Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Radio / TV-interview | 28-09-2007

Vice-premier Bos, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over het ontslagrecht, het referendum en de missie in Afghanistan.


MINGELEN:
Meneer Bos, premier Balkenende is nog onderweg van de Verenigde Staten hier naar toe. Hij is inmiddels geland, maar hij was in New York. U heeft vandaag de ministerraad geleid. Heeft u de premier nog de beurs in New York zien openen?

BOS:
Ik heb hem de bel zien luiden.


MINGELEN:
Het was geloof ik de eerste premier van Nederland die dat mocht doen. Was dat een signaal van de heer Balkenende dat hij echt niet aan het hoofd staat van een links kabinet?

BOS:
Ik weet het niet. Misschien was het vooral een signaal over optimisme met betrekking tot de economie. De beurskoersen gaan op dit moment weer omhoog en dat is een goed signaal in tijden waarin we natuurlijk ook een boel somberheid te horen hebben gekregen over de economie.


- ONTSLAGRECHT -

MINGELEN:
Somberheid niet alleen over de economie, maar vooral ook over de stand van zaken in de PvdA. Is er in de ministerraad nog met enige zorg naar u gekeken of u uw eigen partij wel in de hand heeft?

BOS:
Nee. Daar was ook geen reden toe.


MINGELEN:
Nou, me dunkt! De kranten staan de afgelopen dagen bol van verslagen en citaten van PvdA-Kamerleden die zeggen: kabinetscrisis als dit kabinet de ontslagregeling durft te versoepelen. Dat lijkt me toch wel reden voor enige zorg.

BOS:
Nou ja, we lezen die kranten allemaal en gaan vervolgens aan het werk. Dat hebben we vandaag ook gedaan.


MINGELEN:
Wilt u daar nou mee zeggen dat u die signalen uit uw eigen partij niet serieus neemt?

BOS:
Nee. Die neem ik natuurlijk serieus en ik praat ook met de fractie in de Tweede Kamer en ik heb ook een achterban en die weet mij ook te vinden. We hebben een congres en dan komt dat allemaal aan de orde. Vandaag zat ik de ministerraad voor en dan ben ik vooral ook waarnemend minister-president voor drie partijen die samen iets moois proberen te maken van dit land.


MINGELEN:
Ja, maar tot dat moois behoort ook een wijziging, versoepeling, van de ontslagregeling. Kunt u op zichzelf toch even zeggen: versoepeling als zodanig, daar bent u voor neem ik aan?

BOS:
We hebben een advies gevraagd aan werkgevers en werknemers. Een advies van: als we nu dit en dat zouden doen, wat zou u daar dan van vinden? Nou, daar hebben werkgevers en werknemers heel verschillende geluiden over laten horen. Daar hebben de partijen in ons parlement, waaronder mijn partij, ook een duidelijk signaal over afgegeven. Nu gaan we kijken wat we daarmee moeten doen.


MINGELEN:
Maar hoe kunt u nou uw werk gewoon doen in het belang van het land als een van de partijen - het is nu de PvdA, maar het kan ook goed het CDA zijn - zegt: jongens, wat jullie ook bedenken: het is gewoon crisis. We blazen het kabinet op als jullie maar met iets durven te komen.

BOS:
Ik heb goed gehoord wat de PvdA-fractie gezegd heeft. Die hebben gezegd dat het voorstel zoals het er nu ligt niet acceptabel is. Dat ze vinden dat de rechtsbescherming van werknemers niet verslechterd mag worden. Daar hebben ze een heel heldere positie over ingenomen. Het is nu aan het kabinet - in eerste instantie ook aan minister Donner - om te bedenken wat de reactie van het kabinet daarop zal zijn.


MINGELEN:
En die heldere positie kan op zichzelf op uw steun rekenen?

BOS:
Ik denk dat u dat mij niet moet vragen. Als lid van het kabinet ben je lid van een ploeg van 16 ministers die samen proberen iets goeds te doen voor het land. De positie van de PvdA is heel helder verwoord door leden van de Tweede Kamerfractie. Wij gaan nu aan het werk om te kijken of we daar een goed antwoord op kunnen geven.


MINGELEN:
Vindt u dat ze te ver gaan met het helder verwoorden van die positie, namelijk met dreigen met een crisis?

