultaat van de raadplegingsperiode
De Raad nam nota van informatie van het Commissielid voor consumentenbescherming,
mevrouw Meglena KUNEVA, over het resultaat van de raadpleging inzake het Groenboek
van de Commissie over de herziening van het consumentenacquis (6307/07). Commissielid
KUNEVA gaf aan dat de Commissie naar verwachting in de tweede helft van 2008 met
haar voorstel zal komen.
e) Follow-up van de informele Raad Concurrentievermogen in Lissabon van 19 en
20 juli 2007.
De bijeenkomst was gewijd aan onderzoek en industriebeleid.
Met betrekking tot onderzoek heeft de Raad zich over drie essentiële thema's gebogen, nl.
het stimuleren van particuliere investeringen, het vergroten van overheidsinvesteringen en
meer menselijke hulpbronnen voor onderzoek en technologische ontwikkeling.
De ministers hebben tevens besloten een gezamenlijke bundel op te stellen als bijdrage aan
de decemberzitting van de Raad. Deze bundel zal zich concentreren op menselijke hulpbronnen,
particuliere investeringen en overheidsfinanciering op het gebied van Europees
onderzoek.
Wat industrie betreft, heeft de Raad de huidige toestand besproken, alsook de vooruitzichten
van het Europees industriebeleid, het KMO-beleid, de situatie van de op bosbouw
gebaseerde industrie in Europa en de "vergroening" van het industriebeleid.
f) Conferentie op hoog niveau in Lissabon van 8 tot en met 10 oktober over de toekomst van
wetenschap en technologie in Europa
De conferentie past binnen de raadpleging in het kader van het Groenboek van de
Commissie "De Europese onderzoeksruimte - Nieuwe perspectieven" (8322/07).
g) Productveiligheid: recente ontwikkelingen
De Raad nam nota van informatie van Commissielid KUNEVA over gesprekken met
Chinese ambtenaren inzake het probleem in verband met de invoer op de Europese markt
van speelgoed van Chinese makelij dat loodverf bevat.
Het Commissielid benadrukte dat de naleving van de bestaande EU-wetgeving inzake
productveiligheid in de lidstaten correct moet worden gecontroleerd. Ook informeerde zij
de Raad over de stappen die de Commissie voornemens is te zetten om de consument beter
te beschermen tegen gevaarlijke consumentenproducten.
h) Online-vraagbaak over het programma "Vermindering van de administratieve lasten"
De Raad nam nota van informatie van de heer Günter VERHEUGEN, vicevoorzitter van
de Commissie, over de recente ontwikkelingen in verband met het programma van de
Commissie inzake de vermindering van de administratieve lasten1 (5924/07).
Commissielid VERHEUGEN informeerde de Raad over de online-vraagbaak die in het
leven is geroepen voor het bedrijfsleven. Dit online-instrument moet antwoord geven op de
vragen die bij bedrijven leven en bijdragen verzamelen die de EU zullen helpen bij het
uitwerken van een efficiëntere wetgeving betreffende ondernemingen.
1 Het "Actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten in de Europese Unie",
dat in 2007 is gestart naar aanleiding van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad,
stelt zich ten doel tegen 2012 de administratieve lasten t.g.v. de EU-wetgeving met 25% te
verminderen.
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
EXTERNE BETREKKINGEN
Betrekkingen met Zwitserland - Programma Media 2007
De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing
van een overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat op audiovisueel gebied
tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het
communautaire programma Media 2007 (12419/07).
Kroatië - Overeenkomst inzake deelname aan de politiemissie van de EU in Afghanistan
De Raad heeft een besluit aangenomen houdende goedkeuring van de sluiting van een overeenkomst
met Kroatië inzake de deelname van het land aan de politiemissie van de EU in Afghanistan.
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
ACS-EG-partnerschapsovereenkomst - Suikerprotocol
De Raad heeft besluiten aangenomen houdende beëindiging van het suikerprotocol bij de ACS-EGpartnerschapsovereenkomst
van Cotonou, alsmede van een vergelijkbare overeenkomst betreffende
de suikerinvoer uit India, met ingang van 1 oktober 2007.
Sinds 1975 konden dankzij deze regelingen bepaalde staten in Afrika, het Caribisch gebied en de
Stille Oceaan (ACS), alsook India, tegen preferentiële voorwaarden suiker aan de EU-markt
leveren. Andere maatregelen zijn evenwel genomen of zullen in 2009 op gang komen, die aan een
breder scala van ontwikkelingslanden aantrekkelijker en duurzamer voorwaarden zullen bieden om
suiker aan de EU te leveren.
Hervorming van de suikersector in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de
EU, uitvoering van het "alles behalve wapens"-initiatief inzake markttoegang voor suiker van de
minst ontwikkelde landen (MOL's), en de voorgestelde veralgemening van deze MOL-voorwaarden
voor alle ACS-landen (inclusief die van het suikerprotocol) in de onderhandelingen over
economische partnerschapsovereenkomsten met de ACS; dit alles samen betekent een verbetering
en uitbreiding van de markttoegang voor suiker uit ontwikkelingslanden ter vervanging van de
regelingen krachtens het suikerprotocol.
Voor details, zie persmededeling 13345/07.
HANDELSPOLITIEK
Antidumping - India - polyethyleentereftalaatfolie
De Raad heeft een verordening aangenomen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 367/2006 tot
instelling van een definitief compenserend recht op polyethyleentereftalaatfolie (petfolie) van
oorsprong uit India (12486/07).
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
Samenwerking op specifieke gebieden
De Raad heeft een ontwerp-besluit goedgekeurd van het Gemengd Comité van de EER met het oog
op uitbreiding van de samenwerking betreffende het Daphne III-programma, dat een programma is
ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming
van slachtoffers en risicogroepen (12320/07).
Het Gemengd Comité van de EER moet alle Gemeenschapswetgeving die relevant is voor de EEROvereenkomst
integreren om te zorgen voor de vereiste rechtszekerheid en gelijkvormigheid op de
interne markt.
We t s t r a a t 1 7 5 B - 1 0 4 8 B R US S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 6 7 1 5 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6
press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
Raad van de Europese Unie