BOS:
Er is niets mis mee als partijen helder zeggen hoe ze in een onderwerp staan. Hoe ver ze willen gaan en welke streep ze niet over willen. Dat heeft de PvdA de afgelopen week ook kraakhelder gedaan. Crisis: dat soort woorden zijn allemaal niet aan mij besteed, noch aan mijn collega's. Er is sprake van een heel goede sfeer in het kabinet. We weten dat we met moeilijke onderwerpen te maken hebben. We weten dat we met oppositie aan beide kanten van de coalitie - links en rechts - te maken hebben, dus de gesprekken zijn soms stevig. De dilemma's zijn groot. Tot nu toe komen we er elke keer prima uit en dat waren we van plan echt nog wel een tijdje vol te houden.


MINGELEN:
Ik snap dat u zegt: crisis is aan mij niet besteed. Aan de andere kant: als ze gelijk krijgen dan staat u binnenkort op straat.

BOS:
Maar ze krijgen geen gelijk.


MINGELEN:
Hoe weet u dat?

BOS:
Omdat CDA, PvdA en CU ervan overtuigd zijn dat dit land zit te wachten op een kabinet dat juist investeert in die delen van de samenleving waar we vinden dat dat meer moet gebeuren, zoals in het onderwijs, in de wijken, in duurzame energievoorziening. Een kabinet dat ook eerlijk delen voorop heeft staan, zoals we allemaal hebben kunnen zien bij de Miljoenennota. Een kabinet dat er ook over nadenkt dat de schatkist over 10, 20, 30 jaar nog steeds op orde is voor een latere generatie. Dus al dat soort dingen, daarvan zijn we overtuigd dat Nederland dat ook van ons wil. En dat gaan we dus uitvoeren.


MINGELEN:
Dus dat stel je niet de waagschaal voor iets als het ontslagrecht?

BOS:
Ook de werking van de arbeidsmarkt is heel belangrijk. Werkgevers, werknemers, fracties in de Tweede Kamer hebben daar nu positie over ingenomen. Nu is de beurt aan ons - in eerste instantie minister Donner - om te kijken wat we daarmee gaan doen.


- REFERENDUM OVER HET EUROPEES VERDRAG -


MINGELEN:
Er zijn mensen die zeggen van: ach, je moet dat dreigement crisis niet zo serieus nemen. Het is gewoon een afleidingsmanoeuvre om de aandacht af te leiden van het feit dat de PvdA in het kabinet en ook in de fractie ermee akkoord is gegaan dat er geen tweede referendum over Europa komt.

BOS:
Er lijkt me geen enkele aanleiding om daar de aandacht van af te leiden. Dat is een besluit waar we gewoon inhoudelijk voor staan.


MINGELEN:
Maar uw eigen achterban schijnt dat niet te begrijpen.

BOS:
We hebben inderdaad een heleboel reacties gehad. Positieve en negatieve. En niet alleen maar van de achterban, maar ook gewoon van mensen die ons weten te vinden. Ik denk dat wel belangrijk is om nog een keer duidelijk te maken dat de PvdA al in haar verkiezingsprogramma heeft opgeschreven dat als er weer sprake zou zijn van een grondwettelijk verdrag dat er dan weer een referendum zou moeten komen. Dat hebben we aan de kiezers voorgelegd. Wat we ook aan de kiezers voorgelegd hebben, dat is dat we toen we gingen regeren zeiden dat we over precies die vraag - is er nou sprake van een grondwet of niet? - advies gaan vragen. Nou, dat advies was heel helder. Het is geen grondwet, dus die heel bijzondere omstandigheid waardoor we in 2005 zeiden: voor het eerst gaan we over een Europees verdrag een referendum vragen, ja, die bijzondere omstandigheid is er niet meer. Dus helemaal in lijn met alles wat we tegen de kiezer gezegd hebben, zeggen we dus nu ook: ok, dan is een referendum ook niet nodig.


MINGELEN:
Velen vinden dat ook een intern logisch verhaal. Alleen is er kennelijk een kloof met de kiezer, die verwacht had te mogen beoordelen of de wijziging voldoende is. Die emotie krijgt u niet weg met deze argumenten.

BOS:
In ieder geval nog niet, constateer ik met u, en daar zullen we echt nog heel wat werk moeten verzetten. Ik constateer ook dat er het beeld is geweest dat de PvdA sowieso voor een referendum zou zijn geweest. Wat we nooit zijn geweest. Altijd ging het over een grondwettelijk verdrag. De regel is in Nederland dat je geen referendum hebt, behalve in heel bijzondere omstandigheden. In 2005 was er ook bijzondere omstandigheid en in 2005 wisten we ook dat, als de kiezer 'nee' zou zeggen, we konden gaan heronderhandelen. We hadden de kiezer wat te bieden. Dat hebben we ook gedaan. Dat referendum in 2005 heeft nut gehad. Er ligt nu een veel beter verdrag. Europa gaat in niks meer lijken op die superstaat waar we mee bang werden gemaakt. Dus we durven ook met opgeheven hoofd tegen de kiezer te zeggen: we hebben geluisterd. Er ligt nu iets beters. En het is nu weer terug naar de normale regel. Zo'n referendum moet je voor heel bijzondere gevallen bewaren en die keer dat we het gedaan hebben in 2005 heeft het zijn nut gehad. Naar de kiezer is geluisterd. Er ligt een beter verdrag. Maar echt in lijn met ons verkiezingsprogramma en in lijn met het coalitieakkoord: het is geen grondwet en dan moet je geen referendum afkondigen.


- MISSIE IN AFGHANISTAN -


MINGELEN:
Het kabinet heeft vandaag besloten dat er 80 extra militairen naar Afghanistan moeten omdat de Taliban momenteel buitengewoon actief is. Kan je zeggen dat de zaak daar verder uit de hand loopt?

BOS:
Nee. Maar het is wel een verslechtering van de veiligheidssituatie. De vraag is even hoe tijdelijk of hoe permanent dat is. We kunnen ons voorstellen dat er sprake is van een tijdelijke verslechtering. Dat de Taliban vlak voor de winter intreedt zo die laatste weken een extra heftig offensief plant. Daarom is de beslissing om 80 mensen extra naar Uruzgan te sturen er ook een die in principe voor 2 maanden geldt. Maar we zijn niet naïef. Als na 2 maanden die veiligheidssituatie nog steeds zorgelijk is dan zullen de mensen moeten blijven. Wat je ook vindt verder van onze aanwezigheid in Uruzgan, we willen natuurlijk niet laten gebeuren dat onze eigen mannen en vrouwen daar in een onverantwoord onveilige situatie terechtkomen.


MINGELEN:
Het kabinet zoekt nog steeds naar landen die bereid zijn de taak van Nederland geheel of gedeeltelijk over te nemen in 2008. Wanneer verwacht u een besluit daarover?

BOS:
Dit najaar. Maar veel specifieker dan dat kan ik niet zijn. Er zijn gewoon nog een groot aantal vragen die beantwoord moet worden. Die ook te maken hebben met welke andere landen eventueel taken van ons over kunnen nemen of op een andere manier kunnen helpen. Wat de NAVO in staat is op dat gebied te regelen. Daar zijn we gewoon druk mee bezig.


MINGELEN:
Is het juist dat de Afghaanse president Karzai in december naar Den Haag komt?

BOS:
Ik weet niet precies wanneer dat zal zijn, maar dat onderwerp is wel aan de orde geweest in de gesprekken van minister-president Balkenende met president Karzai.


MINGELEN:
Hij heeft hem uitgenodigd.

BOS:
Hij heeft hem uitgenodigd en ik denk dat we ook wel in principe erop kunnen rekenen dat hij deze kant op zal komen.


MINGELEN:
Maar is het feit dat hij wordt uitgenodigd in december geen signaal dat Nederland er vanuit gaat dat wij daar in elk geval langer zullen blijven?

BOS:
Nee, want in december zitten we er sowieso nog. Ik bedoel, we zitten er sowieso nog tot augustus 2008. Hij is voor de periode dat we er tot nu toe gezeten hebben plus het jaar dat we nog te gaan hebben gewoon een buitengewoon belangrijke gesprekspartner. Hij is de enige man in Afghanistan die hoe moeizaam ook op nationaal gebied enig gezag uitstraalt en dingen voor elkaar kan krijgen. Nou ja, dan mag je het feit dat je van elkaar afhankelijk bent natuurlijk ook op zo'n manier laten blijken.


MINGELEN:
Het is niet zo dat hij is uitgenodigd om hem in de gelegenheid te stellen om alvast te bedanken voor een verlenging?

BOS:
Nee. Dan gaat u er vanuit dat u de inhoud van het besluit dat we nog moeten nemen al kent. Ik ken het nog niet en het besluit is er ook gewoon nog niet.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, IW)